Ingezonden persbericht


Graag uw aandacht voor onderstaande Kamervragen van Joël Voordewind, Tweede Kamerlid ChristenUnie over het bloedbad dat vorige week is aangericht onder Koptische christenen.

Voordewind: "Dat de Egyptische autoriteiten helemaal geen actie ondernemen om daders van deze aanslag te arresteren of te berechten is tekenend voor manier waarop deze groep behandeld wordt. Ik ben bang dat als de moslimbroederschap straks nog invloedrijker wordt, de situatie van de Koptische christenen alleen nog maar meer zal verslechteren. De EU moet er bij Egypte op aan dringen dat deelname van de moslimbroederschap aan de verkiezingen geen negatieve gevolgen zal hebben voor de mensenrechten en rechten van minderheden." Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Joël Voordewind: 06-0621703656
* Heeft de minister kennis genomen van het artikel 'Opnieuw bloedbad onder Egyptische kopten' van 4 februari op http://www.refdag.nl/nieuws/buitenland/opnieuw_bloedbad_onder_egyptische_kopten_1_532398 ?
* Kan de minister bevestigen dat de daders van de 11 vermoorde Koptische christenen bekend zijn bij de lokale autoriteiten maar dat er desondanks geen actie is ondernomen om de daders te arresteren dan wel te berechten? Deelt de minister onze analyse dat dit tekenend is voor de behandeling van de Koptische christenen in Egypte? 3. Deelt de minister de zorgen van de Koptische christenen en mijn fractie over de invloedrijke positie van de moslimbroederschap in de huidige volksopstand en in een eventuele toekomstige regering? Deelt de minister de analyse dat onder de invloed van de moslimbroederschap het geweld en discriminatie jegens Koptische christenen alleen maar zal toenemen? 4. Is de minister bereid om bij de Egyptische ambassadeur zijn afschuw over deze brute moord uit te spreken en tevens aan te dringen op een spoedige berechting van de koelbloedige moordenaars? Is de minister tevens bereid om in EU-verband steun te verwerven voor het standpunt dat de rol van de moslimbroederschap in de Egyptische volksopstand zorgelijk is vanuit het perspectief van universele mensenrechten voor de mens en godsdienstvrijheid in het bijzonder en dat er eisen aan deelname van de moslimbroederschap aan de verkiezingen gesteld zouden moeten worden, zodat de mensenrechten en de rechten van minderheden gerespecteerd zullen worden door de moslim broederschap?