Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

24 januari 2011

Intensieve akkerbouw bedreigt boerenlandvogels

Op akkerbouwbedrijven waar veel pesticiden gebruikt worden en de graanopbrengst hoog is, broeden minder boerenlandvogels. Ook brengen minder vogels er de winter door. Dit concludeert NWO-promovenda Flavia Geiger op basis van een grootschalig onderzoek dat zij samen met onderzoekers van negen andere Europese Universiteiten uitvoerde.

Voldoende voedsel is - naast een geschikte nestplaats - voor broedvogels essentieel. Volgens Flavia Geiger ontbreekt het hieraan op akkerbouwbedrijven met een hoge productie. Door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen neemt de hoeveelheid en verscheidenheid aan planten en insecten op akkers af. Zo blijft er voor vogels minder te eten over.

Onkruidzaden en granen zijn vooral in de winter van groot belang voor boerenlandvogels. De meeste vogels zitten dan ook op de akkers waar veel zaden te vinden zijn. Geiger vergeleek het winterse zaadaanbod op graanakkers van biologische met dat van gangbare akkerbouwbedrijven in Flevoland. Op akkers van biologische bedrijven lagen tien keer zoveel onkruidzaden dan op akkers van gangbare graanverbouwers. Granen, een bijzonder energierijke voedselbron voor vogels, vond Geiger nergens.

Om het herstel van boerenlandvogels een kans te geven, moet het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen sterk afnemen. In de winter zouden er bovendien meer onkruidzaden voor vogels overblijven als de akkers na de oogst niet meteen geploegd worden en als graanstoppels in de winter blijven staan. Uit het onderzoek van Geiger bleek ook dat veel soorten broedvogels de voorkeur geven aan een hoge diversiteit aan gewassen: de meeste boerenlandvogels waren in de winter te vinden op gemengde bedrijven, dat wil zeggen met grasland en akkerbouw.

Internationaal team
Een grote groep wetenschappers telde 's zomers en 's winters vogels op zo'n 250 akkerbouwbedrijven in negen verschillende Europese studiegebieden. De onderzoekers wilden weten wat de effecten zijn van intensieve landbouw op de biodiversiteit van het boerenland. Daarnaast onderzochten zij welk onderdeel van de bedrijfsvoering, zoals bijvoorbeeld bemesting, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en ploegen, de grootste invloed op de biodiversiteit heeft. Het onderzoek van Geiger maakt deel uit van dit internationale project. Zij promoveerde op 21 januari aan de Wageningen Universiteit. Haar onderzoek werd gefinancierd door NWO.

Door de intensivering van de landbouw in de afgelopen vijftig jaar, zijn veel populaties van boerenlandvogels sterk achteruitgehold. Omdat een groot deel van het landoppervlak boerenland is, is het een belangrijk leefgebied voor planten en dieren. Al sinds bijna twintig jaar worden er door de EU regels opgesteld om het gebruik van pesticiden terug te dringen. Ook wordt er in de EU veel geld geïnvesteerd in agrarisch natuurbeheer om de natuur op het boerenland te herstellen.

Eerder ontdekte Geiger al dat mest van biologische melkveebedrijven aantrekkelijker is voor insecten dan de uitwerpselen van koeien op gangbare bedrijven. Ook dat heeft gevolgen voor weidevogels zoals kieviten en grutto's. De onderzoekster vermoedt dat vooral de voeding van koeien verantwoordelijk is voor het verschil dat zij heeft gevonden.

Over NWO
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is dé nationale wetenschapsfinancier en heeft tot taak het wetenschappelijke onderzoek in Nederland te laten excelleren via nationale competitie. Jaarlijks geeft NWO ruim 700 miljoen euro uit aan subsidies voor toponderzoek en toponderzoekers, vernieuwende instrumenten en apparatuur, en aan instituten waar toponderzoek wordt bedreven. NWO financiert het onderzoek van ruim 5300 getalenteerde wetenschappers aan universiteiten en instellingen. Selectie door middel van peer review is in handen van onafhankelijke deskundigen. NWO bevordert de overdracht van kennis naar de maatschappij.


---