Rijksoverheid


Jaarwerkprogramma 2010

Missie van de Inspectie jeugdzorg
" De inspectie houdt onafhankelijk toezicht op de jeugdzorg. Daarbij richt zij zich vooral op de veilige ontwikkeling van het kind. Het belang van het kind is doorslaggevend voor haar handelen. De inspectie signaleert waar de grootste risico's zitten en brengt die onder de aandacht van de instellingen en de overheid. Haar aanbevelingen zijn niet vrijblijvend. De inspectie volgt actief of haar toezicht tot effect leidt."

Visie van de Inspectie jeugdzorg 1
Kinderen moeten zich veilig kunnen ontwikkelen, zo min mogelijk risico lopen op mishandeling en zich geborgen voelen in hun leefomgeving. Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, waarin het kind centraal staat, is voor de inspectie het uitgangspunt. Dit betekent dat als kinderen/gezinnen een beroep doen op zorg: · risico's vroeg gesignaleerd worden en gedeeld worden met andere betrokkenen (binnen en buiten de jeugdzorg); · instellingen en professionals hun verantwoordelijkheid nemen om de veiligheid van het kind te waarborgen; · instellingen en professionals elkaar aanspreken op het nakomen van afspraken; · kinderen en hun ouders zorg op maat krijgen volgens professionele standaarden en met effectieve methoden. De inspectie ziet het als haar taak om het werken vanuit deze uitgangspunten te stimuleren. Zij gaat na of de instellingen ervoor zorgen dat de kinderen aan wie zij hulp verlenen zich veilig kunnen ontwikkelen. De inspectie werkt hierbij zoveel mogelijk samen met andere inspecties en met maatschappelijke organisaties, zoals brancheorganisaties en beroepsverenigingen. Ook Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ), waarbinnen diverse rijksinspecties samenwerken op het gebied van jeugd, richt zich op verbetering van de situatie van kinderen.

Kengetallen Inspectie jeugdzorg 2010
formatie Inspectie jeugdzorg formatie programmabureau ITJ budget 45,5 fte (waarvan 26,5 fte inspecteurs) 5,5 fte 5.970.000,-


1

Het betreft hier een samenvatting van de visie van de Inspectie jeugdzorg. De volledige visie staat op www.inspectiejeugdzorg.nl.

Jaarwerkprogramma 2010
Inspectie jeugdzorg

Utrecht, januari 2010

Inhoudsopgave

1. Inleiding 2. De Inspectie jeugdzorg, inspelen op verandering Risicogestuurd programmeren Innovatie effectief toezicht Professionalisering 3. De Inspectie jeugdzorg, toezicht in 2010 Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) Toezicht naar aanleiding van calamiteiten Gepland toezicht Veiligheid Samenwerken Cliëntgerichtheid Resultaatgerichtheid 4. Schematisch overzicht toezichtprojecten 2010 4 6 6 7 9 10 11 11 12 12 17 18 19 20

3 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010


1. Inleiding

2010 zal een belangrijk jaar worden voor de jeugdzorgsector. Enerzijds zijn er de ambities van het kabinet om in 2010 en 2011 de resultaten te gaan oogsten van het beleidsprogramma `Alle Kansen voor Alle Kinderen' van de minister voor Jeugd en Gezin, waarvoor in 2008 en 2009 de kiem is gelegd. Volgens deze ambities heeft in 2010 het merendeel van de gemeentes een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), werken instellingen met de Verwijsindex, merken cliënten en professionals dat er minder bureaucratie is en zijn kinderen beter beschermd, omdat doorlooptijden in de jeugd bescherming zijn teruggebracht. Anderzijds zal het kabinet begin 2010 komen met een voorstel aan de Tweede Kamer waarin wordt aangegeven welke wijzigingen zij nodig acht in en rondom de zorg voor jeugd. Hierbij zal het kabinet breed kijken en diverse adviezen en rapporten betrekken die in 2009 zijn uitgebracht over de werking van het stelsel.

4

Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Voorbeelden hiervan zijn de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg2, het advies over de stroomlijning van de indicatiestelling bij jeugdigen met LVG en GGZproblematiek3, het advies over de gewenste inrichting van de jeugdzorg en de bestuurlijke toedeling van verantwoordelijkheden4, het rapport over het gebruik van gecombineerde zorg door jeugdigen5, het advies over de noodzaak van een sterke sociale inbedding voor gezinnen6 en het advies over de brede problematiek van nietparticiperende jongeren met stoornissen of gedragsproblemen7. Al deze rapporten en adviezen zullen bouwstenen opleveren voor het standpunt van het kabinet over de toekomst van het stelsel. Om goed in te kunnen spelen op alle veranderingen in het jeugdzorgveld, besteedt de inspectie in 2010 een deel van haar capaciteit aan de ontwikkeling van haar eigen professionaliteit en het ontwikkelen van nieuwe effectieve manieren van toezicht doen. In hoofdstuk 2 van dit jaarwerkprogramma is hier meer over te lezen. In de verschillende onderzoeken die de inspectie in 2010 doet, signaleert zij waar de grootste risico's in de jeugdzorg zitten en brengt zij die risico's onder de aandacht van de instellingen en overheden en zal zij toezien op het realiseren van de gewenste verbeteringen. Vertrekpunt hierbij is dat kinderen zich veilig kunnen ontwikkelen, zo min mogelijk risico lopen op mishandeling en dat zij zich geborgen voelen in hun leefomgeving. Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, dat ook als grote inspiratie bron heeft gefungeerd voor het beleidsprogramma `Alle Kansen voor Alle Kinderen', is hierbij het uitgangspunt voor de inspectie. Naast toezicht in de vorm van geplande projecten ­ waarover u meer kunt lezen in hoofdstuk 3 van dit jaarwerkprogramma zal de inspectie een substantieel deel van haar capaciteit reserveren om in te zetten voor toezicht naar aanleiding van calamiteiten. Daarnaast reserveert de inspectie capaciteit voor accountmanagement en Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ), waarover u meer kunt lezen in hoofdstuk 2 en 3.


