Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht
PB10-084 23 december 2010 9.30 uur

Licht herstel banengroei houdt aan


* In derde kwartaal nog 13 duizend banen minder dan een jaar eerder
* Maar meer banen dan in het tweede kwartaal

* Zorg en uitzendbranche dragen de banengroei

* Feitelijke loonstijging gelijk aan cao-loonstijging
* Loonkostenstijging 1,3 procent

In het derde kwartaal van 2010 waren er 13 duizend banen van werknemers minder dan in het derde kwartaal van 2009. Dit is een daling van 0,2 procent. Vergeleken met het tweede kwartaal waren er, na correctie voor seizoensinvloeden,11 duizend banen meer. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Het aantal banen in het bedrijfsleven was 71 duizend lager dan een jaar eerder. Deze daling is aanzienlijk kleiner dan in de voorgaande kwartalen. De daling is relatief nog groot in de bouw en bij de financiële instellingen. In de handel en in de horeca is er geen banenverlies meer. De sterke groei van de werkgelegenheid in de niet-commerciële dienstverlening hield aan. In vergelijking met een jaar eerder waren er 57 duizend banen meer. Het overgrote deel van deze groei is toe te schrijven aan de zorg, met een plus van 47 duizend. Er werken ook meer mensen bij de overheid en in het onderwijs dan een jaar eerder. In vergelijking met het tweede kwartaal steeg het aantal banen, na seizoencorrectie, met 0,1 procent. Dit is het tweede kwartaal op rij met groei na vijf kwartalen van krimp. De kwartaal op kwartaalgroei is wel minder dan in het voorgaande kwartaal. De groei is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan meer uitzendbanen. Werkgevers kiezen in de eerste fase van economisch herstel veelal voor de inzet van werknemers met flexibele arbeidscontracten. De lonen van werknemers per arbeidsjaar waren in het derde kwartaal 1,1 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2009. Deze loonstijging is gelijk aan de cao-loonstijging van 1,1 procent. Promoties en variabele beloningselementen zoals bonussen, provisies en overwerkvergoedingen hadden per saldo geen opwaarts effect op de lonen. De loonkosten per arbeidsjaar, waarin ook de werkgeverspremies zijn opgenomen, stegen met 1,3 procent iets sterker dan de lonen. Dit komt door gestegen werkgeverspremies voor werkloosheid en de zorgverzekering.

www.cbs.nl

CBS Persbericht PB10-084

pagina 1 van 7

Banen van werknemers
x 1 000 8 100 8 000 7 900 7 800 7 700 7 600 7 500 7 400 7 300 I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Oorspronkelijk

Seizoengecorrigeerd

Bron: CBS

Technische toelichting
Achtergrondinformatie over de ramingen Net als bij de economische groei worden ook van banen en lonen meerdere ramingen samengesteld en gepubliceerd over een kwartaal. De eerste raming of flash-raming van de banenontwikkeling wordt uiterlijk 45 dagen na afloop van een kwartaal gepubliceerd in het persbericht economische groei. De cijfers van de eerste raming kunnen wijzigen op grond van nieuwe statistische broninformatie die nadien beschikbaar komt. In de tweede raming die uiterlijk 90 dagen na afloop van een kwartaal wordt gepubliceerd, is deze nieuwe en meer uitgebreide statistische informatie verwerkt. Op dat moment komen bovendien meer detailgegevens beschikbaar plus informatie over de ontwikkeling van de loonkosten. Bij de afsluiting van het vierde kwartaal komt tevens de eerste raming van het jaar gereed en worden de eerste drie kwartalen opnieuw vastgesteld. De kwartaalgegevens worden eenmaal per jaar in juni geijkt aan de jaarcijfers van de Nationale rekeningen die volgens een vaste cyclus van drie opeenvolgende ramingen (voorlopige raming, nader voorlopige raming en definitieve raming) worden herzien. Ook hier is sprake van steeds betere en meer gedetailleerde statistische informatie op basis waarvan de ramingen kunnen worden verrijkt. Deze herijkte gegevens worden gepubliceerd bij het beschikbaar komen van de gegevens over banen en lonen over het eerste kwartaal.

