Gemeente Apeldoorn

Voedselbank Apeldoorn
Reactie Minimabeleid
8 december 2010

Vooraf:
gedurende de afgelopen vijf jaar is de functie Voedselbank in Apeldoorn noodzakelijk gebleken. Met terugwerkende kracht wordt dit ook door de diverse politieke partijen onderschreven. De samenwerking en het overleg tussen Voedselbank, gemeente en verwijzers getuigen van het gezamenlijk besef dat de Voedselbank het laatste concrete vangnet is voor gezinnen en personen die (tijdelijk) zelf niet meer kunnen voorzien in voldoende mate van levensonderhoud. Door structureel overleg met -en over de onderlinge samenwerking tussen- haar verwijzers streeft de Voedselbank naar vermindering van afhankelijkheid van voedselpakketten en zo spoedig mogelijk herstel van zelfredzaamheid van haar cliënten. Het herkrijgen van zelfrespect en zelfwaardering staat voorop.

Aanleiding:
vooruitlopend op de resultaten van de kerntakendiscussie wil de gemeente Apeldoorn de totale uitgaven (E 6 miljoen) voor het minimabeleid 2011 met E 1.5 miljoen verminderen. In het collegevoorstel van 9 november jl. zijn concrete bezuinigingsmaatregelen beschreven. Daaronder ook het schrappen van een bijdrage aan de Voedselbank ad E 15.000. Dit laatste in de nota Minimabeleid 2012, november 2010, gemotiveerd met: 'in incidentele gevallen ontvangt de Voedselbank een subsidie. Het is niet te verwachten dat die noodzaak zich het komende jaar voordoet'.

Wij kunnen de toename melden van het aantal gezinnen / personen die gebruikmaken van de Voedselbank. Bovendien kunnen we melden dat toeleveringsbedrijven ten gevolge van de financiële crisis minder voedsel beschikbaar stellen voor de Voedselbanken. Dit kan binnen afzienbare termijn een reductie in hoeveelheid en in soorten voedsel betekenen.

Algemeen:
graag bespreken wij de samenhang tussen negatieve consequenties voor een aantal doelgroepen van regeer- en gedoogakkoord en het lokale minimabeleid. Daarbij is de vraag aan de orde of het college / de gemeenteraad deze consequenties ook ziet. Kortom is er sprake van gedeelde opvatting over de stapeling van negatieve gevolgen van beleid voor de doelgroep Minimabeleid.

Primaire vraag:
eerst en vooral vraagt de Voedselbank een uitspraak van het college / de gemeenteraad over het wel / niet beschikbaar houden van financiële ondersteuning van de VB. Het antwoord op deze vraag is van groot belang bij het groeiend aantal gezinnen / personen dat wekelijks gebruikmaakt van de Voedselbank. Mogelijk kan dit antwoord worden gegeven in het kader van het minimabeleid, mogelijk als collectieve compensatiemaatregel in het kader van de WMO. Ten behoeve van onderbouwing van deze vraag zal de Voedselbank binnenkort informatie verstrekken over de groei en de meest recente gegevens over het aantal pakketten, gezinnen, kinderen, vrijwilligers, verwijzers, bedrijven en sponsoren.

Externe invloed/onderbouwing:
vanuit het perspectief van de VB behoeft het terugsnoeien van budgetten van gemeentelijk gefinancierde zorg- en welzijnsorganisaties een verbeterde onderbouwing. Ondermeer zijn actuele gegevens noodzakelijk m.b.t. ingeschrevenen WWB, WMO, WSW en Wajong en de invloed van de bezuinigingen op deze doelgroepen. Het is ook noodzakelijk om te weten wat het lokaal effect is van de zogeheten AWBZ pakketmaatregelen en hoe de compensatiemiddelen (landelijk E 127 miljoen structureel) in te zetten voor de WMO. Deze pakketmaatregelen waren gericht op het terugdringen van de extramurale begeleiding op basis van de grondslag psychosociaal probleem en zijn per 2009 geheel uit de AWBZ verdwenen. De aanspraken op ondersteunende en activerende begeleiding zijn per 1 januari 2010 geheel komen te vervallen.

