VU medisch centrum
Redenen: verschillende verwachtingen en gebrek aan vertrouwen
Uitval revalidatiebehandeling onder allochtonen twee keer hoger dan bij
autochtone patiënten
30 december 2010
Uitval uit de revalidatiebehandeling onder patiënten met een
niet-Nederlandse achtergrond is twee maal hoger (28.1%) dan onder
autochtone patiënten (13.7%). Dit blijkt uit promotieonderzoek van
ergotherapeut en onderzoeker Maurits Sloots. De belangrijkste reden
voor beëindiging van de behandeling is dat allochtone patiënten andere
verwachtingen hebben over de inhoud van de revalidatiebehandeling dan
de hulpverleners. Bovendien komt er vaak geen goede vertrouwensrelatie
tot stand en worden communicatieproblemen onvoldoende opgelost wat het
behandelproces verstoort. Sloots promoveerde in december aan VU medisch
centrum.
De laatste decennia wordt een groeiend aantal allochtone patiënten
behandeld in de Nederlandse revalidatiesector. Sloots onderzocht
barrières in het revalidatieproces voor deze patiënten en mogelijke
oplossingen daarvoor. De focus lag op patiënten met chronische
aspecifieke lage rugpijn. Naast de bovengenoemde redenen zijn andere
factoren voor uitval: gebrek aan erkenning van de pijnklachten en
tegengestelde visies van artsen uit het land van herkomst van de
patiënt over de oorzaak en de behandeling van chronische pijn.
De onderzoeker vond verder dat maar in 44% van de
revalidatie-instellingen het pijnbehandelprogramma is aangepast aan
allochtone patiënten. Daarbij geldt dat bij revalidatie-instellingen
die een hoog percentage allochtone patiënten behandelen dit vaker het
geval is dan bij instellingen met een laag percentage.