Europees Hof v Justitie


Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 3/11 Luxemburg, 3 februari 2011 Conclusie van de advocaat-generaal in de zaken C-403/08 Football Association Premier League Ltd e.a./QC Leisure e.a. en C-429/08 Karen Murphy/Media Protection Services Ltd

Pers en Voorlichting

Volgens advocaat-generaal Kokott zijn afspraken over territoriale exclusiviteit bij de uitzending van voetbalwedstrijden in strijd met het recht van de Unie Naar het recht van de Unie kan niet worden verboden dat in cafés voetbalwedstrijden van de Premier League met behulp van buitenlandse decoderkaarten rechtstreeks worden uitgezonden De Footbal Association Premier League (FAPL) is de organisatie van de hoogste Engelse voetbaldivisie, die de wedstrijden van deze liga in de markt zet. De FAPL verstrekt aan haar licentienemers in beginsel het exclusieve recht op de uitzending en de economische exploitatie van de wedstrijden in hun zendgebied, dat meestal overeenkomt met het betrokken land. Om die exclusiviteit zeker te stellen, worden de licentienemers ertoe verplicht te voorkomen dat hun uitzendingen buiten het zendgebied kunnen worden bekeken. Daarom is elke licentienemer verplicht om zijn satellietsignaal te versleutelen en het in versleutelde vorm aan abonnees in het hem toegewezen geografische gebied door te geven. Abonnees kunnen het signaal decoderen met behulp van een decoder, waarvoor een decoderkaart nodig is. De afspraken over exclusiviteit gaan voorts gepaard met beperkingen van de handel in toegestane decoderkaarten buiten het desbetreffende licentiegebied. De gedingen die aan deze prejudiciële procedures ten grondslag liggen, hebben betrekking op pogingen om deze exclusiviteit te omzeilen. Bepaalde ondernemingen voeren decoderkaarten uit het buitenland, in dit geval Griekenland, in het Verenigd Koninkrijk in en bieden die daar tegen goedkopere prijzen dan de omroeporganisatie van dat land aan cafés aan. Zodoende kan met behulp van Griekse decoderkaarten de rechtstreekse uitzending van voetbalwedstrijden van de Premier League in cafés in het Verenigd Koninkrijk worden bekeken. De FAPL probeert deze praktijken via de rechter een halt toe te roepen. Zaak C-403/08 betreft een civiele vordering van de FAPL, gericht tegen het gebruik van buitenlandse decoderkaarten. Aan zaak C-429/08 ligt een strafzaak tegen een caféhoudster ten grondslag, die wedstrijden van de Premier League met behulp van een Griekse decoderkaart heeft getoond. In beide gedingen heeft de High Court het Hof van Justitie meerdere vragen over de uitlegging van het recht van de Unie voorgelegd. Advocaat-generaal Kokott zet uiteen dat de exclusieve rechten in kwestie leiden tot een opdeling van de interne markt in van elkaar gescheiden nationale markten, wat een ernstige belemmering van de vrijheid van dienstverrichting betekent. Om na te gaan of de beperking van de vrijheid van dienstverrichting kan worden gerechtvaardigd, toetst de advocaat-generaal aan de industriële en commerciële eigendom. Zij gaat meer bepaald in op de vraag of op de rechtstreekse uitzending van voetbalwedstrijden via satelliet rechten rusten met een dusdanig specifiek voorwerp dat een segmentering van de interne markt vereist is. Zij zet daarvoor uiteen dat het specifieke voorwerp van de rechten op de rechtstreekse uitzending van voetbalwedstrijden, de economische exploitatie daarvan is. In dit geval wordt de rechtstreekse uitzending van de voetbalwedstrijden vooral door middel van de vergoeding voor de decoderkaarten geëxploiteerd. Advocaat-generaal Kokott is in dat verband van mening dat de economische exploitatie van de betrokken rechten niet wordt ondermijnd door het gebruik van buitenlandse decoderkaarten. Voor die kaarten is immers een vergoeding betaald. Die vergoeding is weliswaar niet zo hoog als die in het Verenigd Koninkrijk, maar er bestaat volgens de advocaatgeneraal geen specifiek recht om in iedere lidstaat andere prijzen voor een prestatie te verlangen. www.curia.europa.eu



De logica van de interne markt houdt veeleer in dat prijsverschillen tussen de verschillende lidstaten door handel worden opgeheven. Wanneer de uitzendrechten op basis van territoriale exclusiviteit in de handel worden gebracht, leidt dit ertoe dat door uitschakeling van de interne markt winst wordt behaald. Al met al rechtvaardigt het specifieke voorwerp van de rechten op de uitzending van voetbalwedstrijden niet dat de interne markt wordt opgedeeld en dus ook niet dat de vrijheid van dienstverrichting in de gegeven vorm wordt beperkt. Voorts is advocaat-generaal Kokott van mening dat de contractuele beperking dat de decoderkaarten in het land van oorsprong alleen voor huiselijke of privédoeleinden mogen worden gebruikt, maar niet voor commerciële doeleinden, omdat dan een hogere abonnementsprijs moet worden betaald, een territoriale beperking van de vrijheid van dienstverrichting niet kan rechtvaardigen. Het staat de betrokken lidstaat wel vrij, te voorzien in rechten op grond waarvan de auteurs zich tegen de mededeling van hun werken in cafés kunnen verzetten. Op de vraag of het vertonen van rechtstreeks uitgezonden voetbalwedstrijden in cafés in strijd is met het exclusieve recht op mededeling aan het publiek van beschermde werken in de zin van de richtlijn betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij1, antwoordt de advocaat-generaal dat er bij de huidige stand van het recht van de Unie geen algemene beschermingsrechten aangaande de mededeling aan het publiek zonder betaling van een toegangsprijs bestaan. Voor het overige is advocaat-generaal Kokott van mening dat de toepassing die aan de vrijheid van dienstverrichting is gegeven, strookt met de richtlijn tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel2 en met het Europese mededingingsrecht. Ook de richtlijn betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang3 staat niet in de weg aan het gebruik van buitenlandse decoderkaarten. NOTA BENE: De conclusie van de advocaat-generaal bindt het Hof van Justitie niet. De advocaten-generaal hebben tot taak, het Hof in volledige onafhankelijkheid een juridische oplossing te bieden voor het concrete geschil. De rechters van het Hof beginnen vandaag met de beraadslagingen over de zaak. Op een latere datum zal arrest worden gewezen. NOTA BENE: De prejudiciële verwijzing biedt de rechterlijke instanties van de lidstaten de mogelijkheid, in het kader van een bij hen aanhangig geding aan het Hof vragen te stellen over de uitlegging van het recht van de Unie of over de geldigheid van een handeling van de Unie. Het Hof beslecht het nationale geding niet. De nationale rechterlijke instantie dient het geding af te doen overeenkomstig de beslissing van het Hof. Deze beslissing bindt op dezelfde wijze de andere nationale rechterlijke instanties die kennis dienen te nemen van een soortgelijk probleem. Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. De volledige tekst van de conclusie is op de dag van de uitspraak te vinden op de website CURIA. Contactpersoon voor de pers: Stefaan Van der Jeught Beelden zijn beschikbaar via "Europe by Satellite" (+352) 4303 2170 (+32) 2 2964106

Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167, blz. 10). 2 Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PB L 248, blz. 15). 3 Richtlijn 98/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 1998 betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang (PB L 320, blz. 54).


1

www.curia.europa.eu