Vervangende hulp word vooral gezocht in eigen kring. Er is gesignaleerd (voortgangsrapportage VWS, juli 2010) dat dit voor de korte termijn wel haalbaar is maar niet voor de langere termijn. Uiteraard is er verband tussen deze uitspraak en de te verwachten toename van druk op informele zorg.

Bovendien zal de relatie tussen de huidige maatregelen en de overgang naar het gemeenteloket van de AWBZ component dagbesteding, de overgang van de totale Jeugdzorg (en de eventuele overgang van de component arbeidsbemiddeling vanuit het UWV) naar het gemeenteloket moeten worden meegewogen. De centrale vraag die hierbij gesteld moet worden: is de gemeentelijke organisatie, opgevat als interne keten, voldoende toegerust op deze taakuitbreiding en wat betekent deze taakuitbreiding voor cliënten / patiënten in het licht van de onderhavige maatregelen en de bezuiniging op het gemeentelijk apparaat. En wat betekent dat voor de samenwerking met -en de uitvoering door- organisaties die nu juist gekort dreigen te worden op hun budgetten.

Verder vragen wij aandacht voor de gevolgen van de verhoging naar 8 % van de grondslag Zvw in de bijstandsuitkering, de diverse Eigen Bijdrageregelingen en -naast de jaarlijkse indexering- de voorgenomen verhoging eigen risico zorgverzekering met E 40,00 in 2012.

Taskforce:
de Voedselbank pleit voor het instellen van een Taskforce Minimabeleid. Deze Taskforce, samengesteld uit vertegenwoordigers van gemeente, maatschappelijke organisaties en doelgroep, zou belast kunnen worden met 1) het toetsen, monitoren en begeleiden van de gevolgen van de voorgestelde maatregelen en 2) gevraagd en ongevraagd kunnen adviseren met betrekking implementatie, uitvoering en effecten van deze maatregelen.

Tenslotte:
de Voedselbank onderschrijft de huidige beleidsdoelstellingen -nadruk op preventie, benutten van eigen kracht en netwerk en de inzet van collectieve middelen in plaats van individuele voorzieningen. Maar dit alleen wanneer in beleid en in concrete maatregelen het mogelijk zijn / mogelijk maken van zelfredzaamheid en het mogelijk zijn / mogelijk maken van verantwoordelijkheid dragen expliciet als voorwaarden worden opgenomen. Waar deze mogelijkheden ontbreken zullen onverkort regels moeten blijven gelden ten aanzien van onvoorwaardelijke steun, opvang, begeleiding, beschutting of bescherming.

Namens het bestuur Voedselbank Apeldoorn
Simon Boon

---- --
Collegevoorstel

Onderbouwing

Collegevoorstel | | | | | | |Samenleving | |

|                       | |      | |      |      | |                 |
|         | |    |     | |      | |      |      | |                 |
|Auteur   | |    |     |Datum    |Paraaf |      | |                 |
|Jaap Peerbolte (2089)  |         |       |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Leidinggevende         |Datum    |Paraaf |      | |Registratienummer|
|S. de Bruin            |         |       |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Directeur              |Datum    |Paraaf |      | |Datum            |
|T. Berben              |         |       |      | |10-12-2010       |
|                                          |      | |                 |
|Portefeuillehouder     |Programmawethoude|      | |Paraaf deponeren |
|                       |r                |      | |                 |
|F.A. Spoelstra         |n.v.t.           |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Presidium/PMA/Raad     |Behandelvoorstel:        | |                 |
|nee                    |n.v.t.           |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Voorgesteld besluit    |akkoord                  | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Beslissing burgemeester en wethouders |   |      | |Aantekeningen/vra|
|                                      |   |      | |gen              |
|                                          |      | |                 |
|Kennisnemen van het ontbreken van reacties in het kader van de       |
|schriftelijke Inspraak aanpassing Langdurigheidstoeslag              |
|Voorstel dienst Samenleving:                                         |
|Kennisnemen van het ontbreken van reacties in het kader van de       |
|schriftelijke inspraakperiode aanpassing Langdurigheidstoeslag       |
|Kennisnemen van de brief van de VWI Raad van 30 november als reactie |
|op het collegebesluit Minimabeleid 2011 en als bijdrage aan de       |
|kerntakendiscussie                                                   |
|Kennisnemen van de brief van de Voedselbank Apeldoorn van 8 december |
|2010 als reactie op het collegebesluit Minimabeleid 2011 en als      |
|bijdrage aan de kerntakendiscussie                                   |
|Dit besluit ter kennis te brengen van de gemeenteraad.               |
|                                                                     |
|Openbaarheid                                                         |
|                                                                     |
|voorstel/beslui|wel openbaar                                        | | |
|t              |                                                    | | |
|toelichting    |wel openbaar                                        |
|bijgevoegde    |wel openbaar                                        |
|stukken        |                                                    |
|               |                                                    |
|Brief VWI Raad 30 november 2010   |Brief Voedselbank 8 december 2010 |
|Afschrift aan                                                        |
|                                                                     |
Toelichting