2


3


4

5 6

7

BMC (oktober 2009). Evaluatieonderzoek Wet op de jeugdzorg. In opdracht van het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin en het Ministerie van Justitie. R.L.O. Linschoten, K.P. Goudswaard en J.A. Kamps (december 2008). Verkeerd verbonden. Naar houdbare voorzieningen in de jeugdzorg. Taskforce invoering maatregelen AWBZzorg voor jeugdLVG en jeugdGGZ. F.J. Paas, H.J. Dannenberg, M.G. Dekker, S. Dekker en C.M.M. Noom (juni 2009). Van Klein naar Groot. Commissie Zorg om Jeugd. In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. B&A Consulting BV (april 2009). Combinaties van zorg bij jeugdigen. Den Haag. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling en Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (september 2009). Investeren rondom kinderen. Advies aan de minister voor Jeugd en Gezin. Den Haag. SociaalEconomische Raad (november 2009). De winst van maatwerk; je kunt er niet vroeg genoeg bij zijn. Antwoord op een adviesaanvraag van de minister voor Jeugd en Gezin. Den Haag.


5 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010


2. De Inspectie jeugdzorg, inspelen op verandering

Kenmerkend voor de huidige samen leving is de voortdurende verandering. Dit geldt voor vele sectoren, maar niet in de laatste plaats voor het veld van de jeugdzorg. Daarnaast zijn ook binnen het inspectielandschap diverse ontwikkelingen gaande. Om goed in te kunnen spelen op deze ontwikkelingen besteedt de inspectie veel aandacht aan de eigen ontwikkeling en professionaliteit van de medewerkers. In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe de inspectie dit traject de komende tijd vorm geeft.

Risicogestuurd programmeren
Risicogestuurd programmeren wil zeggen dat de inspectie dáár toezicht doet waar de risico's het grootst zijn. Dit resulteert in een jaarwerkprogramma met onder zoeken die bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van de jeugdzorg en aan de ontwikkeling van de sector. Eind 2007 is de inspectie een traject gestart met als doel te komen tot een programmering die meer risicogestuurd is dan voorheen. In 2008/2009 zijn risico-indicatoren ontwikkeld voor residentiële instellingen, instellingen voor gesloten jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen. In 2009 heeft de inspectie de instellingen bevraagd op deze indicatoren. De resultaten hiervan zijn input geweest voor het jaarwerk programma 2010 en de provinciale8 accountplannen van de inspectie.

8

Waar provincie staat, wordt tevens stadsregio bedoeld.

6

Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

In 2009/2010 ontwikkelt de inspectie risicoindicatoren voor andere werksoorten, zoals de bureaus jeugdzorg (BJZ) en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Naast de informatie uit de risicoindicatoren maakt de inspectie bij risicogestuurd toezicht gebruik van informatie die voortkomt uit onderzoek van gemelde calamiteiten, actualiteiten en oordelen en inschattingen van deskundigen. Bij het vastleggen en analyseren van de verschillende soorten informatie speelt het geautomatiseerde informatiesysteem, dat de inspectie in 2009 in gebruik heeft genomen en in 2010 zal verfijnen, een belangrijke rol als kennisinstrument.

Innovatie effectief toezicht
De inspectie is voortdurend op zoek naar wegen om haar effectiviteit te vergroten. Welke mix aan instrumenten is er nodig om het werk zo goed mogelijk te kunnen doen, met zoveel mogelijk kans op daadwerkelijke verbetering van de kwaliteit van de jeugdzorg? Het gaat hierbij niet om de hoeveelheid van de instrumenten, maar vooral om de kwaliteit van deze instrumentenmix. Past deze bij wat de samenleving wil, wat de politiek wenselijk acht en heeft de inspectie als organisatie de juiste vaardigheden om die instrumentenmix goed in te zetten? Het accountmanagement is een belangrijk instrument om een beeld te krijgen van de kwaliteit van de jeugdzorg binnen een bepaalde provincie. Binnen de inspectie is elke inspecteur verantwoordelijk voor de contacten met een bepaalde provincie en de daar werkzame jeugdzorginstellingen en andere toezichtobjecten. Jaarlijks stellen de inspecteurs accountplannen op, waarin staat hoe ze op een systematische manier zicht houden op de kwaliteit van de geleverde zorg. De inspectie maakt hierbij gebruik van diverse informatiebronnen, zoals jaarverslagen van jeugdzorginstellingen, meldingen van calamiteiten door instellingen en klachten van particulieren/signalen van professionals over instellingen in de jeugdzorg. Het accountmanagement maakt deel uit van het totale takenpakket van elke inspecteur en is binnen de inspectie dus geen specialisme. Onderdeel van accountmanagement is het structureel en systematisch volgen hoe instellingen en overheden omgaan met onderzoeksrapporten en aanbevelingen. Zo krijgt de inspectie een goed beeld van het nalevingsgedrag en verbetervermogen van de diverse toezichtobjecten. In 2010 zal de inspectie binnen het accountmanagement aandacht besteden aan het beschikbaar hebben en het beoefenen van continuïteitsplannen door instellingen, die zij bijvoorbeeld kunnen gebruiken bij de voorbereiding op een grieppandemie.

7 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Binnen de inspectie is er de afgelopen tijd ervaring opgedaan met betrekking tot het instrument van verscherpt toezicht. Als een instelling onder verscherpt toezicht staat, betekent dit dat de instelling extra aandacht heeft van de inspectie. De instelling moet de inspectie een plan laten zien waarin de instelling schrijft wat ze doet om de situatie zo snel mogelijk te verbeteren en de inspectie informeren over de voortgang van de uitvoering van het plan. De instelling staat maximaal één jaar onder verscherpt toezicht. Daarna vindt een hertoets plaats. In 2010 wil de inspectie deze vorm van toezicht verder verfijnen en een aangepaste publieksversie van de procesbeschrijving van het verscherpt toezicht uitbrengen om de instellingen en het bredere publiek te informeren over dit nieuwe toezichtinstrument. In 2009 heeft de inspectie voor het eerst een aantal keer onverwacht toezicht gedaan. Jeugdzorginstellingen weten in de regel wanneer de inspectie langskomt voor een toezichtbezoek en ook waar dan naar gekeken wordt. Vaak worden de bezoeken bewust ruim van te voren aangekondigd, zodat de instelling het toezicht goed kan voorbereiden: dossiers zijn verzameld en registraties liggen klaar, informanten zijn op de hoogte en houden tijd vrij voor het gesprek en werkplekken zijn klaar om bezocht te worden. Aangekondigd toezicht houdt echter ook een risico in, namelijk de mogelijkheid tot `window dressing'. Derhalve heeft de inspectie het instrument onverwacht toezicht aan haar instrumentenmix toegevoegd. In 2010 zal dit instrument verder worden ontwikkeld en ­ indien de situatie hierom vraagt ­ vaker worden ingezet. Bij het naar buiten brengen van haar visie en bevindingen maakt de inspectie steeds meer gebruik van haar website www.inspectiejeugdzorg.nl. Naast het publiceren van haar inspectierapporten op de website, publiceert de inspectie columns van de hoofd inspecteur over thema's die bijdragen aan een verdere professionalisering van de sector. Ook in 2010 blijft de inspectie de jeugdzorginstellingen stimuleren om in gezamenlijk overleg veldnormen te ontwikkelen9, waarbij de inspectie desgewenst graag een faciliterende rol bekleedt. De effectiviteit van het gebruik van kwaliteitsnormen hangt immers nauw samen met de mate waarin de sector zich kan herkennen in deze normen. Uiteraard blijft de inspectie altijd toezicht houden vanuit haar eigen verantwoordelijkheid.