CBS Persbericht PB10-084

pagina 2 van 7

Overboekingen De banen van werknemers die vóór 2010 werkzaam waren bij de Informatie Beheergroep (IBG) werden geboekt bij de bedrijfstak zakelijke dienstverlening. Na de fusie van de IBG per 1 januari 2010 met de Centrale Financiën Instellingen (CFI) tot de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) worden zij geboekt bij de bedrijfstak openbaar bestuur. De overboeking betreft 2 duizend banen. Voor deze overboeking zijn de tijdreeksen niet gecorrigeerd. De banen van werknemers die vóór 2009 werkzaam waren bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) werden geboekt bij de bedrijfstak zakelijke dienstverlening. Na de fusie van het CWI per 1 januari 2009 met het Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen (UWV) worden zij geboekt bij de bedrijfstak openbaar bestuur. De overboeking betreft 4 duizend banen. Voor deze overboeking zijn de tijdreeksen niet gecorrigeerd. Vergelijkbaarheid loongegevens over 2009 en 2010 Bij het samenstellen van de cijfers over de kwartalen van 2010 is een verbeterde verwerkingssystematiek toegepast voor een deel van het bronmateriaal. Het betreft de zogenoemde vierwekenaangiften voor de polisadministratie. Voor het jaarcijfer 2009 is de nieuwe systematiek nog niet toegepast. Dit gebeurt, in overeenstemming met de releasepolitiek van de Nationale rekeningen, in juni 2011 als voor het jaar 2009 een tweede raming wordt gemaakt. Om toch een goed beeld te kunnen geven van de loonontwikkeling is voor het jaar 2009 een raming gemaakt van de loonontwikkeling in overeenstemming met de verbeterde verwerkingsystematiek van vierweken aangiften. Deze raming is in de tabellen 4 en 5 tussen haakjes opgenomen. Bronnen en definities De gegevens in dit persbericht zijn ontleend aan de Arbeidsrekeningen die deel uitmaken van de Nationale rekeningen. Bij het samenstellen van de Arbeidsrekeningen worden diverse bronnen met arbeidsgegevens geïntegreerd tot een samenhangend stelsel. De gegevens in dit persbericht hebben uitsluitend betrekking op banen van werknemers. Zelfstandigen blijven dus buiten beschouwing. Het aantal banen van werknemers in de Arbeidsrekeningen is het gemiddelde aantal banen in een kwartaal of in een jaar. Voor de banen worden ook seizoengecorrigeerde kwartaalcijfers gepubliceerd. Hierdoor is vergelijking van kwartaal op kwartaal mogelijk. Omslagen in de ontwikkeling worden bij seizoengecorrigeerde cijfers eerder zichtbaar. De seizoengecorrigeerde cijfers van voorgaande kwartalen kunnen bij toevoeging van een nieuw kwartaal fractioneel veranderen door herberekening van het seizoenpatroon. Het arbeidsvolume is berekend in arbeidsjaren. Daarbij worden alle (deeltijd)banen omgerekend naar voltijdbanen. Twee halve banen leveren samen dus één arbeidsjaar op. Arbeidsjaar en voltijdbaan worden hier gebruikt als synoniemen. De gegevens over loonkosten in dit persbericht zijn gebaseerd op de beloning van werknemers volgens de Nationale rekeningen. De beloning omvat twee hoofdcomponenten: lonen enerzijds en sociale premies die de werkgever betaalt anderzijds. De post lonen omvat naast het bruto loon in geld ook loon in natura en onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals kosten woon-werkverkeer). De sociale premies

