Gemeente Maastricht

'Brain drain' Maastricht blijkt niet te bestaan

Stad weet studenten te binden

Al vele jaren doet in de Maastrichtse samenleving het verhaal de ronde dat de stad kampt met een zogeheten 'brain drain'. Dat wil zeggen dat studenten na hun opleiding aan de universiteit of het HBO massaal vertrekken naar andere steden voor een baan. Daardoor zou Maastricht een structureel tekort aan kenniswerkers hebben, hetgeen de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de weg staat.

Uit een onderzoek in opdracht van NICIS met als titel "Hoger opgeleiden in grote steden in Nederland: brain drain of brain gain?" blijkt echter dat de Maastrichtse 'brain drain' een hardnekkig misverstand is. In Maastricht is er zelfs sprake van dat het aantal kenniswerkers substantieel groeit (brain gain). In de stad blijven dus meer academische en hoog opgeleide jongeren 'hangen' dan er vertrekken, zo komt uit het onderzoek naar voren. "Dit is een bijzonder positieve ontwikkeling voor de economie en de werkgelegenheid in Maastricht", aldus wethouder André Willems (arbeidsmarktbeleid).

NICIS is het kennisinstituut van, voor en door Nederlandse steden en levert informatie over grootstedelijke thema's op het gebied van bestuur, economie, onderwijs, veiligheid, welzijn, integratie en wonen. Behalve Maastricht maken ook de gemeenten Rotterdam, Tilburg, Groningen en Leeuwarden deel uit van het onderzoek, dat is uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). De doelstelling van het onderzoek is de gemeenten concreet inzicht te bieden in de afgestudeerdenstromen van en naar de stad.

RuG constateert dat van de afgestudeerden een groter aandeel na afloop van de studie in de genoemde steden woont en werkt, dan dat er voorafgaand aan de studie woonden. Voor Maastricht geldt dat 4 procent van de wo-afgestudeerden op zestienjarige leeftijd in de stad woonde, na afloop van de studie is dat opgelopen naar 17 procent. Van de HBO afgestudeerden woonde 14 procent voorafgaand in de stad. Na het voltooien van de opleiding woont 18 procent van deze groep in de stad, en werkt 20 procent er. Per saldo valt de migratie van studenten dus positief uit voor de gemeente. Tevens komt naar voren dat de brain gain voor een deel ten koste gaat van de regio Zuid-Limburg. Dat wil zeggen dat de afgestudeerden die voor hun studie niet in Maastricht woonden, maar er wel blijven wonen/werken na hun afstuderen, uit de regio komen. Het heeft te maken met de centrumfunctie van een stad als Maastricht. Verder bestaat een groot deel van de migratiestromen uit afgestudeerden die terugkeren naar hun regio waar ze opgegroeid zijn.

Kijkend naar de studierichtingen is er nog een opvallende constatering. De betrokken gemeenten slagen er in afgestudeerden van elders aan te trekken in studierichtingen waarin de steden zelf niet opleiden. Dit is sterk zichtbaar voor de technische richtingen. Zo trekt Maastricht relatief veel ingenieurs aan. Ze zijn veelal afkomstig uit steden in de buurt. Bijna alle hbo-ingenieurs zijn afkomstig uit Sittard. De universitaire technici hebben vaak in Eindhoven gestudeerd.

Behalve een kwantitatieve 'brain gain' is er ook sprake van een kwalitatieve. Voor een aantal studierichtingen geldt dat juist de betere studenten blijven hangen. De verklaring hiervoor kan zijn dat lokale werkgevers in bepaalde sectoren in staat zijn de meest geschikte kandidaten uit de collegebankjes te werven. Voor Maastricht geldt dat onder de eigen universitair afgestudeerden de 'vertrekkers' gemiddeld genomen lagere cijfers hebben dan degenen die blijven.

"De uitkomst van dit onderzoek is van enorme importantie voor de arbeidsmarkt. Het betekent immers dat er sprake is van een goed vestigingsklimaat. Daarbij komt dat eerdere onderzoeken al hebben aangetoond dat elke arbeidsplaats in het topsegment tot enkele aanvullende arbeidsplaatsen leidt. Want nieuwe bedrijven hebben bijvoorbeeld ook administratief personeel nodig en mensen voor bewaking, onderhoud, catering en noem maar op," aldus de Maastrichtse wethouder André Willems (arbeidsmarktbeleid), die medeopdrachtgever is van het onderzoek. "Veel te lang zijn we uitgegaan van een negatief scenario. Je hoorde het overal in de stad. Dit betekent dat we ons terecht richten op de kenniseconomie om over de hele linie meer banen te creëren en dat we onze inspanningen in die richting moeten intensiveren. NICIS concludeert op dit punt namelijk dat de aansluiting van het lokale aanbod aan opleidingen op de arbeidsmarkt een belangrijke factor is. Voor Maastricht is dat onder meer de Health Campus rond Randwyck. Bovendien is het van belang voor een succesvolle uitvoering van onze Zuid-Oost-Nederlandse toekomststrategie Brainport 20/20. Deze strategie voorziet erin dat dit gebied uitgroeit tot een van de tien belangrijkste economische regio's van Europa."

Ook andere hardnekkige misverstanden over de Maastrichtse arbeidsmarkt worden door het NICIS-rapport - evenals door het deze week gepresenteerde RAIL-rapport van de provincie - gelogenstraft. De stad Maastricht blijkt in tegenstelling tot de regio geen last van de krimp te hebben. Het aantal inwoners is afgelopen jaar met ruim duizend gestegen (van 118.533 naar 119.770) . De komende jaren stijgt de beroepsbevolking met 0,5 procent. Echter, op de langere termijn - tot 2040 - daalt de Maastrichtse beroepsbevolking volgens prognoses met 11 procent. Maar dat is veel minder dan de Limburgse en Zuid-Limburgse daling, die respectievelijk 15 tot 21 procent bedraagt.