9

Een voorbeeld is het `Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg' dat de MOgroep Jeugdzorg met medewerking van de inspectie in 2008 heeft opgesteld.

8 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

De inspectie werkt al enkele jaren met een systematische interne evaluatie van de uitgevoerde toezichtprojecten. In 2010 wil zij de meting van de klanttevredenheid een vast onderdeel uit laten maken van deze evaluaties, waarbij de inspectie de klant (lees: instelling waar het toezicht heeft plaatsgevonden) zal vragen om een oordeel te geven over proces en inhoud in relatie tot de toezichtlast. Vanuit de rijksinspecties wordt voor het meten van de klanttevredenheid een instrument ontwikkeld dat de inspectie zal opnemen in haar checklist voor projectevaluaties. In het kader van klanttevredenheid en vermindering van de toezichtlast, zal de inspectie verschillende onderzoeken die eventueel bij een zelfde instelling plaatsvinden op elkaar afstemmen en de uitvoering ervan zo mogelijk combineren.

Professionalisering
Professionalisering van de medewerkers vormt een belangrijk uitgangspunt binnen de inspectie. Naast het zelf organiseren van verschillende trainingen, maakt de inspectie tevens gebruik van opleidingen die zijn ontwikkeld door de gezamenlijke rijksinspecties. De inspectie organiseert in 2010 voor haar medewerkers trainingen die gericht zijn op de versterking van de vakinhoudelijke kennis, kennis op het gebied van de uitvoering van toezicht en trainingen gericht op het ontwikkelen van de vaardigheden van haar medewerkers. Daarnaast zijn competentiemanagement en het voeren van ontwikkelgesprekken belangrijke instrumenten om te investeren in de professionaliteit van individuele medewerkers. In 2010 gaat de inspectie een zogenaamde `code of conduct' ontwikkelen voor haar inspecteurs. Daarin is vastgelegd hoe en vanuit welke principes inspecteurs optreden en handelen en hoe zij met elkaar en de buitenwereld omgaan. Nadenken over het eigen handelen is iets wat min of meer dagelijks plaatsvindt. Het wordt krachtiger en draagt beter bij aan de ontwikkeling van de Inspectie jeugdzorg als dit gestructureerd gebeurt. Daarom gaat de inspectie in 2010 systematisch werken aan het in groepsverband bespreken van casussen waarin dilemma's op het gebied van beroepsethiek en professionaliteit aan de orde komen.

9 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010


3. De Inspectie jeugdzorg, toezicht in 2010

De jeugdzorg richt zich op het beschermen en ondersteunen van kwetsbare kinderen en jongeren. Binnen deze doelgroep bestaan groepen kinderen en jongeren die extra kwetsbaar zijn, zoals jonge kinderen en allochtone jongeren. Om verantwoorde zorg te kunnen bieden aan deze kinderen en jongeren is vaak een specifieke aanpak van de zorgaanbieder noodzakelijk. Daarnaast zijn deze groepen soms moeilijk bereikbaar voor die zorg. De inspectie wil ­ daar waar mogelijk ­ binnen haar toezicht extra aandacht besteden aan deze groepen en zo gericht bijdragen aan het versterken van hun positie en het verbeteren van de kwaliteit van de zorg die zij krijgen of zouden moeten krijgen. Dit betekent dat in haar onderzoeken de (aanvullende) vraag aan bod komt hoe het in het onderhavige onderzoek gesteld is met de positie van die kwetsbare groepen kinderen. In de rapportage zullen voor deze groep(en) herkenbare conclusies staan. De onderzoeken die de inspectie in 2010 gaat doen zijn onder te verdelen in drie categorieën: toezicht samen met andere (jeugd)inspecties binnen het Integraal Toezicht Jeugdzaken, toezicht naar aanleiding van calamiteiten en gepland toezicht. In dit hoofdstuk leest u hoe de inspectie aan deze vormen van toezicht invulling geeft.

10

Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ)
In 2010 besteedt de Inspectie jeugdzorg een deel van haar capaciteit aan de samen werking met andere (jeugd)inspecties binnen Integraal Toezicht Jeugdzaken. Dit is een structureel samenwerkingsverband van vijf rijksinspecties10 die taken hebben op het terrein van jeugd. ITJ richt zich op problemen van en door jongeren, zoals kindermis handeling en jeugdcriminaliteit. In de onderzoeken wordt gekeken naar de kwaliteit van de samenwerking van voorzieningen voor jeugd. ITJ wil op deze manier een bijdrage leveren aan de oplossing van problemen rondom jongeren. Het programma bureau van ITJ is sinds 2008 organisatorisch ondergebracht bij de Inspectie jeugdzorg. In 2010 worden de onderzoeken naar drie thema's afgerond: armoede, verslaving en goed voorbereid naar school. In 2010 zal tevens een nader te bepalen aantal nieuwe thematische onderzoeken worden gestart. Deze onderzoeken lopen door naar 2011. Daarnaast worden vanaf 2010 structureel de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) in de onder zoeken van ITJ betrokken. Eind 2010 is er in elke gemeente minimaal één centrum. In die centra zijn diverse organisaties aanwezig die zich richten op ouders en jongeren die vragen hebben over opvoeden en opgroeien. Het centrum biedt hen advies, ondersteuning en hulp op maat aan. ITJ kijkt niet alleen naar de samenwerking binnen een CJG, maar ook naar de samenwerking van het CJG met voorzieningen voor jeugd die niet in het CJG aanwezig zijn. ITJ stelt een eigen werkprogramma op, waarin een nadere uitwerking van het toezicht wordt gegeven (zie www.jeugdinspecties.nl).

