Ingezonden persbericht


P e r s b e r i c h t

Tijgermuggen, Oost-Aziatische boktor en Atlantische dwergschubmier in opmars:

STRENGE WINTER GEEN REMEDIE TEGEN TROPISCHE INSECTEN

Breda, 17 december 2010 - Ook als de voorspellingen van een strenge winter uitkomen, zal dat niet helpen om de opmars van tropische insecten in ons land tegen te gaan. Daarom moeten reizigers beter checken of ze geen insecten als 'verstekelingen' in de bagage mee terug nemen van buitenlandse reizen. En als er dan toch vreemde insecten in huis zitten, moet het publiek eerder alarm slaan.

Dat stelt Danny Simons,Technisch Assistent van plaagdierbeheersings- en hygiënebedrijf Anticimex,naar aanleiding van de veelheid aan uitzonderlijke insectenplagen waarbij de laatste jaren steeds

vaker de hulp van dit bedrijf ingeroepen werd. Door klimaatveranderingen en aantrekkende buitenlandse handel, grijpen insecten uit warmere werelddelen steeds meer de kans om zich ook in

onze streken te vestigen.

Onbekende ziektes

Het gevaar van de opmars van tropische insecten schuilt vooral in de onbekendheid met tropische ziektes die deze insecten overdragen. Deskundigen zijn al langere tijd van deze ongewenste

ontwikkeling op de hoogte, maar het brede publiek nog niet. Dat is voor vroegtijdige herkenning en adequate bestrijding echter wel essentieel. Anticimex roept daarom het publiek op om alert te zijn,

aangezien alleen snelle en doelmatige bestrijding kan verhinderen dat dergelijke plaagdieren écht een groot probleem worden.

Overlast mini-miertjes

Een voorbeeld van een plaag waar de hulp van het publiek essentieel was, is de'Atlantische dwergschubmier', die deze zomer grote overlast veroorzaakte in een woonwijk in Zeeland.

Aangezien het een uitzonderlijke plaag was, waren de bestrijders afhankelijk van meldingen van de bewoners. Pas toen deskundigen van Anticimex aan de slag konden, werd bekend om welke soort het ging, en kon men uitzoeken hoe de mieren succesvol in valletjes gelokt en verantwoord verdelgd konden worden. Dat was wel nodig ook, want er waren al nesten met gevleugelde exemplaren aangetroffen, waardoor de mieren op het punt van uitvliegen stonden - en zich over een groter gebied hadden kunnen verspreiden.

Warm klimaat

Volgens Simons is niet bekend waar deze plaag precies door veroorzaakt is. "Dwergschubmieren komen in Noordwest Europa nauwelijks voor. Het lijkt er dus op, dat deze nietige mierensoort bezig

is aan een opmars naar het noorden - met de nodige overlast en mogelijk een ontwrichting van het bestaande ecosysteem tot gevolg."

Waarom dat juist nu gebeurt, is niet duidelijk. Simons: "Misschien zijn ze per ongeluk geïmporteerddoor toeristen of bedrijven uit Spanje, Portugal, Marokko of Algerije. Ook de klimaatverandering kan

een rol spelen, waardoor de leefomstandigheden in onze gebieden wellicht gunstiger zijn geworden voor deze van oorsprong mediterrane soort. Ik moet nog zien of ze een echt strenge winter zouden overleven.!,' zegt Simons.

Opletten met vakantie

Andere voorbeelden van de opmars naar het noorden, zijn de Tijgermug, de Aziatische boktor en de Gele Koortsmug. Soms komen dergelijke insecten mee met bedrijfsmatig ingevoerde planten of

voedingswaren in zeecontainers. Maar de toerist moet ook opletten. Simons: "We hebben ontdekt dat insectenlarven soms in houten souvenirs meeliften. En let ook op souvenirs van natuurlijke oorsprong zoals kleedjes en dergelijke. Anticimex raadt vakantiegangers en reizigers daarom aan, koffers en tassen goed te checken op vliegende of kruipende insecten alvorens terug te reizen. Net zoals de miertjes dit jaar in Zeeland, overleven dergelijke insecten makkelijk een strenge winter, dus dat kunnen we maar beter voor zijn." aldus Simons.