CBS Persbericht PB10-084

pagina 3 van 7

omvatten de werkgeversbijdragen voor onder meer werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, zorgverzekering en pensioen. Een bijzondere vorm van loonkosten zijn de betalingen aan werknemers voor niet-gewerkte uren in verband met ziekte en/of weerverlet. Deze betalingen worden op grond van de richtlijnen van het Europese systeem van rekeningen tot de sociale premies gerekend. Op grond van dezelfde richtlijnen zijn loonkostensubsidies en afdrachtverminderingen niet in mindering gebracht op de beloning van werknemers volgens de Nationale Rekeningen. Voorbeelden zijn de werktijdverkortingsregeling en de regeling deeltijd-WW van het Ministerie van SZW. Extra werkgeversbijdragen aan pensioenen die verband houden met de sterk gedaalde dekkingsgraad van ondernemingspensioenfondsen, worden niet tot de beloning van werknemers gerekend, maar als kapitaaloverdracht van de betreffende onderneming aan haar (ondernemings-)pensioenfonds. Extra werkgeverslasten aan pensioenen voor bedrijven die onder een bedrijfstakpensioenregeling vallen, worden echter wel tot de beloning van werknemers gerekend.

CBS Persbericht PB10-084

pagina 4 van 7

Tabel 1. Banen van werknemers naar bedrijfstak 2008 2009 2009 III 1000 banen Landbouw en visserij Industrie
1)

2010 IV I II III

129 950 395 1 322 297 468 284 1 575 514 463 1 223 351 7 969

126 923 388 1 316 292 455 278 1 496 527 469 1 262 354 7 887

138 916 386 1 313 299 454 278 1 500 525 462 1 262 349 7 882

126 907 382 1 312 288 449 276 1 481 532 471 1 278 358 7 861

112 897 376 1 296 278 442 262 1 398 541 481 1 296 353 7 732

125 899 380 1 308 299 446 266 1 450 542 479 1 309 360 7 862

137 896 376 1 313 303 446 262 1 480 533 465 1 309 348 7 869 #

Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening Totaal

%-verandering t.o.v. dezelfde periode van het voorgaande jaar Landbouw en visserij Industrie 1)


-2,4 1,2 0,7 2,4 2,2 1,2 -0,6 2,9 -0,3 2,3 1,6 2,7


-2,1 -2,8 -1,8 -0,5 -1,7 -2,6 -2,1 -5,0 2,5 1,5 3,2 0,9


-1,8 -3,8 -2,9 -1,4 -2,3 -3,3 -2,2 -6,5 2,6 1,9 3,1 0,2


-1,1 -4,8 -3,4 -1,4 -2,5 -4,0 -2,7 -6,4 3,8 0,9 3,8 0,4


-1,1 -4,6 -3,9 -1,7 -0,8 -4,1 -5,7 -6,9 3,3 1,9 3,8 0,7


-1,1 -3,3 -3,1 -0,9 0,1 -2,6 -5,6 -3,4 2,8 1,4 3,9 0,6


-0,6 -2,2 -2,6 0,0 1,3 -1,8 -5,7 -1,3 1,5 0,6 3,7 -0,2

Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Gesubsidieerd onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en overige dienstverlening

Totaal

1,7


-1,0


-1,8


-1,8


-1,9


-0,8


-0,2

#

1) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting.

Bron: CBS

CBS Persbericht PB10-084

pagina 5 van 7

Tabel 2. Banen van werknemers naar economische activiteit, seizoengecorrigeerd # 2008 2009 2009 2010 III 1000 banen Landbouw en visserij Industrie
1)

IV

I

II

III

129 950 395 2 086 1 859 2 550 7 969

126 923 388 2 063 1 774 2 612 7 887

125 916 385 2 051 1 756 2 619 7 852

126 906 382 2 048 1 737 2 642 7 842

125 899 379 2 040 1 702 2 660 7 806

125 898 378 2 045 1 715 2 673 7 833

125 896 375 2 048 1 721 2 680 7 844

Bouwnijverheid Handel, horeca, vervoer, communicatie Financiële- en zakelijke dienstverlening Niet commerciële dienstverlening Totaal

%-verandering t.o.v. voorgaande periode Landbouw en visserij Industrie 1)


-2,4 1,2 0,7 2,1 2,3 1,5


-2,1 -2,8 -1,8 -1,1 -4,5 2,4


-0,7 -1,4 -1,2 -0,8 -1,4 0,6

0,9 -1,1 -0,8 -0,2 -1,1 0,9


-1,0 -0,8 -0,7 -0,4 -2,0 0,7


-0,3 -0,2 -0,5 0,2 0,8 0,5


-0,2 -0,2 -0,6 0,1 0,3 0,3

Bouwnijverheid Handel, horeca, vervoer, communicatie Financiële- en zakelijke dienstverlening Niet commerciële dienstverlening

Totaal

1,7


-1,0


-0,6


-0,1


-0,5

0,3

0,1

1) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting.