Toezicht naar aanleiding van calamiteiten
Calamiteiten die plaatsvinden binnen een jeugdzorginstelling of justitiële jeugd inrichting worden gemeld bij de Inspectie jeugdzorg volgens afspraken die met de instellingen hierover zijn gemaakt. De inspectie analyseert en beoordeelt de inhoud van deze meldingen. Dit kan ertoe leiden dat zij aanvullende informatie opvraagt. Bestudering van deze informatie kan aanleiding zijn voor de inspectie om de instelling te verzoeken een eigen intern onderzoek te doen en eventuele verbetermaatregelen op te stellen. Ook kan het zo zijn dat de inspectie zelf onderzoek doet, resulterend in een rapport met aanbevelingen. Daarnaast worden de calamiteiten van een instelling over een wat langere tijd bekeken en het patroon dat daar uit voortkomt kan ook aanleiding zijn voor de inspectie om nader onderzoek te doen naar een instelling. Dit laatste past in het selectief toezicht van de inspectie, waarbij meer gelet wordt op de risico's in de kwaliteit en de veiligheid van kinderen. De inspectie blijft via de meldingen op de hoogte van calamiteiten en van het feitelijk wegnemen van mogelijke risico's. Tegelijkertijd wil de inspectie hiermee bereiken dat instellingen hun eigen verbeteringen tot stand brengen en leren van de calamiteiten en de oplossingen. 10

Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), Inspectie van het Onderwijs (IvhO), Inspectie jeugdzorg (IJZ), Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) en Inspectie Werk en Inkomen (IWI).

11 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Gepland toezicht
In dit hoofdstuk leest u welke toezichtprojecten de inspectie in 2010 uitvoert. De projecten worden gepresenteerd per hoofdaspect, waarbij dient te worden aangetekend dat in een toezichtproject vaak meerdere aspecten aan de orde komen. De aspecten zijn: Veiligheid van het kind: Samenwerken tussen instellingen: Cliëntgerichtheid van de hulp: Resultaatgerichtheid:

12 toezichtprojecten 3 toezichtprojecten 2 toezichtprojecten 3 toezichtprojecten

Veiligheid
Alle kinderen en hun ouders of verzorgers die in Nederland met jeugdzorg te maken krijgen, moeten ervan uit kunnen gaan dat de instellingen de veiligheid van het kind voorop stellen. Hierbij is het van belang dat zij zowel fysiek veilig zijn op de plaatsen waar zij verblijven als dat zij zich, overeenkomstig hun leeftijdsbehoeften, veilig kunnen ontwikkelen gedurende de periode dat zij jeugdzorg ontvangen. Toezicht op de BES-eilanden Naar verwachting zullen de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BESeilanden) per 10 oktober 2010 `bijzondere' gemeenten van Nederland worden, waardoor de jeugdzorg op deze eilanden zal vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister voor Jeugd en Gezin. Vanaf de overgangsdatum zal er ook een structurele vorm van toezicht moeten zijn op de jeugdzorginstellingen op deze eilanden. In 2009 heeft de inspectie een eerste verkenning gedaan naar de kwaliteit van de jeugdzorginstellingen op de BESeilanden. In 2010 zal de inspectie met de betrokken partijen in overleg treden om te onderzoeken hoe een meer structurele vorm van toezicht op de jeugdzorginstellingen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba eruit zou kunnen gaan zien. Vervolgtoezicht Veiligheid voor jeugdigen in justitiële jeugdinrichtingen In 2007 hebben de Inspectie jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie voor de Sanctietoepassing het landelijk rapport `Veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen: opdracht met risico's'11 uitgebracht. Naar aanleiding van dit onderzoek verrichten de inspecties vervolgtoezicht naar de veiligheid binnen de veertien justitiële jeugdinrichtingen (JJI's) in Nederland. Het doel van het toezicht is dat de inrichtingen verbeteringen doorvoeren om de geconstateerde risico's te verkleinen. Het vervolgtoezicht wordt begin 2010 afgesloten.

11

Inspectie jeugdzorg, september 2007 (zie www.inspectiejeugdzorg.nl).

12 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Deze integrale aanpak heeft voor de betrokken inspecties meerwaarde gehad. Daarom willen de inspecties hun samenwerking behouden. In de loop van 2010 stellen de inspecties vast hoe zij hun samenwerking in het toezicht op de justitiële jeugdinrichtingen structureel vorm willen geven. Entreetoets nieuwe aanbieders van gesloten jeugdzorg Sinds 1 januari 2008 is het mogelijk om jongeren met ernstige opgroei en opvoedings problemen te behandelen binnen een gesloten setting. Met de minister voor Jeugd en Gezin is afgesproken dat alle nieuwe instellingen voor gesloten jeugdzorg, een half jaar nadat ze gestart zijn, een zogenaamde entreetoets krijgen. Door middel van deze toets kijkt de inspectie of deze instellingen voorwaarden scheppen voor veilige en verantwoorde zorg. In 2010 zal de inspectie ­ in afstemming met de Inspectie voor de Gezondheidszorg ­ een entreetoets afnemen bij een aantal nieuwe aanbieders van gesloten jeugdzorg. Begin 2009 heeft de Inspectie jeugdzorg samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg een rapport uitgebracht, naar aanleiding van een entreetoets bij Jeugdformaat/JuttersCombinatie (JJC)12. Tijdens de entreetoets bleek dat JJC nog niet voldeed aan de normen voor een veilig behandelklimaat en hebben de inspecties de instelling onder verscherpt toezicht geplaatst. Eind 2009 hebben de inspecties een hertoets afgenomen bij JJC. De resultaten hiervan worden begin 2010 gepresenteerd. Toezicht alle aanbieders van gesloten jeugdzorg op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg In het najaar van 2008 heeft de MOgroep Jeugdzorg met medewerking van de inspectie normen opgesteld voor de gesloten jeugdzorg en deze vastgelegd in het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg. De inspectie zal op basis van dit kwaliteitskader bij alle aanbieders van gesloten jeugdzorg tot 2012 stapsgewijs toezicht houden. Waar nodig werkt de inspectie samen met collegainspecties. Dit toezicht vindt dus ook plaats bij de instellingen waarvan het nieuwe aanbod gesloten jeugdzorg al eerder getoetst is in hun voormalige hoedanigheid als JJI.

