CIDI - Centrum Informatie en Documentatie Israël
"Groot-Israel" is irrelevant in de Israelische politiek
do 30-12-2010
Pogingen om uitsluitend Israel de schuld te geven van het gebrek aan
vooruitgang in het vredesproces met de Palestijnen zijn simplistisch en
oneerlijk. Toch doet Jan Elshout in zijn opiniestuk van afgelopen
maandag (Met dit Israel zijn twee staten onmogelijk, 27/12/2010, NRC)
zon poging. Daarnaast uit hij de bizarre en aantoonbaar onjuiste
beschuldiging dat slechts tien Israelische parlementariërs tegen de
Groot-Israel gedachte zijn.
Er is slechts één kant die in meerderheid nog steeds een duurzame
tweestaten oplossing afwijst. Dat zijn de twee grootste Palestijnse
organisaties: Al-Fatah, die het op de Westoever voor het zeggen heeft
en de Hamas, die Gaza beheerst. Beide groeperingen hebben een handvest
dat de staat Israel verwerpt en met geweld ongedaan wil maken.
Zo staat in het handvest van de door velen als `gematigd' bestempelde
Al-Fatah dat de organisatie streeft naar "..de uitroeiing van het
zionistische economische, politieke, militaire en culturele bestaan."
Bovendien wordt in een deel van het Palestijnse schoolcurriculum de
staat Israel niet eens vermeld en spreekt een aantal organisaties
uitsluitend over de `zionistische entiteit'.
De weerzin om Israel te accepteren leidde er in 1947 toe dat de
Palestijnen het delingsplan van de Verenigde Naties verwierpen. Israel
ging echter wel akkoord met dit plan en liet daarmee de Groot-Israel
gedachte ver achter zich.
In tegenstelling tot wat Elshout ons wil doen geloven is er ook in de
huidige politieke constellatie geen noemenswaardige voedingsbodem voor
de Groot-Israel gedachte. Hoewel enkele politici op individuele basis
nog steun betuigen aan deze visie is er slechts één partij die
daadwerkelijk naar een Groot-Israel streeft: de Nationale Unie, met
maar 4 zetels in het parlement.
De huidige premier van Israel, Benjamin Netanyahu, is afkomstig van de
rechtse Likoed partij, dat met 26 zetels de op één na grootste partij
is in het Israelische parlement. Onlangs, op elf oktober 2010, sprak
hij tijdens een toespraak voor de Knesset zijn steun uit voor een
tweestaten oplossing. Hij zei wederom dat er een "gedemilitariseerde
Palestijnse staat naast Israel" dient te komen. Voor de sceptici,
daarmee bedoelt hij echter niet Jordanië, zoals een deel van het
Nederlandse parlement.
De minister van defensie Ehud Barak is leider van de arbeiderspartij,
met momenteel dertien zetels in het parlement. Tien maanden geleden,
tijdens de laatste Hertzliya conferentie waar ook de Palestijnse
premier Fayyad aanwezig was, zei ook hij dat Israel geen andere keuze
heeft dan de tweestaten oplossing.
Om het laatste restje twijfel weg te nemen, op 14 september 2008
leverde de voormalige Israelische premier Ehud Olmert (toenmalig leider
van Kadima, de huidige grootste partij in de Knesset met 27 zetels) de
volgende boodschap aan zijn ministers: "Groot-Israel is voorbij. Het
bestaat niet meer. Degenen die ervan spreken, houden zichzelf een
illusie voor."
Olmert wist waar hij het over had. Drie jaar eerder hielp hij als
vicepremier bij de uitvoering van een pijnlijke terugtrekking waarbij
duizenden joodse families uit de Gazastrook werden weggehaald.
Tegelijkertijd werden vier nederzettingen op de Westoever ontruimd.
Beide gebieden zijn onderdeel van de Groot-Israel visie.
Tenslotte is ook nog een kwart van de politieke partijen in de Knesset
Arabisch. Deze spreken zich deels zelfs uit tegen het concept van
Israel als Joodse staat. Deze drie partijen leveren samen elf zetels -
dus al meer dan de tien die Elshout aanvoert. Moeten we serieus
veronderstellen dat ook zij in het geheim samenzweren om de visie van
een Groot-Israel te realiseren? Of is het misschien dat de Arabische
stemmen niet meetellen als het de heer Elshout aangaat?
Het rabiaat anti-Israel artikel van Elshout gaat aan bovenstaande
feiten voorbij. Hij legt te gemakkelijk de schuld voor het stagneren
van het vredesproces bij Israel. In de lijn van oud-premier Van Agt
doet ook hij een oproep voor eenzijdige internationale druk op Israel,
terwijl de wil voor een vrede van twee kanten moet komen.
Op één punt zijn wij het met Elshout eens. Er dient een tweestaten
oplossing te komen. Maar eenzijdige dwang op een democratie werkt niet.
Het zal nooit lukken een duurzame vrede te bereiken als het niet uit de
harten van de betrokkenen, in casu de kiezers, zelf komt. Het oproepen
tot druk op Israel miskent bovendien het feit dat het leiderschap van
de Palestijnen in hoge mate verantwoordelijk is voor het uitblijven van
een vredesovereenkomst. Zowel in het verleden als nu. Al is het maar
omdat we sinds 2007 te maken hebben met twee Palestijnse regeringen die
het in alles met elkaar oneens zijn. In eventuele onderhandelingen met
Israel over vrede kan daarom geen van beide claimen de Palestijnen te
vertegenwoordigen."