Rijksoverheid
28 december 2010
Beantwoording Kamervragen over het ten onrechte opslaan van
kentekengegevens van burgers
In antwoord op uw brief van 13 december 2010 deel ik u mede dat de schriftelijke
vragen van de leden Schouw en Berndsen (beiden D66) over het ten onrechte
opslaan van kentekengegevens van burgers (ingezonden 13 december 2010)
worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
Antwoorden van de Minister van Veiligheid en Justitie op vragen van de
leden Schouw en Berndsen (beiden D66) over het ten onrechte opslaan
van kentekengegevens van burgers. (Ingezonden 13 december
2010,2010Z19218)
1
Klopt de strekking van het bericht "Opstelten wil gangen van automobilisten
vastleggen"? 1)
2
Wat is uw reactie op de constatering dat u te gemakkelijk omspringt met het
opslaan van gegevens van onschuldige burgers?
Antwoord vragen 1 en 2
Er wordt momenteel een wetsvoorstel voorbereid dat het mogelijk maakt om ten
behoeve van de opsporing van strafbare feiten gedurende een beperkte periode
kentekengegevens te bewaren die zijn verkregen door gebruik van Automatic
Number Plate Recognition (ANPR). In het aangehaalde artikel worden conclusies
getrokken die ik niet deel. De belangen van enerzijds de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer en anderzijds de opsporing van strafbare feiten kunnen -
mits voorzien wordt in een goede regeling - beiden worden gediend. Met goede
waarborgen - bijvoorbeeld wat betreft het gebruik van gegevens - kan de
persoonlijke levenssfeer voldoende worden beschermd. Dit hoeft niet ten koste te
gaan van de effectiviteit van ANPR als opsporingsinstrument. Dergelijke
waarborgen zullen bij de nieuwe regelgeving worden betrokken.
3
Hoe vaak worden er fouten gemaakt bij het opslaan van kentekengegevens? Wat
zijn hier de consequenties van?
Antwoord
De kans op fouten bij de opslag is minimaal. In de praktijk komt het soms voor
dat bij het omzetten van het kenteken op de foto een letter of cijfer in het
kenteken door vervuiling van de kentekenplaat niet juist wordt weergegeven in
tekst. In geval van een hit vindt daarom, voordat de politie tot actie overgaat,
aan de hand van de gemaakte foto een visuele controle plaats op de juiste
omzetting van het kenteken naar computerschrift. Indien deze omzetting onjuist
is gebleken is geen sprake van een hit en gaat de politie niet tot actie over. De
betreffende gegevensset wordt daarop verwijderd.
4
Wanneer gaat u de Kamer informeren over de details van uw voorstel? Kan de
Kamer van u verwachten dat u haar informeert wat de feitelijke consequenties
van uw voorstel zullen zijn, zoals het aantal kentekens dat wordt opgeslagen?
Gebaseerd op de huidige situatie, wat is het te verwachten aantal hits en no-hits?
Op welke trajecten gaan kentekens geregistreerd worden?
7
Hoe verhoudt uw voorstel zich tot de eerdere kritiek van het College bescherming
persoonsgegevens (Cpb) dat door het niet direct vernietigen van no-hits iedere
automobilist die over een traject rijdt waar de politie automatische
kentekenherkenning toepast als potentiële verdachte in de politiebestanden
terecht komt en dat dit in strijd is met de wet en een onrechtmatige inbreuk is op
de persoonlijke levenssfeer van de automobilist, alsook de conformering van het
vorige kabinet aan de bevindingen van het Cbp? 2)
8
Hoe verhoudt uw voorstel zich tot de in het rapport van de commissie Brouwer-
Korf, «Gewoon doen, beschermen van veiligheid en persoonlijke levenssfeer»
genoemde criterium voor de afweging tussen veiligheid en privacy om het werken
met persoonsgegevens tot het noodzakelijke minimum beperken? 3)
9
Hoe verhoudt uw voorstel zich tot de in het Regeerakkoord uitgesproken
doelstelling om voorgenomen maatregelen inzake opslag, koppeling en
verwerking van persoonsgegevens zoveel mogelijk te voorzien van een
horizonbepaling en bij de voorbereiding nadrukkelijk te toetsen aan effectiviteit?
4)
Antwoord vragen 4 en 7 t/m 9
Het wetsvoorstel zal in januari 2011 in consultatie worden gegeven. Het streven is
erop gericht het wetsvoorstel in maart of april 2011 ter advisering aan de Raad
van State voor te leggen. Naar verwachting kan het wetsvoorstel voor de zomer
bij de Tweede Kamer worden ingediend. De verschillende aspecten die van
belang zijn voor de beoordeling van het wetsvoorstel - zoals punten die in de
gestelde vragen worden genoemd - zullen hierbij aan de orde komen.
Omdat de aantallen kentekens en de aantallen hits en no-hits fluctueren,
afhankelijk van bijvoorbeeld tijdstip en locatie, zijn deze aantallen niet precies
aan te geven. Bij behandeling van het wetsvoorstel zullen wij u verder informeren
over verwachtingen omtrent het aantal hits en no-hits en over de trajecten waar
al dan niet kentekens geregistreerd gaan worden.
5
Wat is uw reactie op de mogelijkheid van het lekken van een dergelijke databank?
6
Wat is uw reactie op de in het artikel genoemde mogelijkheid dat deze
databanken interessant kunnen zijn voor hackers, met name in het licht van de
recent gebleken kwetsbaarheid van door de overheid opgeslagen gegevens zoals
de casus WikiLeaks duidelijk heeft gemaakt?