12

Inspectie jeugdzorg, februari 2009 (zie www.inspectiejeugdzorg.nl)

13 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Het toezicht wordt uitgevoerd in drie stappen waarbij het accent ligt op de volgende thema's uit het kwaliteitskader: 1. gesloten leefomgeving, met name de rechtspositie van de jeugdige inclusief de toekenning van verlof: 20082009, onderzoek naar beleid en praktijk. Rapportage eerste helft 2010. Bij instellingen die `onvoldoende' scoren op dit onderwerp voert de inspectie in 2009/2010 vervolgonderzoek uit; 2. behandel- en opvoedplanning, opvoeding en personeel: 20092011, onderzoek naar beleid en praktijk. Hieronder wordt onder meer verstaan het opstellen en uitvoeren van het behandelplan, de multidisciplinaire aanpak, het leefklimaat en medische, geestelijke en emotionele verzorging. Rapportage begin 2011; 3. behandeling, dagprogramma en ketensamenwerking: 20112012, onderzoek naar beleid en praktijk. Hier wordt onder meer onder verstaan een individueel behandelplan, dagstructuur en dagbesteding, onderwijs, trajectverantwoordelijkheid en samen werking. Rapportage in het voorjaar 2012. Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming In 2009 is de inspectie een landelijk onderzoek gestart naar de kwaliteit van het primaire proces van de beschermingstaak (civiele taak) van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), dat doorloopt naar 2010. Onder de beschermingstaak van de RvdK vallen meerdere activiteiten. Dit onderzoek richt zich op de grootste en meest bekende taak, namelijk het doen van onderzoek naar de verzorgings of opvoedingssituatie van een jongere wanneer BJZ inschat dat er sprake is van een (vermoedelijke) schending van het fundamentele recht van een minderjarige op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid. Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen In het najaar van 2008 heeft de inspectie de notitie `Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen'13 gepubliceerd. In deze notitie concludeerde de inspectie dat uit haar onderzoek is gebleken dat het onderzoeken, taxeren en beperken van het risico op voor kinderen ernstig bedreigende gebeurtenissen een onvoldoende structureel en expliciet onderdeel is van het primaire proces van de jeugdbescherming. Inmiddels zijn er belangrijke stappen gezet om het primaire proces in de jeugd bescherming te verbeteren en de veiligheid van onder toezicht gestelde kinderen beter te waarborgen. De Deltamethode gezinsvoogdij is in 2009 bij alle BJZ's geïmplementeerd en dit geldt ook voor het veiligheidskader `Veiligheidsbeleid en risicomanagement in het bureau jeugdzorg'14 dat in 2008 door de MOgroep Jeugdzorg is vastgesteld.

13 14

Inspectie jeugdzorg, oktober 2008 (zie www.inspectiejeugdzorg.nl). Berge, I. ten en A. van Montfoort (juni 2008). Veiligheidsbeleid en risicomanagement in het bureau jeugdzorg. Utrecht/Woerden: Nederlands Jeugdinstituut, Adviesbureau Van Montfoort.

14 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Op verzoek van de minister voor Jeugd en Gezin is de inspectie in 2009 een onderzoek gestart naar het onderdeel `risicomanagement' van de Deltamethode. Hierbij gaat de inspectie na of de BJZ's en de drie landelijk werkende gezinsvoogdijinstellingen systematisch risicomanagement toepassen bij de kinderen die onder hun toezicht zijn gesteld. De resultaten van het onderzoek zullen in 2010 worden gepresenteerd. Campussen Het kabinet wil de maatschappelijke participatie van alle jongeren versterken: alle jongeren gaan naar school, werken of doen werkervaring op. Ook jongeren die met de gebruikelijke hulpverlening niet worden bereikt, wil het kabinet terugleiden naar maatschappelijke participatie. Het gaat daarbij om jongeren (1227 jaar) zonder zicht op opleiding of arbeid die dreigen af te glijden naar maatschappelijk ongewenst gedrag. Voor deze groep moeilijk te motiveren jongeren wordt ervaring opgedaan met een nieuw instrument: de campussen. Door middel van een aantal pilotprojecten wil het kabinet inzicht krijgen in de meest effectieve aanpak voor deze groep jongeren en wil zij een op ervaring gebaseerde onderbouwing krijgen voor landelijke invoering van de campussen. Bij drie van deze campussen wordt 24uurszorg geboden, te weten Wyldemerk, de Uitdaging en het Werkhotel. De inspectie heeft in 2009 bij deze drie campussen toezicht gedaan, waarbij de inspectie met name heeft gekeken naar de mate waarin de campus voorziet in voorwaarden voor een veilig en verantwoord leefklimaat. De resultaten van dit toezicht zullen begin 2010 worden gepresenteerd. Het toezicht bij Wyldemerk betreft een hertoets van een eerder gedaan onderzoek dat de inspectie samen met de Inspectie van het Onderwijs in de eerste helft van 2009 heeft gedaan en waarover in juli 2009 is gerapporteerd (`Rapport van bevindingen. Onderzoek bij campus Wyldemerk (Harich)'15). Nieuwe aanbieders van jeugdzorg Provincies kunnen besluiten om gebruik te maken van nieuwe aanbieders van jeugdzorg. De provincie beoordeelt daarbij of het verantwoord is gebruik te maken van het zorgaanbod van deze instelling. Vervolgens kan de provincie de inspectie verzoeken om, minimaal een half jaar nadat daadwerkelijk zorg wordt geboden aan cliënten, de zorgaanbieder een kwaliteitstoets af te nemen. Binnen dit toezicht onderzoekt de inspectie in hoeverre de instelling voldoet aan de voorwaarden voor een veilig opvoedingsklimaat en verantwoorde zorg. In 2010 voert de inspectie bij een nader te bepalen aantal nieuwe zorgaanbieders toezicht uit.

