Gerechtshof Arnhem


Uitspraken in de zaak van Saban B. en vijf andere verdachten

Arnhem, 20 december 2010 â Vandaag heeft de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Arnhem (als nevenzittingsplaats van het gerechtshof Amsterdam) arrest gewezen in de zaken tegen zes verdachten uit het zogenaamde Sneep-onderzoek. Dit opsporingsonderzoek onder leiding van de Landelijk Parket richtte zich tegen een grote groep personen, die ervan werd verdacht zich onder meer schuldig te hebben gemaakt aan mensenhandel ten opzichte van een aantal prostituees in onder andere Amsterdam en Utrecht en aan deelname aan een criminele organisatie. De zaken zijn door het openbaar ministerie in gedeeltes aan de rechter voorgelegd en vandaag is arrest gewezen in het eerste gedeelte (zes verdachten), de zogenaamde Sneep-1-zaak, waarbij onder meer de zaak tegen Saban B. is beoordeeld.

Bij de rechtbank
De rechtbank Almelo (als nevenzittingsplaats van de rechtbank Utrecht) had bij vonnissen van 11 juli 2008 in de zaken tegen deze zes verdachten gevangenisstraffen opgelegd van 7,5 jaar aan Saban B., 2,5 jaar aan Hasan B. en Ufuk T., 3 jaar aan Bekir I., 2 jaar en 2 maanden aan Mesut D en 8 maanden aan Moiz C. De rechtbank had verder een aantal vorderingen tot schadevergoeding van benadeelde partijen al dan niet gedeeltelijk toegewezen.

Tegen de vonnissen hebben zowel de verdachten als het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof in Arnhem.

Bij het gerechtshof
In hoger beroep hebben meerdere terechtzittingen plaats gevonden en in de zaken van verdachten is sinds het instellen van het hoger beroep nog nieuw onderzoek verricht. Er zijn vele getuigen gehoord in binnen- en buitenland door zowel de rechter-commissaris als de raadsheer-commissaris en ook zijn er getuigen ter terechtzitting gehoord in diverse zaken. Tijdens de terechtzittingen is verder een aantal afgeluisterde telefoongesprekken beluisterd. Nu, na ongeveer twee en een half jaar, heeft het gerechtshof in deze omvangrijke zaak einduitspraak gedaan.

Het gerechtshof is in de zaken tegen Saban B., Hasan B., Bekir I. en Ufuk T. tot veroordelingen gekomen ter zake van onder meer mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie.

Het hof heeft deze verdachten veroordeeld tot respectievelijk 7 jaar en 9 maanden gevangenisstraf en een geldboete van ⬠150.000,-- (voor Saban B.), 1 jaar en 9 maanden gevangenisstraf en een geldboete van ⬠25.000,-- (voor Hasan B.), 4 jaar en 9 maanden gevangenisstraf en een geldboete van ⬠100.000,-- (voor Bekir I.) en 2 jaar en 9 maanden gevangenisstraf en een geldboete van ⬠50.000,-- (voor Ufuk T.). Daarbij heeft het gerechtshof de verdachten zwaar aangerekend dat er in georganiseerd verband een aantal vrouwen is uitgebuit, waarbij dwang en geweld niet werden geschuwd.

Niet alle feiten die hen werden verweten, zijn bewezenverklaard. Zo is bijvoorbeeld in geen enkele zaak die ter beoordeling aan het gerechtshof was voorgelegd, komen vast te staan dat er sprake zou zijn geweest van gedwongen abortus, borstvergroting of aanbrengen van tatoeages, iets wat in de media eerder veel aandacht heeft gekregen.

Het gerechtshof heeft verder bij de strafoplegging rekening gehouden met het feit dat in het onderzoek tegen verdachten door de opsporingsinstanties gehandeld is in strijd met de wettelijke regels over de zogenaamde âgeheimhoudersgesprekkenâ (gesprekken met bijvoorbeeld artsen en advocaten), doordat deze gesprekken niet alleen opgenomen waren maar ook niet meteen, zoals voorgeschreven, vernietigd zijn. In verband met dit vormverzuim is op de op te leggen straf bij deze verdachten telkens 3 maanden in mindering gebracht.

Het gerechtshof heeft de vordering tot schadevergoeding van twee van de benadeelde partijen toegewezen. De overige benadeelde partijen zijn, omdat de verdachten van de feiten die op die benadeelde partijen betrekking hebben zijn vrijgesproken, niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering.

In twee zaken, tegen Mesut D. en Moiz C. is het hof gekomen tot vrijspraak van de ten laste gelegde feiten.

In alle arresten wordt door het hof uitvoerig ingegaan op de stellingen van het openbaar ministerie en de verdediging. Het hof besteedt in de motivering veel aandacht aan de genoegzaamheid van het bewijs en de betrouwbaarheid van het bewijsmateriaal.

De uitspraken zullen zo spoedig mogelijk worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Zie het origineel
Bron: Gerechtshof Arnhem Datum actualiteit: 20 december 2010 Naar boven