Ministerie van Defensie

Kabinet: politietrainers voor Afghanistan

7 januari 2011, 14.00 uur

Nederland wil medio dit jaar een bijdrage leveren aan de opleiding en training van de Afghaanse civiele politie. Dat heeft het kabinet vandaag besloten. Deze politietrainingsmissie vergt ook uitzending van militairen, zo schrijven de betrokken bewindslieden in hun zogenoemde Artikel-100-brief aan de Kamer.

De totale Nederlandse bijdrage bestaat uit 545 personen die in de Afghaanse provincie Kunduz en deels in de hoofdstad Kabul worden gestationeerd. Het gaat om 225 civiele en militaire opleiders en trainers én 5 justitiële experts, die door Duitse eenheden in het gebied worden beschermd. Voor de medische, logistieke en stafondersteuning van de politietrainers staan 125 Nederlandse militairen ter beschikking.

Reeds uitgezonden

Vier F-16's met ondersteuning van 120 militairen - die al in Afghanistan zijn gestationeerd - sporen vanuit Mazar-e-Sharif geïmproviseerde explosieven op. Daarnaast beschermen zij Afghaanse en internationale eenheden in acute noodsituaties. Zeventig militairen, eveneens al werkzaam op diverse hoofdkwartieren, blijven op hun post. Zij zijn onder meer nodig voor de Nederlandse informatiepositie.

Duur missie

De omvang en kwaliteit van de Afghaanse civiele politie en justitiële instellingen is essentieel voor het vertrouwen van de bevolking in een legitiem betrouwbare overheid. Daarom heeft het kabinet besloten in te gaan op de verzoeken van NAVO en EU.

De bewindslieden verzekeren dat het uitsluitend om een opleidings- en trainingsmissie gaat, die naar alle waarschijnlijkheid duurt tot medio 2014. Vanaf dat moment is de Afghaanse regering weer zelf verantwoordelijk voor de veiligheid in het land.

De voorbereidingen voor de inzet beginnen zo spoedig mogelijk na instemming van het parlement.

Verwijzingen


* Artikel-100-brief over geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan

* Kamerstuk | 7 januari 2011 | pdf, 21 pagina's, 114 KB

Zie het origineel