Bron: CBS Tabel 3. Arbeidsvolume van werknemers naar economische activiteit 2008 2009 2009 2010 III IV I II III

%-verandering t.o.v. dezelfde periode van het voorgaande jaar Landbouw en visserij Industrie 1)


-1,7 0,8 0,5 1,7 2,5 1,2 1,5


-1,8 -2,8 -1,8 -1,3 -3,8 2,3 -1,0


-1,7 -3,8 -3,0 -2,1 -5,2 2,3 -1,8


-0,9 -4,8 -3,4 -2,4 -5,2 2,7 -1,8


-1,3 -4,6 -4,0 -2,4 -6,4 2,9 -2,0


-1,1 -3,4 -3,2 -1,3 -3,8 2,6 -1,0


-0,6 -2,2 -2,7 -0,4 -2,3 2,0 -0,5
#

Bouwnijverheid Handel, horeca, vervoer, communicatie Financiële- en zakelijke dienstverlening Niet commerciële dienstverlening Totaal

1) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting.

Bron: CBS

CBS Persbericht PB10-084

pagina 6 van 7

Tabel 4. Lonen per arbeidsjaar naar economische activiteit 2009 1) 2010 I II III

%-verandering t.o.v. dezelfde periode van het voorgaande jaar Landbouw en visserij Industrie 2)

4,6 (4,0) 1,9 (1,8) 3,4 (2,3) 1,7 (1,4) 2,1 (1,9) 2,7 (2,7) 2,2 (1,9)

2,0 2,6 -0,3 0,2 1,1 0,3 0,5
e e e

3,4 2,0 2,1 1,1 1,8 1,0 1,3

3,2 1,3 1,4 1,3 1,8 0,3 1,1

Bouwnijverheid Handel, horeca, vervoer, communicatie Financiële- en zakelijke dienstverlening Niet commerciële dienstverlening Totaal

1) Vanwege methodische verschillen zijn de loonmutaties voor het 1 , 2 en 3 kwartaal van 2010 niet volledig vergelijkbaar met die van het jaar 2009. Tussen haakjes is een raming voor de loonmutatie 2009 opgenomen die wel volledig vergelijkbaar is met de kwartaalcijfers van 2010 (zie technische toelichting). 2) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven.

Bron: CBS

Tabel 5. Loonkosten per arbeidsjaar naar economische activiteit 2009 1) 2010 I II III

%-verandering t.o.v. dezelfde periode van het voorgaande jaar Landbouw en visserij Industrie 2)

4,6 (3,9) 2,1 (2,0) 3,7 (2,5) 1,5 (1,3) 2,0 (1,8) 2,7 (2,7) 2,2 (2,0)

2,4 2,9 1,0 0,3 1,1 0,5 0,8

3,8 2,3 2,9 1,2 1,9 1,1 1,5

3,8 1,6 1,3 1,6 1,9 0,7 1,3

Bouwnijverheid Handel, horeca, vervoer, communicatie Financiële- en zakelijke dienstverlening Niet commerciële dienstverlening Totaal

1) Vanwege methodische verschillen zijn de loonkostenmutaties voor het 1e, 2e en 3e kwartaal van 2010 niet volledig vergelijkbaar met die van het jaar 2009. Tussen haakjes is een raming voor de loonkostenmutatie 2009 opgenomen die wel volledig vergelijkbaar is met de kwartaalcijfers van 2010 (zie technische toelichting). 2) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven.

Bron: CBS

CBS Persbericht PB10-084

pagina 7 van 7


---- --