Gerechtelijke organisatie

Uitspraak in de zaak Sylvia Millecam

Amsterdam, 16 december 2010 - Het gerechtshof Amsterdam heeft op 16 december 2010 in hoger beroep uitspraak gedaan in de strafzaak Millecam. De verdachten in deze zaak waren het genezend medium Jomanda en twee artsen . Het hof heeft Jomanda vrijgesproken en beide artsen veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van respectievelijk zes en drie weken.

Ook de rechtbank heeft in juni 2009 Jomanda van de beschuldigingen vrijgesproken. In de zaken van de twee artsen heeft de rechtbank bewezen verklaard dat zij de gezondheid van Sylvia Millecam opzettelijk hebben benadeeld, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De rechtbank had de artsen daaraan ook schuldig verklaard, maar heeft hen geen straf opgelegd. De officier van justitie heeft in alle zaken hoger beroep ingesteld. Ook de twee artsen zijn in hoger beroep gegaan.

De ziekte van Sylvia Millecam
Sylvia Millecam leed aan borstkanker. Uiteindelijk heeft zij ervoor gekozen geen reguliere maar uitsluitend alternatieve behandelingen te ondergaan en is op 20 augustus 2001 aan borstkanker overleden.

Jomanda
Het hof heeft vastgesteld dat de wet (in het bijzonder de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg) niet verbiedt dat een niet-arts raad en bijstand geeft op medisch terrein. Dat mag zelfs als die persoon totaal niet medisch deskundig is, zoals Jomanda. Dit mag alleen zolang door haar raad en bijstand maar geen (aanmerkelijke kans op) schade aan de gezondheid wordt veroorzaakt. Het risico op schade door advies van een niet-arts is bij een ernstige ziekte in het algemeen groot. Ook bij Jomanda - die zichzelf genezend medium noemt - is dat zo, omdat zij op medisch gebied in het geheel niet deskundig is.

Het hof merkt op dat er alleen een oordeel wordt gegeven over de vraag of Jomanda opzettelijk de gezondheid van Sylvia Millecam heeft benadeeld. Lichtere verwijten, bijvoorbeeld dat door Jomandaâs schuld zwaar letsel of schade aan de gezondheid van Millecam is ontstaan, stonden niet ter beoordeling van het hof omdat deze lichtere verwijten door het lange tijdverloop al verjaard waren.

Het hof vindt niet bewezen dat Jomanda Sylvia Millecam van de reguliere zorg heeft afgehouden. Zo heeft Millecam gedurende de periode vanaf mei 2000 tot haar overlijden in augustus 2001 contact onderhouden met diverse artsen, waarvan sommige ook op aanraden van Jomanda.

Als een alternatief genezer bij zijn adviezen tegelijk adviseert een arts te bezoeken, zal - ook al zijn die adviezen op zichzelf mogelijk schadelijk - niet snel sprake zijn van een opzettelijke benadeling van de gezondheid. Normaal gesproken zal een arts als bij uitstek medisch deskundige de patiënt immers voor de mogelijke schadelijke gevolgen van die adviezen en bijstand kunnen behoeden. Dit zal slechts in uitzonderlijke gevallen anders kunnen zijn, bijvoorbeeld als door de inhoud van die adviezen van een bezoek aan een arts feitelijk niets meer mocht worden verwacht. Zoân uitzonderlijk geval doet zich hier niet voor. Dat Jomanda mogelijk een grote invloed op Millecam heeft gehad, maakt dit niet anders.

Ook is geen sprake van het in hulpeloze toestand brengen of laten van Sylvia Millecam. Jomanda wordt vrijgesproken van de beschuldigingen.

