Partij van de Arbeid

Partij van de Arbeid


Den Haag, 21 december 2010

Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie

over het verbieden van de vereniging Martijn


1. Kent u het bericht "Aangifte tegen pedofielenvereniging Martijn" (Telegraafsite 20-12-2010) en herinnert u zich de antwoorden van 18 juni 2010 op de Kamervragen van het lid Arib van 27 mei 2010 over de vereniging Martijn?


2. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de afhandeling van de aangifte die op 25 mei 2010 tegen de vereniging Martijn is gedaan? Zijn er nog andere aangiften tegen deze vereniging gedaan, bijvoorbeeld door de in het artikel genoemnde mevrouw? Is het OM een strafrechtelijk onderzoek gestart? Zo ja, waar heeft dit onderzoek toe geleid en is er sprake van een (mogelijk) verbod van de vereniging? Zo nee, waarom niet?


3. Bent u gezien uw antwoord "reeds het uitdragen ervan {de denkbeelden van de vereniging Martijn} impliceert het vergoelijken van seksuele handelingen met kinderen" van mening dat de vereniging Martijn met die denkbeelden strafbare feiten vergoelijkt? Zo ja, kan het vergoelijken van strafbare feiten op zichzelf een strafbaar feit opleveren en heeft u concrete voorbeelden van "strafbare vergoelijking"? Zo nee, hoe moet uw antwoord dan wel worden gelezen?


4. Als er bij huiszoeking bij (bestuurs)leden van de vereniging Martijn kinderporno wordt aangetroffen, kan dit dan ook strafrechtelijke of andere gevolgen hebben voor de vereniging zelf? Zo ja, welke gevolgen zijn dan mogelijk? Zo nee, waarom niet?


5. Onder welke voorwaarden kan iemand bij wie kinderporno wordt aangetroffen zich effectief verweren met het argument dat dat materiaal wetenschappelijke doeleinden diende? Kan iemand bij wie thuis wapens of harddrugs worden aangetroffen zich verweren door te stellen dat dat materiaal wetenschappelijke doeleinden moest dienen?


6. Controleert de politie de site van de vereniging Martijn op informatie die mogelijk strafrechtelijke gevolgen kan hebben? Zo ja, hoe vaak gebeurt dit en heeft dit al geleid tot concrete actie tegen de genoemde vereniging? Zo nee, waarom niet?


7. Biedt de vereniging Martijn de mogelijkheid om via een forum op de website te communiceren over pedofilie in het algemeen en verboden seksuele handelingen met kinderen in het bijzonder? Zo ja, draagt de vereniging dan wel de moderator van dat forum dan wel degene die het publiceren van dat forum technisch mogelijk maakt, enige verantwoordelijkheid voor de inhoud van dat forum? Zo ja, tot hoever kan die verantwoordelijkheid gaan, mede in het licht van de vervolgingsuitsluitingsgronden van de artikelen 53, 54 en 54a Sr? Zo nee, zijn dan louter degenen die teksten op dat forum plaatsen zelf verantwoordelijk daarvoor?


8. Kan het door een vereniging aanbieden van een internetforum of een ander communicatiemiddel leiden tot het verschaffen van gelegenheid tot het plegen van een strafbaar feit of tot andere vormen van deelneming aan een strafbaar feit? Zo ja, is onderzocht of daar in het geval van de vereniging Martijn sprake van is (geweest) en wat was de conclusie van dat onderzoek? Zo nee, waarom niet?


9. Waarom is de vereniging Martijn (nog) niet op basis van artikel 2.20 eerste lid BW vanwege strijdigheid met de openbare orde verboden?


10. Bent u in het licht van hetgeen er sinds de vorige Kamervragen bij het Openbaar Ministerie of uzelf over de vereniging Martijn is bekend geworden nog steeds de mening toegedaan dat de wettelijke bepalingen om rechtspersonen die aanzetten tot seksueel geweld tegen kinderen te verbieden, adequaat zijn? Zo ja, bent u van mening dat de vereniging Martijn verboden zou moeten worden en welke wettelijke maatregel gaat daartoe dienen? Zo nee, welke wettelijke maatregelen gaat u voorbereiden?


11. Hebt u in het kader van uw aanwijzigingsbevoegdheid overwogen het Openbaar Ministerie op te dragen de vereniging Martijn te vervolgen? Zo ja, gaat u alsnog van deze bevoegdheid gebruik maken? Zo nee, waarom niet?