15

Inspectie van het Onderwijs/Inspectie jeugdzorg, juli 2009 (zie www.inspectiejeugdzorg.nl).

15 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Ruimte en grenzen rond seksualiteit in residentiële instellingen In 2007 en 2008 heeft de inspectie bij alle provinciale en landelijk werkende residentiële zorgaanbieders onderzocht welk beleid deze instellingen hebben op het gebied van belangrijke thema's rondom seksualiteit, te weten bejegening, seksualiteit, preventie, reactie en deskundigheid. In 2008 is bij vier instellingen onderzoek gedaan naar de mate waarin deze thema's in de praktijk aandacht krijgen. Dit onderzoek heeft een instrumentarium opgeleverd waarmee ook andere instellingen onderzocht kunnen worden. Eind 2009/begin 2010 zal de inspectie met behulp van dit instrumentarium praktijk onderzoek doen bij vier instellingen in de provincie Utrecht. Werkwijze Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) bij het zien van het kind en interactie met de melder Op verzoek van de minister voor Jeugd en Gezin is de inspectie in 2009 een onderzoek gestart bij vijf AMKvestigingen16. Binnen dit toezichtproject onderzoekt de inspectie of het AMK het kind altijd ziet in de context van het gezin en gaat de inspectie na of aan de melder is teruggekoppeld wat er met de melding gedaan is. Bovenstaande activiteiten zullen in het voorjaar van 2010 resulteren in een rapport waarin de onderzoeksbevindingen bij de vijf AMKvestigingen op geaggregeerd niveau zijn verwerkt. Risicotaxatie en systematisch handelen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) In 2010 zal de inspectie in de provincies Groningen, Drenthe, Amsterdam, ZuidHolland, Haaglanden en NoordBrabant onderzoek doen naar risicotaxatie en systematisch handelen bij het AMK. Het onderzoek zal een rapport opleveren per AMK en daarnaast een overkoepelende notitie. Veilige en verantwoorde zorg Stichting Nieuw Veldzicht Eind 2007 heeft de inspectie bij Stichting Nieuw Veldzicht onderzoek gedaan naar de mate waarin deze instelling voldoet aan randvoorwaarden voor verantwoorde zorg en een veilig opvoedingsklimaat. In 2009 start de inspectie een onderzoek waarin zij nagaat of de aanbevelingen hebben geleid tot een verbetering van de kwaliteit van zorg. Het onderzoek zal doorlopen naar 2010.

16

Binnen dit toezichtproject wordt onderzoek gedaan bij één AMKvestiging in Drenthe, één in Overijssel, één in Amsterdam en twee in NoordBrabant.

16 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Samenwerken
Samenwerking van voorzieningen is van groot belang voor de kwaliteit van de hulpverlening. In alle onderzoeken waarbij meerdere instellingen betrokken zijn, kijkt de inspectie naar deze onderlinge samenwerking. Het komt voor dat een gezin met meerdere instellingen tegelijk te maken heeft of dat de ene instelling de hulpverlening van de andere overneemt. Het gaat hier om de zogeheten `keten van voorzieningen'. De inspectie verwacht dan dat de continuïteit van de zorg gewaarborgd is en dat instellingen elkaar daarop aanspreken. Screening en begeleiding cultuur- en netwerkgezinnen door Nidos Nidos is een landelijk werkende voogdijinstelling specifiek voor Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV's). Nidos werft en screent cultuurgezinnen voor AMV's en plaatst de eigen pupillen in deze gezinnen. Cultuurgezinnen zijn gezinnen met dezelfde culturele achtergrond als de AMV. Daarnaast plaatst Nidos AMV's in netwerkgezinnen. Netwerkgezinnen zijn gezinnen waarvan de opvangouders familie zijn van de AMV. Na de plaatsing begeleidt een voogd van Nidos de AMV's. In 2010 doet de inspectie onderzoek naar deze taken van Nidos. Jeugdreclassering In 2010 doet de inspectie in een nader te bepalen aantal provincies onderzoek naar de uitvoering van de jeugdreclassering door BJZ en de afstemming hierbij met de RvdK en het Openbaar Ministerie. De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) onderzoekt in 2010 op welke wijze instellingen uit het volwassenenstrafrecht ­ waaronder ook de reclassering ­ aansluiten op de instellingen uit het jeugdstrafrecht, welke informatie zij aan elkaar overdragen en hoe de samenwerking en informatieoverdracht verloopt. Aangezien er raakvlakken en mogelijk overlappingen zijn met het project `Jeugdreclassering' van de Inspectie jeugdzorg, zullen beide inspecties vooraf nagaan waar afstemming/samenwerking gewenst is, zodat het toezicht zo efficiënt mogelijk kan worden georganiseerd.

17 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Zorgcoördinatie en verantwoordelijkheid in complexe zorgtrajecten voor jeugdigen In 2007 deed de inspectie samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) onderzoek naar het `Maasmeisje'. Dit onderzoek resulteerde in het rapport `Brede zorgcoördinatie noodzakelijk. Onderzoek naar de hulpverlening rond het meisje Gessica'17. Afgesproken is dat de gemeente Rotterdam bewaakt of de aanbeve lingen uit dit rapport worden vertaald in beleid. In 2010 starten de inspecties met de voorbereiding van een onderzoek in 2011 waarin zij gaan toetsen of de wijzigingen in het beleid hebben geleid tot verbeteringen in het handelen van de instellingen.

Cliëntgerichtheid
De inspectie verwacht dat instellingen het probleem van de cliënt centraal stellen en dat zij de jongeren en hun ouders of verzorgers betrekken bij de hulpverlening. Hun inbreng is een voorwaarde voor verantwoorde zorg, omdat het belangrijk is dat zij zich kunnen vinden in de aanpak die wordt gekozen. Als de belangen van kind en ouder(s) botsen, is het belang van het kind altijd doorslaggevend. Kwaliteitskader zorgaanbod in het buitenland In 2008/2009 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar zorgaanbieders in Nederland die gebruik maken van zorgaanbod in het buitenland. Het project bestond uit een inventarisatie van de aard en omvang van dit type zorgaanbod en een risico inventarisatie om zicht te krijgen op de grootste risico's. De uitkomsten van dit onderzoek hebben ertoe geleid dat het IPO van plan is om samen met de MOgroep Jeugdzorg en de inspectie een Kwaliteitskader Buitenlands Zorgaanbod te gaan ontwikkelen. Met de ontwikkeling van dit kwaliteitskader zal begin 2010 worden gestart. Interlandelijke adoptie In 2009 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar het primaire proces van alle vergunninghouders interlandelijke adoptie18. Bij dit toezicht was ook de RvdK betrokken, daar deze het gezinsonderzoek naar de aspirant adoptieouders uitvoert. De resultaten van dit onderzoek worden begin 2010 gepresenteerd. In overleg met het ministerie van Justitie zal de inspectie begin 2010 bezien of en zo ja, naar welk onderdeel van interlandelijke adoptie zij in 2010 onderzoek doet.