Inleiding
Op 22 november 2010 heeft uw college het besluit genomen om de Raad voor te stellen gedurende 2011 een ombuiging te realiseren van ca. E 1,5 miljoen op het minimabeleid. Dit raadsvoorstel komt 17 december a.s. gedurende de PMA en een daarop volgende raadsvergadering aan de orde. Eén van de maatregelen in dat kader is de aanpassing van de verordening Langdurigheidstoeslag. U stelt de Raad voor de uit te keren bedragen per 1 januari 2011 te halveren om hiermee in 2011 een ombuiging van E0,4 mio (onderdeel van de E1,5 miljoen) te realiseren. Het wijzigen van een verordening vereist in aanvulling op de bestuurlijke besluitvorming de nodige stappen met betrekking tot inspraak en bekendmaking. De inspraakverordening regelt dit. U heeft besloten tot gebruikmaking van de geboden mogelijkheid in de inspraakverordening de inspraakperiode vanwege een aanmerkelijk belang (in dit geval een financieel belang) te bekorten. De schriftelijke inspraakperiode was van 24 november tot 9 december. Bij de inspraakmogelijkheid was ook voorzien in een mondelinge inspraakmogelijkheid gedurende de PMA behandeling van het Raadsvoorstel. Deze mogelijkheid wordt op 17 december geboden. Dit voorstel brengt u op de hoogte van de resultaten van de schriftelijke inspraakperiode.

Via dit voorstel wordt u tevens op de hoogte gebracht van de brieven van de VWI-Raad van 30 november 2010 en de Voedselbank van 8 december 2010 over het Raadsvoorstel Minimabeleid 2011 en in zijn algemeenheid over de Kerntakendiscussie.

Beslispunten en onderbouwing
1. Kennisnemen van het ontbreken van reacties in het kader van de schriftelijke inspraakperiode aanpassing Langdurigheidstoeslag 2. Kennisnemen van de brief van de VWI Raad van 30 november als reactie op het collegebesluit Minimabeleid 2011 en als bijdrage aan de kerntakendiscussie 3. Kennisnemen van de brief van de Voedselbank Apeldoorn van 8 december 2010 als reactie op het collegebesluit Minimabeleid 2011 en als bijdrage aan de kerntakendiscussie 4. Dit besluit ter kennis te brengen van de Gemeenteraad.

Kennisnemen van het ontbreken van reacties in het kader van de schriftelijke inspraakperiode aanpassing Langdurigheidstoeslag Gedurende de inspraakperiode van 24 november tot 9 december zijn geen schriftelijke reacties ten aanzien van de voorgenomen wijziging van de verordening Langdurigheidstoeslag ingediend. De schriftelijke inspraakperiode kan hiermee als afgesloten worden beschouwd. Op 17 december is er gedurende de Raadsbehandeling van het voorstel nog mogelijkheid tot mondelinge inspraak. Deze reacties kunnen direct worden meegenomen in de uiteindelijke afweging door de Raad.

