Rijksoverheid


Onze referentie AV/PB/2010/24602

Datum 17 december 2010

antwoorden op de Kamervragen over langer doorwerken in de zorg voor hetzelfde pensioen.

Uw referentie 2010Z18442

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Vermeij (PvdA) over langer doorwerken in de zorg voor hetzelfde pensioen. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp

Pagina 1 van 3

2010Z18442 Vragen van het lid Vermeij (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over langer doorwerken in de zorg voor hetzelfde pensioen (ingezonden 3 december 2010) 1 Hebt u kennisgenomen van het bericht `Pensioenfonds zorg gaat uit van langer werken'? 1 Antwoord op vraag 1. Ja. 2 Acht u het wenselijk dat een pensioenfonds vooruit loopt op eventuele wetgeving aangaande verhoging van de AOW-leeftijd en dus langer doorwerken? Deelt u de zorg dat belangen van deelnemers geschaad kunnen worden als niet eerst wetgeving over langer doorwerken wordt afgewacht? Antwoord op vraag 2. Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) heeft ­ als alle fondsen ­ te maken met de gevolgen van de stijgende levensverwachting en van ontwikkelingen op de financiële markten voor de vermogenspositie. Als onderdeel van een breder pakket heeft PFZW besloten de opbouw van het pensioen in 2011 te verlagen van 2,05% naar 1,95% van de pensioengrondslag. Deelnemers van PFZW kunnen de gevolgen hiervan compenseren door enkele maanden langer door te werken. PFZW kent een flexibele ingangsdatum voor het ouderdomspensioen. Deelnemers kunnen kiezen voor pensionering vóór, op of na 65 jaar. De verlaging van de pensioenopbouw in 2011 staat los van de kabinetsvoornemens met betrekking tot de AOW-leeftijd. Het is in het belang van de deelnemers dat PFZW zijn vermogenstekort snel aanpakt en daarmee niet wacht tot na de wetgeving over de AOW-leeftijd. 3 Hoe beoordeelt u de situatie dat in een bedrijfstak waar grote tekorten van arbeidskrachten zijn en nog meer worden verwacht, de pensioenopbouwrechten van werknemers worden verlaagd terwijl de opgebouwde rechten van gepensioneerden in deze bedrijfstak niet worden gekort, anders dan het nietindexeren van de rechten? In hoeverre vindt u dit een evenwichtige belangenafweging voor alle deelnemers van het fonds? Antwoord op vraag 3. Naast de hierboven genoemde verlaging van de pensioenopbouw verhoogt PFZW in 2011 de pensioenpremie en wordt afgezien van indexatie. Deze maatregelen hebben gevolgen voor werkgevers, werknemers (deelnemers) en gepensioneerden. Het fonds acht deze maatregelen evenwichtig en noodzakelijk voor een betaalbaar en toekomstbestendig pensioen. Het is niet aan mij om een oordeel te hebben over deze beslissing.

Datum 17 december 2010 Onze referentie AV/PB/2010/24602


1


1) Nu.nl, `Pensioenfonds zorg gaat uit van langer werken', 30 november 2010

Pagina 2 van 3


4 Deelt u de mening dat dit voornemen tot verlagen van opbouwrechten niet zal leiden tot meer animo om in de zorg te blijven en gaan werken, en dat dit wellicht een averechts effect kan hebben op het werven van nieuwe arbeidskrachten in de zorg? Antwoord op vraag 4. De aanpak van het tekort aan arbeidskrachten is primair de verantwoordelijkheid van de sector en daarmee van werkgevers en sociale partners. Arbeidsvoorwaarden zijn ­ naast de aard van het werk en de arbeidsomstandigheden ­ van belang voor de aantrekkingskracht van de sector. Het pensioen is onderdeel van het totale arbeidsvoorwaardenpakket en kan hierbij dus een rol spelen. Als de deelnemers van PFZW de lagere opbouw compenseren door (iets) langer door te werken, heeft dat als zodanig een positief effect op het arbeidsaanbod in de zorg. Een voortvarende aanpak om het pensioen toekomstbestendig te maken, kan overigens de aantrekkingskracht van de zorg ook vergroten.

Datum 17 december 2010 Onze referentie AV/PB/2010/24602

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp

Pagina 3 van 3

---- --