OM in appel tegen vrijspraken relschoppers
21 december 2010 - Arrondissementsparket Alkmaar
Het Openbaar Ministerie is tegen tien vrijspraken van openlijke
geweldpleging bij café Leve de Lol in Alkmaar op 28 augustus 2010 in
hoger beroep gegaan. In totaal zijn van de 31 aangehouden personen er
29 op zitting geweest. De zaken tegen twee minderjarigen zijn door het
OM geseponeerd.
Zeven van de 29 zijn veroordeeld. Volgens de rechtbank is bewezen dat
zij zelf geweld hebben gepleegd. Een van de verdachten is veroordeeld
omdat hij een organiserende rol zou hebben gehad. Daarmee is volgens de
rechtbank een voldoende significante en wezenlijke bijdrage geleverd
aan het gepleegde geweld.
22 verdachten zijn vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat er geen
bewijs was dat zij zelf geweld hebben gepleegd. Ook hebben zij geen
voldoende significante en wezenlijke bijdrage aan het (door anderen
gepleegde) geweld geleverd. Zij hebben slechts meegelopen en de groep
daarmee getalsmatig versterkt. Het meelopen in een groep is volgens de
rechtbank niet genoeg om tot een veroordeling te komen.
Het Openbaar Ministerie is ook van mening dat het meelopen met een
groep op zich niet voldoende is voor een veroordeling ("Je bent erbij
dus je was erbij"). Maar het OM meent wel dat het meelopen in de groep
heeft bijgedragen aan een sfeer van ontremming. Uit jurisprudentie komt
naar voren dat dit kan leiden tot een bewezenverklaring. Hoewel niet
van iedereen individueel bewezen kan worden dat zij geweld pleegden of
het geweld aanmoedigden zorgden zij wel voor een sfeer van ontremming.
In homogeen verband liepen zij naar het café, waarbij leden van de
groep de armen omhoog staken en leuzen scandeerden. Op die manier is
gezorgd voor de sfeer van ontremming. Iedereen wist of kon weten wat er
ging gebeuren.
Het Openbaar Ministerie is niet in alle zaken in beroep gegaan. Niet
van alle verdachten kan worden bewezen dat ze het laatste stuk naar het
café hebben meegelopen en dus dusdanig dicht bij het café waren dat zij
een rol van betekenis hebben kunnen spelen.
Openbaar Ministerie