Kennisnemen van de brief van de VWI Raad van 30 november als reactie op het collegebesluit Minimabeleid 2011 en als bijdrage aan de kerntakendiscussie Met deze brief adviseert de Adviesraad VWI de gemeenteraad over het raadsvoorstel "Minimabeleid 2011" in samenhang met de kerntakendiscussie. De VWI Raad gaat met name in op het voorstel om de uitgaven voor het minimabeleid in 2011, vooruitlopend op de kerntakendiscussie, te verminderen met 1,5 miljoen euro. Tevens uit de VWI Raad het voornemen om gedurende de PMA-behandeling van het voorstel in te spreken. De VWI Raad uit in de brief haar verontrusting over de voorgestelde maatregelen en voorziet consequenties als een toegenomen tweedeling en een toenemend beroep op andere voorzieningen als schuldhulpverlening, voedselbank en bijzondere bijstand. De VWI Raad ziet het voorstel ook als een doorkruising van de bedoelingen van het kerntakendebat. Uiteindelijk stelt de adviesraad de gemeenteraad voor om: Niet in te stemmen met het raadsvoorstel "Minimabeleid 2011"; een delegatie uit uw gemeenteraad op korte termijn de kerntakendiscussie over minimabeleid te laten voeren met een delega tie uit zowel de gemeentelijke dienst die het minimabeleid voorbereidt en uitvoert als uit de Adviesraad VWI en de resultaten van die kerntakendiscussie te verwerken in de nog op te stellen raadsopdracht aan het College. De brief is gericht aan de gemeenteraad en cc. verzonden aan het College. U wordt daarom geadviseerd de brief ter kennisname aan te nemen. Aansluitend zij nog opgemerkt dat wethouder Spoelstra de Adviesraad VWI in de gelegenheid stelt om voorafgaande aan het PMA-debat met hem te spreken over het Raadsvoorstel.

Kennisnemen van de brief van de Voedselbank Apeldoorn van 8 december 2010 als reactie op het collegebesluit Minimabeleid 2011 en als bijdrage aan de kerntakendiscussie Met deze brief adviseert de Voedselbank de gemeenteraad over het raadsvoorstel "Minimabeleid 2011" in samenhang met de kerntakendiscussie. De Voedselbank schetst in deze brief de toename van haar activiteiten, wijst op de samenhang van diverse landelijke en lokale maatregelen en pleit voor de instelling van een Taskforce Minimabeleid.

Dit besluit ter kennis te brengen van de gemeenteraad Gezien de door de Gemeenteraad te maken afwegingen is het van belang om de Gemeenteraad in kennis te stellen van dit collegebesluit. Vandaar dat u verzocht is dit besluit met spoed te nemen zodat tijdige doorzending naar de Gemeenteraad mogelijk is.

---- -- Voorzitter: Giebe van der Scheer T e l e f o o n 055-3120184 e-mail: gvanderscheer@hetnet.nl Ambtelijk secretariaat Marktplein 1

Adviesraad- Voorzieningen voor Werk en Inkomen Aan: De gemeenteraad van de gemeente Apeldoorn CC: Het college van B & W De Adviesraad Wmo

Telefoon

055 580 22 41
E-mail

Cliëntenraden@apeldoorn.nl
Datum

30-11-2010
Ons kenmerk

VWI 1011 - 01
Uw brief d.d.

Betreft: Minimabeleid 2011 en de kerntakendiscussie

Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief adviseert de Adviesraad VWI u over het raadsvoorstel "Minimabeleid 2011" in samenhang met de kerntakendiscussie. In ons advies beperken we ons tot de kern van het raadsvoorstel waarin het College van Burgemeester en wethouders (hierna te noemen: het College) voorstelt om, vooruitlopend op de resultaten van de kerntakendiscussie, te besluiten om de uitgaven voor het minimabeleid in 2011 te verminderen met 1,5 miljoen euro. In aansluiting op ons advies zal de Adviesraad VWI nog inspreken in uw raadsvergadering op 9 december aanstaande.