Arts 1
Verdachte was destijds arts en had en heeft een alternatieve praktijk. Hij heeft Sylvia Millecam behandeld van december 2000 tot mei 2001. Verdachte heeft, terwijl hij wist dat Sylvia Millecam aan borstkanker leed, haar uitsluitend niet-reguliere therapie en medicatie aangeboden. Hij heeft Sylvia Millecam gezegd dat zij niet aan kanker leed. Verder heeft hij zich van methodes bediend en medicijnen voorgeschreven die niet wetenschappelijk waren onderbouwd. Hij heeft Sylvia Millecam niet ingelicht over de beperkte waarde van zijn diagnoses en de door hem voorgeschreven medicijnen of over de mogelijkheden van diverse reguliere therapieën. Het hof is van oordeel dat hij als arts zijn zorgplicht heeft verzaakt. Het had op zijn weg gelegen om Sylvia Millecam indringend te confronteren met de gevolgen van haar afwijzen van regulier-medische zorg en hij had haar moeten doorverwijzen. Hij heeft volstaan met het geven van een behandeling met middelen die geen enkele uitwerking hadden. Het effect is geweest dat Sylvia Millecam zwaar lichamelijk letsel heeft gekregen. Het hof veroordeelt verdachte voor het opzettelijk benadelen van de gezondheid van Sylvia Millecam, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De verdachte wordt vrijgesproken van het in hulpeloze toestand brengen of laten van Millecam. De tuchtrechter heeft al bepaald dat de verdachte zich geen arts meer mag noemen. Het hof legt, mede gelet op het tijdsverloop, een voorwaardelijke gevangenisstraf op van zes weken.

Arts 2
Verdachte heeft Sylvia Millecam onderzocht aan het begin van haar ziekte, in het najaar van 1999. Het hof heeft met betrekking tot zijn doen en laten bij dat onderzoek vastgesteld dat hij als arts een aantal verplichtingen heeft verzaakt. Anderzijds is gebleken dat Millecam hem voorafgaand aan dat onderzoek heeft verteld dat zij voor nader onderzoek was doorverwezen naar het ziekenhuis in verband met een knobbeltje in haar borst. Bij gebrek aan bewijs voor het tegendeel, dient ervan uit te worden gegaan dat deze arts na het bezoek van Millecam haar heeft aangeraden deze verwijzing ook op te volgen. Daarom kan niet worden gezegd dat deze arts toen door het verzaken van zijn verplichtingen de gezondheid van Millecam heeft benadeeld.

De verdachte heeft Millecam voorts van mei 2001 tot kort voor haar overlijden in augustus 2001 behandeld en in zijn praktijkwoning laten verblijven. Het hof is van oordeel dat hij in die periode zijn zorgplicht als arts heeft verzaakt. Hij heeft haar in deze periode enkel langs alternatieve weg, onder meer met een magneetveld-apparaat, behandeld. Als arts is hij steeds verplicht geweest om Millecam als patiënte tijdig te verwijzen naar een (andere) reguliere arts ingeval daar adequate diagnostiek of behandeling voorhanden is. De verdachte heeft haar die niet geboden. Met name op het gebied van pijnbestrijding is deze verdachte tekortgeschoten. Zodoende heeft hij zijn zorgplicht als arts âwant ook een alternatieve arts is en blijft arts- verzaakt. Het gevolg daarvan is geweest dat de ziekte van Millecam is voortgeschreden en dat haar ziektebeeld en ook haar pijnklachten sterk zijn verergerd. In juridische zin zijn deze gevolgen door het hof aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel, verwijtbaar veroorzaakt doordat de verdachte als arts de gezondheid van Millecam heeft benadeeld.Het hof legt, mede gelet op het tijdsverloop, een voorwaardelijke gevangenisstraf op van drie weken.

Voorwaardelijke gevangenisstraffen
De rechtbank had in 2009 aan de artsen geen straf opgelegd omdat de zaak toen al acht jaar oud was, omdat beide artsen veel publiciteit hebben moeten doormaken en omdat het medisch tuchtcollege zich al uitvoerig met de zaak heeft bezig gehouden waarbij sancties zijn opgelegd.

Het hof heeft anders geoordeeld, ook al heeft ook het hof deze aspecten onder ogen gezien. Het hof heeft relatief korte, voorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd. Dit niet alleen vanwege de ernst van het doen en laten van de artsen en de gevolgen daarvan, maar ook omdat hiermee het belang dat - niet slechts door berechting - maar ook door bestraffing (ook voor anderen) een norm wordt onderstreept Voor één van de artsen is de straf hoger uitgevallen. Onder meer omdat hem in het bijzonder door het hof wordt verweten dat hij in verband met vergelijkbaar handelen in het verleden âals arts alternatief blijven behandelen, terwijl door hem niet op tijd ook reguliere behandeling werd gegeven of geregeld- eerder door de tuchtrechter op de vingers is getikt en hij door de Inspectie aan hem gegeven voorschriften naast zich neer heeft gelegd.

Bron: Gerechtshof Amsterdam Datum actualiteit: 16 december 2010 Naar boven