Rijksoverheid
16 december 2010
Kamervragen VOG
Hierbij stuur ik u het antwoord op vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de
minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het aanvragen van een
verklaring omtrent het gedrag voor invalleerkrachten, met het kenmerk
2010Z17697, (ingezonden 25 november 2010).
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt9Vliegenthart
Antwoorden op vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap over het aanvragen van een verklaring omtrent het
gedrag voor invalleerkrachten.
1
Kunt u toelichten welke regels er gelden voor het aanvragen van een verklaring
omtrent het gedrag voor invalleerkrachten? Hoe worden deze regels
gecommuniceerd naar de scholen?
De wet bepaalt dat, om te kunnen worden benoemd tot leraar, men in het bezit
dient te zijn van een verklaring omtrent het gedrag (VOG). Gezien het belang dat
is gemoeid met de bescherming van kinderen, geldt voornoemde eis zowel voor
leerkrachten in vaste dienst als voor invalleerkrachten. Informatie over de VOG in
het onderwijs is te vinden op de website van de Rijksoverheid.
2
Is het waar dat een invalleerkracht die bijvoorbeeld gedurende tien jaar jaarlijks
op wisselende momenten invalt, in totaal twintig keer een verklaring omtrent het
gedrag moet aanvragen? Zo ja, bent u ook van mening dat dergelijke
bureaucratische verplichtingen vermeden moeten worden?
Als er een invalleerkracht wordt benoemd voor de periode dat wordt ingevallen,
zal er voor die (nieuwe) benoeming bij dezelfde of bij een andere werkgever soms
opnieuw een VOG moeten worden aangevraagd. Dat is echter alleen het geval als
die VOG op het moment van overlegging ouder is dan 6 maanden. Ik ben er me
van bewust dat het opnieuw moeten aanvragen van een VOG als hinderlijk kan
worden ervaren. Het beschermen van de veiligheid van kinderen op school weegt
voor mij echter zwaarder. Het bevoegd gezag kan overigens door een andere
benoemingswijze voor het kort en wisselend vervangen voorkomen dat steeds
weer opnieuw een VOG moet worden aangevraagd. Zo kan een schoolbestuur er
voor kiezen om bijvoorbeeld een 09urencontract aan te gaan met de
invalleerkracht. Ook kan met meerdere schoolbesturen worden aangesloten bij
een vervangingspool. Op die manier wordt de invalleerkracht één keer benoemd
en kan zolang de invalleerkracht onder dat schoolbestuur, of in het geval van een
vervangingspool onder één van die schoolbesturen, invalt worden volstaan met de
oorspronkelijk verleende VOG.
3
Bent u bereid de regels ten aanzien van invalleerkrachten zodanig te versoepelen
dat het aanvragen van een nieuwe verklaring omtrent het gedrag niet verplicht is
zolang leraren voor hetzelfde schoolbestuur werken?
De verplichtte aanvraag van een VOG is verbonden aan het aangaan van een
nieuwe dienstbetrekking omdat bij een nieuwe benoeming het risico het grootst is
dat het bevoegd gezag onwetend blijft van een eventuele veroordeling wegens
een strafbaar feit. Om dit risico te verkleinen is destijds bij wetgeving de
geldigheidsduur bij een (nieuwe) benoeming teruggebracht tot 6 maanden. Ik
voel er niet voor om door een versoepeling dit risico weer te vergroten. In het
voorgaande antwoord heb ik al aangegeven hoe de last voortvloeiend uit de
wettelijke verplichtingen kan worden verminderd zonder dat het risico van een
onveilige situatie voor de kinderen wordt vergroot.