1. Dreigende tweedeling in Apeldoorn Ook in Apeldoorn merken we de gevolgen van technische, maatschappelijke en economische ontwikkelingen in een steeds internationaler wordende context voor het beleidsterrein werk en inkomen. Voor een deel van de burgers in Apeldoorn wordt het steeds lastiger om betaald werk te vinden en voor alle burgers geldt dat zij te maken krijgen met stijgende kosten voor levensonderhoud. Verder zullen velen onder hen, in afwachting van een aantrekkende economie, bovendien in de komende tijd genoegen moeten nemen met een geringe verhoging of bevriezing van hun inkomen omdat loonsverhoging niet of nauwelijks haalbaar blijkt. Deze lastige omstandigheid zullen de betreffende burgers echter als een groot voorrecht gaan ervaren als zij hun positie zouden willen vergelijken met die van huishoudens die op bijstand zijn aangewezen. De vergelijking wordt schrijnend als uw gemeenteraad het voorstel van het College zou overnemen om in 2011 het bedrag van 1,5 miljoen e uro te bezuinigen op het minimabeleid. Dan zou immers, in tegenstelling tot alle andere burgers in Apeldoorn, het inkomen van de huishoudens die op uw minimabeleid zijn aangewezen nog eens drastisch verminderen. En dat terwijl deze huishoudens meestal niet beschikken over enige financiële reserve om inkomensvermindering, stijgende kosten voor levensonderhoud en noodzakelijke onvoorziene uitgaven op te vangen. Instemmen met het bezuinigingsvoorstel van het College zal onherroepelijk leiden tot een tweedeling in de Apeldoornse samenleving. Postbus 9033 7300 ES Apeldoorn


-1Als u reageert datum en kenmerk van deze brief vermelden

Bezoekadres Stadhuis Marktplein 1 Internet: www.apeldoorn.nl

2. De niet in het raadsvoorstel genoemde gevolgen van de voorgestelde bezuiniging van 1,5 miljoen euro op het huidige minimabeleid. Het College blijkt zich in zijn bezuinigingsvoorstel "rijk" te rekenen: een substantieel deel van de bezuinigingen zal wegsijpelen door te verwachten kosten ten gevolge van de voorgestelde bezuiniging van 1,5 miljoen euro. Daarbij valt onder meer te denken aan: · Toename van de kosten van schuldhulpverlening (Stadsbank) · Toename van de kosten voor bijzondere bijstand · Toename van het gebruik van de Voedselbank waardoor die voorziening zonder enige financiële ondersteuning van de gemeente niet in stand te houden is · Toename van de algemene zorgvraag In de nota "Minimabeleid 2012 en verder...." is wel op diverse plaatsen vermeld dat het nog de vraag is of enkele geschatte besparingsmogelijkheden gehaald kunnen worden. Verder stelt het College dat bezuinigingen uit het voorgestelde pakket moeten kunnen worden teruggedraaid als ze geen aansluiting zou den vinden bij de uitkomsten van de kerntakendiscussie van uw gemeenteraad. Het is onbegrijpelijk dat deze werkwijze wordt voorgesteld. Als ze volledig tot uitvoering komt, zal ze naast veel onrust en spanning in de Apeldoornse samenleving, leiden tot hoge uitvoeringskosten voor zorgvuldige communicatie naar de betrokken huishoudens. Het voorstel van het College voor het mogelijk terugdraaien van bezuinigingen uit het bezuinigingspakket is "het draaien aan knoppen" dat past in bijvoorbeeld de meet- en regeltechniek van een chemisch productieproces maar zich niet leent voor een bezuinigingstraject voor het minimabeleid.

3. Verstoring van de kerntakendiscussie Volgens het College biedt zijn voorstel "mogelijkheden om in 2011 maatregelen te nemen die de te verwachten budgetoverschrijding voor het minimabeleid beperken zonder dat daarbij de kerntakendiscussie van uw raad wordt verstoord". Echter, dit bezuinigingsvoorstel verstoort de kerntakendiscussie wel degelijk: het voorstel geeft het niet mis te verstane signaal dat het College eerst begint met bezuinigingen op uitgaven voor minder draagkrachtigen in de Apeldoornse samenleving vóórdat de kerntakendiscussie is afgerond. Dat is een verkeerd signaal dat niet past bij de intentie van het mede door uw raad ontwikkelde minimabeleid.