17 18

Inspectie jeugdzorg, mei 2007 (zie www.inspectiejeugdzorg.nl) De vergunninghouders interlandelijke adoptie in Nederland zijn: HOGAR, Nederlandse Adoptie Stichting, Stichting Afrika, Stichting FLASH, Stichting Kind en Toekomst, Stichting Meiling en Wereldkinderen

18 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Resultaatgerichtheid
De inspectie verwacht dat jeugdzorginstellingen zich richten op het resultaat van de zorg voor de cliënt. Dit betekent dat instellingen helder maken welk resultaat zij nastreven, hoe zij dit realiseren en dat zij vaststellen welk resultaat is bereikt met de hulpverlening. Zij evalueren hun hulpverlening en wijzigen op basis hiervan systematisch hun handelen. Begeleiding biologische ouders in periode dat kinderen in pleeggezin zijn ondergebracht In 2008 en 2009 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de veiligheid van pleeg kinderen in pleeggezinnen. In aansluiting op dit toezicht gaat de inspectie in 2010 onderzoek doen naar de begeleiding van de biologische ouders (door pleegzorg aanbieders en/of BJZ) in de periode dat hun kinderen in een pleeggezin zijn ondergebracht. Verantwoorde zorg voor personen en gezinnen met geringe sociale redzaamheid Gezinnen en kinderen met een geringe zelfredzaamheid krijgen niet altijd de zorg die ze nodig hebben. Dit kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de betrokkenen en de maatschappij. Het gaat daarbij vaak om kinderen met een licht verstandelijke beperking (LVGjongeren) met bijkomende gedragsstoornissen die in verschillende hulpverlenings en ondersteuningscircuits terecht komen. De hulpverlening is vaak discontinu en eenzijdig gericht. Bovendien is er vaak niet genoeg samenwerking tussen de betrokken (onderwijs)instellingen en hulpverleners, waardoor er onvoldoende flexibiliteit is in het aanbod en er daardoor vaak geen hulp op maat geboden kan worden. In 2009 hebben de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie jeugdzorg onderzocht of toezicht een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de zorg voor deze kinderen en gezinnen, waarbij de Inspectie voor de Gezondheidszorg de rol van projectleider bekleedde. De resultaten van dit onderzoek waren dermate positief dat de inspecties het project in 2010 voortzetten. Zij zullen dit doen door aan de hand van een zorgmodel goede initiatieven te stimuleren. Nazorg in de laatste fase en na afloop van het hulpverleningsproces Het stadsgewest Haaglanden krijgt regelmatig signalen dat de zorg van cliënten in de jeugdzorg in de laatste fase van de hulpverlening en/of na afloop onvoldoende is, waardoor het risico bestaat dat cliënten terugvallen en opnieuw jeugdzorg nodig hebben. Om hier beter zicht op te krijgen, is de inspectie eind 2009 een onderzoek naar dit onderwerp gestart in het stadsgewest. Het onderzoek loopt door naar 2010.

19 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010


4. Schematisch overzicht toezichtprojecten 2010

In hoofdstuk 3 is het toezicht dat de inspectie in 2010 uitvoert inhoudelijk toegelicht. In dit hoofdstuk vindt u drie tabellen waarin deze toezichtprojecten overzichte lijk op een rijtje worden gezet. In de eerste tabel staan ­ per provincie ­ alle toezichtprojecten opgesomd die de inspectie gaat doen bij de door de provincie gefinancierde instellingen. In de tweede tabel vindt u een aantal toezichtprojecten waarvoor nog moet worden bepaald in welke provincies de uitvoering plaats zal vinden. De derde tabel toont de toezichtprojecten die de inspectie gaat doen bij door het Rijk gefinancierde instellingen.

20

Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Overzicht toezichtprojecten bij door de provincie gefinancierde instellingen in 2010 Provincie Groningen Onderwerp Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Risicotaxatie en systematisch handelen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Betrokken provincies Alle provincies Alle provincies Groningen Drenthe Amsterdam Zuid-Holland Haaglanden Noord-Brabant Groningen Alle provincies Alle provincies Alle provincies Alle provincies Drenthe Overijssel Amsterdam Noord-Brabant Groningen Drenthe Amsterdam Zuid-Holland Haaglanden Noord-Brabant Alle provincies Alle provincies Drenthe Overijssel Amsterdam Noord-Brabant Alle provincies Alle provincies Alle provincies Alle provincies Flevoland Alle provincies Alle provincies Utrecht

Nieuwe aanbieder van jeugdzorg Friesland Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Drenthe Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Werkwijze Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) bij het zien van het kind en interactie met de melder

Risicotaxatie en systematisch handelen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)

Overijssel

Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Werkwijze Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) bij het zien van het kind en interactie met de melder

Gelderland

Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen

Flevoland

Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Veilige en verantwoorde zorg Stichting Nieuw Veldzicht

Utrecht

Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Ruimte en grenzen rond seksualiteit in residentiële instellingen

21 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Provincie Noord-Holland

Onderwerp Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen

Betrokken provincies Alle provincies Alle provincies Alle provincies Alle provincies Drenthe Overijssel Amsterdam Noord-Brabant Groningen Drenthe Amsterdam Zuid-Holland Haaglanden Noord-Brabant Alle provincies Alle provincies Groningen Drenthe Amsterdam Zuid-Holland Haaglanden Noord-Brabant Alle provincies Alle provincies Groningen Drenthe Amsterdam Zuid-Holland Haaglanden Noord-Brabant Haaglanden Alle provincies Alle provincies Rotterdam Alle provincies Alle provincies