Antwoord vragen 5 en 6
De technische beveiliging van de databank voor passagegevens zal voldoen aan
de binnen de politie geldende eisen zoals deze ook gelden voor bijvoorbeeld het
Geautomatiseerd Opsporingsregister (OPS) en het Herkenningsdienstsysteem
(HKS). Daarnaast is toegang tot de gegevens geprotocolleerd en voorbehouden
aan die medewerkers die hiervoor zijn geautoriseerd. Van elke toegang tot de
gegevens zal worden gelogd welke gegevens zijn bevraagd, wat hiertoe de
aanleiding was en door wie de bevraging is uitgevoerd. De politie neemt dus
afdoende maatregelen om onbevoegd gebruik van opgeslagen gegevens te
voorkomen.
10
Wat is de stand van zaken betreffende de in het regeerakkoord aangekondigde
meldplicht voor alle diensten van de informatiemaatschappij, waaronder de
overheid, in geval van verlies, diefstal of misbruik van persoonsgegevens waarbij
alle datalekken worden gemeld aan de nationale toezichthouder die boetes kan
opleggen indien de meldplicht niet wordt nageleefd? Deelt u de mening dat deze
meldplicht eerst uitgewerkt moet worden, voordat de overheid een nieuwe
database met persoonsgegevens gaat inrichten? 5)
Antwoord
Ik streef ernaar om in het wetsvoorstel een meldplicht, als in het regeerakkoord
aangekondigd, op te nemen. Ik ben niet van mening dat ontwerp en inrichting
van nieuwe gegevensverzamelingen bij de overheid principieel zou moeten
worden opgeschort tot de regeling van de meldplicht in de wet is opgenomen.
Wanneer er een noodzaak tot een nieuwe gegevensverzameling bestaat, zal die
moeten worden gestart. Ik breng daarbij in herinnering dat de geldende Wet
bescherming persoonsgegevens reeds thans een beveiligingsverplichting bevat die
zonodig met een dwangsom kan worden gehandhaafd. Ook kunnen dwingende
eisen van Europees recht ten grondslag liggen aan de inrichting van een nieuwe
gegevensverzameling voordat de meldplicht definitief is geregeld. Inrichting van
nieuwe gegevensverzamelingen zal, met inachtneming van de uitgangspunten die
het regeerakkoord daarover geeft, van geval tot geval moeten worden bezien.
11
Hoe verhoudt uw ambitie om het wetsvoorstel nog dit kalenderjaar in te dienen
zich tot het feit dat de onderzoeksresultaten van het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) over het meer en beter inzetten
van technische toepassingen ten behoeve van opsporing dat in medio 2011
verwacht wordt? Deelt u de mening dat deze resultaten afgewacht moeten
worden voordat u met een wetsvoorstel kunt komen?
Antwoord
In het wetsvoorstel dat wordt voorbereid zal een onderbouwing worden
opgenomen van het belang van het vastleggen en bewaren van
kentekengegevens voor de opsporing van strafbare feiten. Het WODC onderzoek
zal naar ik verwacht aanvullende relevante informatie opleveren die bovendien
kan worden betrokken bij de implementatie van de wettelijke regeling en het in
de praktijk verder ontwikkelen van deze vorm van ANPR. Daarnaast zal het WODC
naar verwachting aangrijpingspunten opleveren voor de beoordeling van de
praktische toepassing van ANPR op basis van de nieuwe wettelijke voorziening.
12
Hoe verhouden uw plannen zich tot de studie van het Rathenau instituut, waarin
geconcludeerd wordt "dat het toenemend gebruik van databases in onze
gedigitaliseerde samenleving niet zonder risico's is en dat we lessen moeten
trekken uit de ervaringen die daarmee tot nu toe zijn opgedaan."? 6) Welke
lessen trekt u uit de ervaringen die de Nederlandse overheid tot nu toe heeft met
de opslag van gegevens in databases? Welke lessen trekt u uit de recente
kwetsbaarheid van de bescherming van gegevens door de overheid, zoals deze is
gebleken uit de casus WikiLeaks?
Antwoord
Ik deel de conclusie van het Rathenau instituut dat het gebruik van databanken
niet zonder risico's is. De lessen die het Rathenau instituut trekt voor een
doordacht ontwerp van databanken, zoals adequate bescherming van de
gegevens, inzage- en correctierechten voor burgers en helder omschreven
verzameldoelen en doelbinding zijn grotendeels ook wettelijk vastgelegd in
bijvoorbeeld de Wet Bescherming Persoonsgegevens en de Wet politiegegevens.
Ook bij het verzamelen en verwerken van kentekengegevens zullen deze
wettelijke vereisten in acht worden genomen. Ik ben mij ervan bewust dat het
verzamelen van veel informatie in databanken het risico van datalekken met zich
mee brengt. Om datalekken tegen te gaan is in het regeerakkoord opgenomen
dat het kabinet met een voorstel komt voor een meldplicht bij datalekken. Zie
daaromtrent het antwoord op vraag 10.
1) Algemeen Dagblad, Opstelten wil gangen van automobilisten vastleggen", 8-
12-2010
2) CPB, "Politiekorpsen handelen in strijd met de wet bij toepassing ANPR 'Nohits'
na automatische kentekenherkenning niet direct vernietigd",
http://www.cbpweb.nl/Pages/pb_20100128_anpr.aspx ; Kamerstuk 31051, nr. 6,
2-02-2010.
3) Advies commissie Veiligheid en persoonlijke levenssfeer "Gewoon doen,
beschermen van veiligheid en persoonlijke levenssfeer", 22-01-2009.
4) Regeerakkoord, p.42
5) Regeerakkoord, p.42
6) Rathenau Instituut, Databases. Over ICT-beloftes, informatiehonger en digitale
autonomie , 2010:
http://www.rathenau.nl/uploads/tx_tferathenau/Rapport_Databases_Rathenau_I
nstituut_nov_2010.pdf .