4. Bedoeling van de kerntakendiscussie Eerst dienen de drie vragen te worden beantwoord die de Stuurgroep Verkenningen van uw gemeenteraad heeft gesteld. Met behulp daarvan kan uw gemeenteraad eerst verantwoord vaststellen welke taken kerntaken van de gemeente zijn en welke taken de gemeente niet meer of niet meer in dezelfde mate voor haar rekening kan nemen. Om in aansluiting daarop te bepalen in welke mate efficiencywinst kan worden geboekt bij de uitvoering van kerntaken en overige taken, onder meer door versterking van het probleemoplossend en zelforganiserend vermogen van de samenleving en de regiefunctie van de gemeente.


-2In uw correspondentie datum en kenmerk van deze brief vermelden

Met de resultaten van deze werkwijze moet de begroting van de gemeente Apeldoorn op orde kunnen worden gebracht. Als dat niet of onvoldoende lukt, adviseert onze adviesraad dat daarover, rechtstreeks of in VNG-verband met andere grote gemeenten samen, overleg wordt gevoerd met de rijksoverheid. Mocht zelfs daarna de financiële problematiek van de gemeente Apeldoorn nog niet het hoofd kunnen worden geboden dan komt de volgende vraag aan de orde. Welke financiële en andersoortige bijdragen naar draagkracht van de Apeldoorners en van organisaties en bedrijven in Apeldoorn zijn nodig? De Adviesraad VWI is van oordeel dat voor de drie in deze paragraaf genoemde trajecten moet gelden dat de hoogste prioriteit moet zijn dat iedereen in Apeldoorn, dus ook minima en mensen met een handicap en niet te vergeten hun kinderen, mee kunnen doen!

5. Kerntakendiscussie en draagvlak Uw gemeenteraad verdient een groot compliment voor het initiatief van de kerntakendiscussie. Het is van groot belang dat de uitvoering van dit initiatief goed wordt geëvalueerd waardoor de condities kunnen worden benoemd waaraan moet worden voldaan om de gesprekken tussen gemeenteraadsleden en organisaties en burgers uit Apeldoorn tot een vruchtbaar resultaat kunnen leiden. Besluitvorming die recht doet aan het resultaat van een goede kerntakendiscussie mag rekenen op het nodige draagvlak in de Apeldoornse samenleving. Over het noodzakelijke draagvlak deelt het College u het volgende mee in het aan u toegezonden raadsvoorstel. "Met name betreft dit de adviesraad Werk en Inkomen. De adviesraad is op de hoogte gesteld van dit raadsvoorstel maar is gezien de korte tijd waarbinnen dit voorstel in procedure moest worden gebracht nog niet in staat geweest een reactie op te stellen". Dit citaat impliceert dat het niet mogelijk is geweest om het advies v an onze adviesraad te betrekken bij het opstellen van het voorstel van het College. En dat is onjuist! Het gebeurt regelmatig dat een "voorstel in wording" onder embargo aan onze adviesraad wordt verstrekt en met onze adviesraad wordt besproken als er van grote tijdsdruk sprake is. Als er in de afgelopen drie jaar één voorstel op deze werkwijze zou zijn aangewezen dan is dat het voorliggende voorstel. Het College is ernstig tekort geschoten door dit na te laten: die houding ondermijnt op voorhand het bewerkstelligen van draagvlak!

