VEB | vereniging van effectenbezitters
Persbericht
Gebruik performance fee onder de maat
27 december 2010
Nederlandse fondsaanbieders brengen zelden een performance fee in
rekening. De belangen van fondsaanbieders en beleggers moeten op één
lijn worden gebracht door middel van een kostenstructuur met lage vaste
kosten en een prestatievergoeding.
Uit onderzoek van de VEB blijkt dat bij bijna negentig procent van de
147 beursgenoteerde beleggingsfondsen sprake is van alleen een vaste
beheervergoeding.
Slechts zeventien beleggingsfondsen hebben een structuur met een
prestatievergoeding. Een magere elf procent van de fondsen gebruikt dus
wel een prestatievergoeding maar houdt daarbij nog steeds vast aan een
te hoge vaste vergoeding.
Kostenstructuur moet wijzigen
De VEB roept fondsaanbieders op hun kostenstructuur te wijzigen. Een
structuur met relatief lage vaste kosten, die ongeveer gelijk zijn aan
die van indextrackers, en een performance fee is te prefereren. De
performance fee dient afhankelijk gesteld te worden van de
outperformance ten opzichte van de relevante benchmark en gecombineerd
te worden met een high watermark die minimaal enkele jaren geldt.
Onderzoeksresultaten
De VEB onderzocht de kostenstructuur van 147 beleggingsfondsen met een
actief beleggingsbeleid en een beursnotering aan Euronext Amsterdam.
Aandelenfondsen
Vooral fondsen die in aandelen beleggen stellen een deel van hun
inkomsten afhankelijk van het rendement. Van het selecte gezelschap met
een variabele vergoeding beleggen twaalf fondsen in aandelen. Daarnaast
hanteren twee obligatiefondsen, twee mixfondsen en een vastgoedfonds
een performance fee.
Prestatievergoeding als extraatje
Uit het onderzoek van de VEB blijkt verder dat 16 van de 17 fondsen met
een performance fee deze gebruiken als een extraatje boven op een al
forse vaste managementfee, die zelden onder de 1 procent uitkomt. Zij
rekenen vrijwel eenzelfde vaste vergoeding als de fondsen die niet met
een performance fee werken.
Geen benchmark
De prestatievergoeding wordt bovendien bij 12 van de 17 fondsen niet
gerelateerd aan de prestaties van het fonds ten opzichte van de
relevante benchmark. Vijf van de zeventien fondsbeheerders moeten het
daadwerkelijk beter doen dan de markt om in aanmerking te komen voor
een prestatievergoeding. De overige fondsen moeten boven een zelf
ingestelde grens presteren, de zogenaamde hurdle rate.
Geen high watermark
Daarnaast gebruiken 5 van de 17 fondsen geen high watermark. In twee
gevallen is de high watermark van te korte duur. Eventuele verliezen
hoeven in die gevallen niet of nauwelijks goedgemaakt te worden
alvorens weer een vergoeding over de winst mag worden berekend.
Vereniging van Effectenbezitters