Provincie Zuid-Holland

Fusie waterschappen pakt goed uit

In 2005 is het aantal waterschappen in Zuid-Holland teruggebracht van veertien naar vijf. De provincie heeft een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren of de fusies het gewenste resultaat hebben gehad. De uitkomsten van het onderzoek zijn positief. De grootschaliger waterschappen blijken beter in staat om hun taken te vervullen.

De vijf Zuid-Hollandse waterschappen zijn: het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, waterschap Hollandsche Delta, hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, het hoogheemraadschap van Rijnland en het hoogheemraadschap van Delfland (niet gefuseerd). Het doel van de fusies was het scheppen van "krachtige organisaties die bestuurlijk, inhoudelijk en organisatorisch de groter wordende wateropgave voor een termijn van tenminste 15 jaar aan zouden kunnen."

De conclusie van het onderzoek is dat de reorganisatie heeft geleid tot bestuurlijk en organisatorisch professionele waterschappen, die integraal verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de waterkwantiteit, de waterkwaliteit en de waterveiligheid binnen hun gebied. Het waterbeheer is op een efficiënte manier georganiseerd met relatief beperkte lasten voor burgers en bedrijven. De onderzoekers zien geen redenen voor verdere schaalvergroting.

Een aanbeveling van de onderzoekers is het verbeteren van de samenwerking tussen overheden, in het bijzonder tussen de waterschappen en de provincie. Het opnieuw afbakenen van rollen en de taken is daarbij een aandachtspunt. In het voorjaar van 2011 wordt een bestuursakkoord afgesloten tussen het Rijk, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dat akkoord biedt aanknopingspunten voor een betere taakverdeling. Op korte termijn worden werkafspraken gemaakt tussen provincie en waterschappen om de samenwerking te verbeteren.