Stadsregio Amsterdam

Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Werkwijze Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) bij het zien van het kind en interactie met de melder

Risicotaxatie en systematisch handelen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)

Zuid-Holland

Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Risicotaxatie en systematisch handelen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)

Stadsgewest Haaglanden

Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Risicotaxatie en systematisch handelen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)

Nazorg in de laatste fase en na afloop van het hulpverleningsproces Stadsregio Rotterdam Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Zorgcoördinatie en verantwoordelijkheid in complexe zorgtrajecten voor jeugdigen Zeeland Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen

22 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Provincie Noord-Brabant

Onderwerp Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Werkwijze Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) bij het zien van het kind en interactie met de melder

Betrokken provincies Alle provincies Alle provincies Drenthe Overijssel Amsterdam Noord-Brabant Groningen Drenthe Amsterdam Zuid-Holland Haaglanden Noord-Brabant Alle provincies Alle provincies

Risicotaxatie en systematisch handelen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)

Limburg

Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen

Overzicht toezichtprojecten 2010 waarvoor nog onbekend is in welke provincies de uitvoering plaatsvindt Onderwerp Begeleiding ouders in periode dat hun kinderen in een pleeggezin zitten Object van toezicht Nader te bepalen aantal: - pleegzorgaanbieders - BJZ's Nader te bepalen aantal BJZ's

Jeugdreclassering

Overzicht toezichtprojecten bij door het Rijk gefinancierde instellingen in 2010 Onderwerp Toezicht op de BES-eilanden Vervolgtoezicht Veiligheid voor jeugdigen in justitiële jeugdinrichtingen Entreetoets nieuwe aanbieders van gesloten jeugdzorg Toezicht alle aanbieders van gesloten jeugdzorg op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Kwaliteit van de beschermingstaak van de Raad voor de Kinderbescherming Interlandelijke adoptie Object van toezicht Jeugdzorginstellingen op de BES-eilanden Alle JJI's Nader te bepalen aantal aanbieders van gesloten jeugdzorg Alle aanbieders van gesloten jeugdzorg Alle regio's RvdK Alle BJZ's Nader te bepalen Betrokken inspecties IJZ IvhO, IGZ, ISt, AI, IJZ IGZ, IJZ Nader te bepalen IJZ IJZ

23 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Onderwerp Kwaliteit geboden zorg op campussen

Object van toezicht Pilotprojecten campussen: - Wyldemerk (Friesland) - Uitdaging (Utrecht) - Werkhotel (Noord-Holland) Nader te bepalen aantal Nidos-vestigingen Nader te bepalen aantal: - PI's - JJI's - vestigingen RvdK - BJZ's

Betrokken inspecties IvhO, IJZ IJZ IJZ IJZ ISt, IGZ, IJZ

Screening en begeleiding cultuur- en netwerkgezinnen door Nidos Overdracht van informatie in de strafrechtsketen van 18- naar 18+

Gebruikte afkortingen
AI AMK AMV BES-eilanden BJZ CJG fte GGZ IGZ IJZ IOOV IPO ISt ITJ IvhO IWI JJC JJI LVG-jongeren MOgroep Jeugdzorg ots PI RvdK Arbeidsinspectie Advies en Meldpunt Kindermishandeling Alleenstaande Minderjarige Vreemdeling Bonaire, Sint Eustatius en Saba Bureau Jeugdzorg Centrum voor Jeugd en Gezin fulltime equivalent Geestelijke Gezondheidszorg Inspectie voor de Gezondheidszorg Inspectie jeugdzorg Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Interprovinciaal Overleg Inspectie voor de Sanctietoepassing Integraal Toezicht Jeugdzaken Inspectie van het Onderwijs Inspectie Werk en Inkomen Jutters Jeugdformaat Combinatie Justitiële Jeugdinrichting Licht Verstandelijk Gehandicapte jongeren Maatschappelijk Ondernemers Groep Jeugdzorg ondertoezichtstelling Penitentiaire Inrichting Raad voor de Kinderbescherming

24 | Inspectie jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2010

Wat is de Inspectie jeugdzorg?
De Inspectie jeugdzorg is in 1988 bij wet ingesteld en houdt toezicht op de jeugdzorg in Nederland. De inspectie werkt onder de verantwoordelijkheid van de minister voor Jeugd en Gezin en de minister van Justitie. De inspectie is inhoudelijk onafhankelijk.

Wat zegt de wet over de Inspectie jeugdzorg?
De Wet op de jeugdzorg geeft de Inspectie jeugdzorg de volgende taken: · onderzoek doen naar de kwaliteit van de jeugdzorg; · toezicht houden op de naleving van de kwaliteitseisen die in de wet staan; · voorstellen doen voor verbetering. De inspectie houdt toezicht op verzoek van het ministerie voor Jeugd en Gezin, het ministerie van Justitie, de provincies of uit eigen beweging.

Wat is toezicht?
Toezicht houden betekent dat de inspectie informatie verzamelt over de kwaliteit van de jeugdzorg, zich een oordeel vormt en zo nodig ingrijpt. Ook kijkt de inspectie of het beleid voor de jeugdzorg in de praktijk goed werkt. Daarover adviseert de inspectie gevraagd en ongevraagd. De rapporten van de inspectie zijn in principe openbaar. De openbaar gemaakte rapporten staan op de website van de inspectie: www.inspectiejeugdzorg.nl.

Wat wil de Inspectie jeugdzorg met het toezicht bereiken? De inspectie wil met haar onderzoeken bijdragen aan: · het behouden en bevorderen van de kwaliteit van de jeugdzorg; · het versterken van de positie van jongeren en hun ouders of verzorgers (de cliënten); · de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het beleid.

Waar houdt de inspectie toezicht?
De Inspectie jeugdzorg kent vier `domeinen' van toezicht. De inspectie heeft namelijk volgens vier verschillende wetten toezichttaken en bevoegdheden: · Wet op de jeugdzorg; · Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen; · Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie; · Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

De inspectie heeft op grond van die wetten toezicht op de volgende organisaties:
· · · · · · de bureaus jeugdzorg; de jeugdzorgaanbieders; de Justitiële Jeugdinrichtingen; de vergunninghouders voor interlandelijke adoptie; de opvangvoorzieningen voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen; de Raad voor de Kinderbescherming.

www.inspectiejeugdzorg.nl

---- --