Centrale Raad van Beroep


Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Uitleg overgangsrecht. Vaststellen dwangsom

Het bezwaar van betrokkene tegen het besluit van 25 augustus 2009 is ingediend voor oktober 2009. De aangevallen uitspraak is echter gedaan na dat tijdstip. Met die uitspraak is een nieuwe termijn gaan lopen waarbinnen het College opnieuw diende te beslissen op het door betrokkene gemaakte bezwaar. In lijn met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 1 september 2010, LJN BN5684, is de Raad van oordeel dat redelijke toepassing van artikel III van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen er toe dient te leiden dat artikel 4:17, artikel 4:18 en artikel 8:55c van de Awb van toepassing zijn op het beroep van betrokkene tegen het uitblijven van een nieuw besluit op dat bezwaar.
De Raad stelt de hoogte van de door het College aan appellant verschuldigde dwangsom vast op EUR 1.260,--.

LJ Nummer

BP2458

Zie het origineel
Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 3 februari 2011 Naar boven