6. Uitvoering kerntakendiscussie minimabeleid In de kerntakendiscussie zijn gesprekken gevoerd van uw gemeenteraad met organisaties en burgers. De organisatie die daarin ontbrak, is uw gemeentelijke dienst die het minimabeleid voorbereidt en uitvoert. Daarom stelt onze adviesraad uw gemeenteraad voor dat een delegatie uit uw raad op korte termijn de kerntakendiscussie voert met een delegatie van de betreffende gemeentelijke dienst en met afgevaardigden van de Adviesraad VWI. Onze raad verwacht dat de eerste van de drie te behandelen vragen weinig tijd zal vergen: er is waarschijnlijk geen werkterrein te noemen waarin de verantwoordelijkheden van de uitvoerende organisatie en van hun klanten zo duidelijk zijn vastgelegd in wetgeving, daaraan gerelateerde regelgeving en verordeningen en in


-3In uw correspondentie datum en kenmerk van deze brief vermelden

jurisprudentie als op het terrein van het minimabeleid. Daardoor zullen de vragen 2 en 3 van uw Stuurgroep Verkenningen centraal kunnen staan.

7. Advies Tegen de achtergrond van de inhoud van deze brief adviseert de Adviesraad VWI uw gemeenteraad met klem: · · Niet in te stemmen met het raadsvoorstel "Minimabeleid 2011" Een delegatie uit uw gemeenteraad op korte termijn de kerntakendiscussie over minimabeleid te laten voeren met een delegatie uit zowel de gemeentelijke dienst die het minimabeleid voorbereidt en uitvoert als uit de Adviesraad VWI De resultaten van die kerntakendiscussie te verwerken in de nog op te stellen raadsopdracht aan het College.

·

De Adviesraad VWI vertrouwt er op dat u ons advies opvolgt omdat er in de huidige omstandigheden geen andere begaanbare weg beschikbaar is om met de vereiste zorgvuldigheid te besluiten over het te voeren minimabeleid. Bovendien spoort ons advies met de werkwijze waartoe uw gemeenteraad besloten heeft.

Met vriendelijke groet,

G. van der Scheer, voorzitter

J.H.M. Hoebe,secretaris


-4In uw correspondentie datum en kenmerk van deze brief vermelden

---- --
---- --
Opvoedingsondersteuning in Apeldoorn: stand van zaken 2010

Jeugdbeleid en Jeugdzorg: dekkende zorgstructuur en praktische samenwerking Anno 2010 is er in Apeldoorn een dekkende zorgstructuur gerealiseerd waarin de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG's) een spilfunctie vervullen. Binnen en vanuit de CJG's vindt de basis dienstverlening plaats voor de leeftijdscategorie -9 maanden tot 23 jaar. Weliswaar vanuit verschillende instellingen, maar voor het beeld van de ouders vanuit 1 organisatie: het CJG. Aansluitend hierop zijn de verschillende zorg- c.q. overlegstructuren georganiseerd zoals de zorgadviesteams (zowel voor de leeftijd 0-4, het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs) en de zorgcoördinatie. Ter ondersteuning wordt hiervoor door de deelnemende organisaties gebruik gemaakt van de Verwijsindex Risicojongeren.

Binnen het CJG is het aanbod opvoedingsondersteuning door de diverse organisaties meer en meer op elkaar afgestemd om dubbelingen in het aanbod te voorkomen. Cursussen opvoedingsondersteuning die bijvoorbeeld door 2 organisaties gegeven werden, worden dat nu nog maar door 1 gedaan (vanuit het CJG), waarin de deskundigheid van de verschillende medewerkers indien nodig gecombineerd wordt.

Het aanbod opvoedingsondersteuning en de samenwerking in de praktijk ziet er schematisch als volgt uit (grote afbeelding zie laatste pagina):

Van beneden naar boven in de piramide:
. Basisaanbod opvoedingsondersteuning
(universele preventie / preventief jeugdbeleid)
. Gespecialiseerde opvoedingsondersteuning (selectieve preventie / jeugdbeleid) . Indicatiestelling (jeugdzorg)
. Geïndiceerde jeugdzorg

Basisaanbod opvoedingsondersteuning: opvoedingsvragen Dit behoort tot de universele preventie (gelijk aanbod voor alle ouders) en is 1 van de taken van het preventief gemeentelijk jeugdbeleid. In de praktijk wordt dit voornamelijk uitgevoerd door de Jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau's en GGD). De Jeugdgezondheidszorg verzorgt de algemene opvoedingsondersteuning vanuit hun reguliere basistakenpakket. Hiervoor wordt ook geen extra subsidie verleend.

