Rijksoverheid


Ons kenmerk DMO/SSO-3038685 Bijlagen 1 Uw brief 17 november 2010 Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.

Datum 23 december 2010

Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Voordewind en Rouvoet (beiden ChristenUnie) over eerwraak (201016956).

Hoogachtend, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

mw. drs. M.L.L.E. van Veldhuijzen van Zanten-Hyllner



Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Voordewind en Rouvoet over eerwraak. (201016956)


1. Heeft u kennisgenomen van het NCRV-programma `3DOCs code Rood: Eerwraak'? 1. Ja.


2. Kunt u bevestigen dat jaarlijks honderden Nederlandse meisjes door hun eigen familie met de dood worden bedreigd omdat zij de eer van de familie zouden hebben geschonden? 2. Op basis van de informatie die bij mij bekend is, kan ik dat niet bevestigen.


3. Bent u bereid om het mogelijk te maken dat kinderen onder de 16 jaar zonder toestemming van hun ouders aangifte kunnen doen in het geval van doodsbedreigingen door ouders of familieleden? 3. Dit is al mogelijk. Art. 161 Sv stelt: ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte te doen. Er is dus geen leeftijdsgrens gesteld.


4. Wanneer verwacht u de evaluatie van de twee pilots uitgevoerd door hulpverleningsorganisatie Fier Fryslân naar de Kamer te kunnen sturen met uw reactie? 4. De - in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -uitgevoerde evaluatie wordt binnenkort tezamen met het kabinetsstandpunt op het rapport van de Commissie de Jong over het stelsel onderzoek vrouwenopvang naar de Kamer gestuurd.


5. Wat is uw reactie op de onderzoeksresultaten van Fier Fryslân die zijn gebundeld in het boek Dochters van Zahir (Zahir is de naam van de opvanglocatie)? 5. Ik neem de uitkomsten van het onderzoek van Fier Fryslân over het vóórkomen van seksueel misbruik, serieus. Daarom heb ik het landelijke Partnership Aanpak Seksueel Geweld1 gevraagd mij over de gesignaleerde problematiek te adviseren.
1

Het Partnership Aanpak Seksueel Geweld is een samenwerkingsverband van verschillende kenniscentra en veldpartijen met als inzet om gezamenlijk een impuls te geven aan preventie en aanpak van seksueel geweld. Aangesloten partijen zijn: GGZ Nederland, GGD Nederland, MOgroep, Federatie Opvang, zedenpolitie- en justitie, MEE Nederland, Rutgers



6. Bent u tevens bereid, aangezien in de reguliere (jeugd)zorg nog onvoldoende expertise aanwezig is rond deze problematiek, om de financiering van de in 2007 gestarte twee pilots, waar meiden en jonge vrouwen uit eerculturen terecht kunnen voor veilige opvang en hulp, EVA en Zahir ook in 2011 voort te zetten en het aantal opvangplaatsen uit te breiden? 6. De looptijd van de twee pilots EVA en Zahir zijn - in afwachting van de commissie `Stelselonderzoek Vrouwenopvang'(commissie De Jong)- reeds verlengd tot 1 januari 2012. Dit advies biedt het kader voor de structurele oplossing voor de opvang van slachtoffers van eergerelateerd geweld. Met de twee pilots zijn de capaciteitsproblemen besproken. Vanaf april 2010 zijn beide pilots daarom uitgebreid met elk twee extra plekken (er zijn nu in totaal 20 plaatsen). Mocht er in het geval van een acute situatie niet direct een plek zijn in de pilots dan worden de meisjes/jonge vrouwen ergens anders ondergebracht. Hierover zijn onder meer afspraken gemaakt tussen het LEC EGG en de vrouwenopvang.


1) NCRV, `3DOCs code Rood: Eerwraak', 10 november 2010 Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Arib (PvdA), ingezonden 17 november 2010 (vraagnummer 2010Z16954)

Nisso Groep, Movisie, Pharos, VSK, Korrelatie, CASA, CCV.






---- --