Ingezonden persbericht
Den Haag 22 februari 2011
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie
over extra rechercheurs voor de opsporing van kinderporno
* Kent u het bericht "Kinderporno overstelpt politie; Expertisecentrum pleit voor extra rechercheurs"? (Trouw 21-2-2011)
* Is het waar dat de capaciteit van de in opsporing van kinderporno gespecialiseerde rechercheurs volledig gebruikt wordt? Zo ja, wat betekent dit voor nieuwe zaken van kinderporno en zaken die nog op de plank liggen? Zo nee, hoeveel capaciteit is er dan nog wel beschikbaar?
* Deelt u de verwachting van de in het artikel aangehaalde persofficier van het OM dat "op basis van cijfers uit voorgaande jaren ( ...) er nog veel meer zaken aan het licht komen"? Zo ja, deelt u dan ook de mening van deze persofficier dat de capaciteit voor recherche op het terrein van kinderporno moet worden uitgebreid? Zo nee, waarom niet?
* Deelt u de mening dat hoewel het landelijk expertisecentrum kinderpornografie en de technologie helpen bij het opsporen van kinderporno, dat "meer handen en voeten" ook nodig zijn? Zo ja, hoe gaat u hier gevolg aan geven? Zo nee, waarom niet?
* Hoe is de situatie ten aanzien van de capaciteit voor de opsporing van kinderporno in andere politieregio's dan de regio Rotterdam-Rijnmond? Hebt u meer signalen over een tekort aan capaciteit ontvangen en zo ja, welke signalen zijn dat en tot welke conclusies heeft dit bij u geleid?
* Deelt u de urgentie die de staatssecretaris van Justitie op 2 december 2010 in een Algemeen Overleg met de Kamer uitsprak en zijn toezegging om met u te gaan spreken over de uitbreiding van de capaciteit voor de aanpak van kinderporno met 75 fte? Zo ja, wat is de actuele stand van zaken ten aanzien ten aanzien van de uitbreiding van het fte? Zo nee, waarom deelt u die urgentie niet?
* Kunt u aangeven welke criteria er worden gehanteerd ten aanzien van de urgentie en wenselijkheid van politiecapaciteit die gericht wordt op het tegen gaan van dierenleed te weten de zogenoemde "animal cops" en hoe zich dit verhoudt tot de urgentie en wenselijkheid van de uitbreiding van de capaciteit ten aanzien van de bestrijding van kinderporno?