Gespecialiseerde opvoedingsondersteuning: opvoedingsspanning Het gespecialiseerde aanbod opvoedingsondersteuning (selectieve preventie: alleen voor doelgroepouders cq. risicogroepen) wordt voornamelijk uitgevoerd door het Opvoedsteunpunt. Het gaat hier bij om opgroei- en opvoedproblemen voor kinderen van 0-23 jaar en hun ouders, met als doel het door vroegtijdig bieden van informatie, advies en begeleiding voorkomen dat opvoedingsvragen uitgroeien tot spanning en/of crisis. Dit betreft opgroei- en opvoedproblemen die te zwaar zijn voor de reguliere Jeugdgezondheidszorg en te licht voor de geïndiceerde Jeugdzorg. Uitgangspunt van het Apeldoorns jeugdbeleid is de hulp zo laagdrempelig mogelijk en zo veel mogelijk binnen de voorliggende voorzieningen aan te bieden: het CJG. Binnen het Opvoedsteunpunt werken orthopedagogen vanuit Vérian, Bureau Jeugdzorg (BJZ) en GSJ Lindenhout samen. Dit bevordert de wederzijdse deskundigheid en versnelt de verwijzing naar de diverse instellingen. Door te kiezen voor orthopedagogen is de benodigde deskundighe id geborgd en kan bij verwijzing naar BJZ de diagnose als input voor de indicatiestelling vast door de orthopedagoog plaatsvinden. Dit versnelt het traject aanzienlijk en is laagdrempelig voor de cliënt. Het Opvoedsteunpunt is een vast onderdeel van het Apeldoorns Jeugdbeleid, vormt de verbinding tussen preventieve en geïndiceerde zorg en realiseert hiermee een volledig aanbod op alle deskundigheden in en vanuit CJG!

Het schoolmaatschappelijk werk is vooral gericht op de doelgroep 4-12 jarigen ten aanzien van risico- en multiproblemgezinnen en biedt ondersteuning voor die doelgroepen in nauwe samenwerking met de basisscholen.

Indicatiestelling (jeugdzorg)
Wanneer het Opvoedsteunpunt signaleert dat geïndiceerde jeugdzorg noodzakelijk is wordt de cliënt door de orthopedagoog van het Opvoedsteunpunt rechtstreeks doorgeleid naar BJZ. De al bekende informatie en eventuele diagnose wordt hierbij overgedragen. Uiteraard kunnen 'zwaardere' cliënten ook rechtstreeks toegeleid worden naar BJZ.

Geïndiceerde jeugdzorg
Na indicatiestelling door BJZ vindt verwijzing plaats naar de geïndiceerde jeugdzorg. In het geval van wachtlijsten bij de geïndiceerde jeugdzorg blijft het Opvoedsteunpunt de cliënt begeleiden tot deze geplaatst is binnen de geïndiceerde jeugdzorg. Hierdoor wordt voorkomen dat de cliënt tussen wal en schip valt en in elk geval in beeld blijft.

Door de opvoedingsondersteuning op verschillende niveau's aan te bieden, zo dicht mogelijk bij de cliënt en zo veel mogelijk geïntegreerd in bestaande voorzieningen en voor de ouders in en vanuit 1 herkenbare organisatie, het CJG, sluit het aanbod maximaal aan bij de verschillende niveau's van de hulpvragen. Dubbelingen worden hiermee voorkomen en indien nodig kan snel en adequaat worden doorverwezen.


-----------------------
Geïndiceerde
zorg

Bureau Jeugdzorg
Ernstige Opgroei- en
Opvoedproblemen

Selectieve preventie

Opvoedsteunpunt
Opvoedingsspanning
Schoolmaatschappelijk werk
Multiproblemgezinnen

Universele preventie

CB, GGD, scholen, PSZ, KDV, HA

Opvoedingsvragen