Academisch ziekenhuis Maastricht
Progeria-medicijn werkt soms averechts
Publicatiedatum: 03-03-2011
Bron: SD Communicatie
Auteur: SD Communicatie
Datum: 03-03-2011
Bepaalde medicijnen die gebruikt worden ter behandeling van de
verouderingsziekte progeria blijken behalve gunstige effecten ook
bepaalde ongunstige effecten te hebben.
Dat blijkt uit onderzoek van Valerie Verstraeten, die hier morgen
(vrijdag 4 maart) in Maastricht op hoopt te promoveren. Voorafgaand aan
die promotie is er een symposium georganiseerd door de
onderzoeksinstituten GROW en CARIM van het Maastricht UMC+ over
zogeheten laminopathieën, ziekten die veroorzaakt worden door erfelijke
afwijkingen in het lamine-gen, waaronder progeria. Bij die ziekte
verouderen kinderen lichamelijk zeer snel, om op ongeveer 13 à
14-jarige leeftijd te overlijden aan aderverkalking.
De medicijnen die Verstraeten aan een nader onderzoek heeft
onderworpen, zijn de zogeheten farnesyltransferase inhibitoren,
afgekort FTI. Deze middelen zijn reeds enige jaren op de markt voor de
behandeling van kanker en worden nu in het kader van een Amerikaanse
klinische studie gebruikt bij de behandeling van kinderen met progeria.
De resultaten van deze studie zijn echter nog niet bekend.
FTI verhinderen dat een vetzuurketen aan het eiwit lamine wordt
gehecht. Daardoor kan dit vetzuur zijn toxisch effect niet uitoefenen
en kan de cel beter functioneren. Muizen met progeria leven dan ook
langer na behandeling met FTI. Recent onderzoek heeft echter aangetoond
dat dit medicijn ook belangrijke bijwerkingen heeft. Zo veroorzaakt
behandeling met FTI een gat in de celkern bij een groot aantal cellen.
De kern krijgt hierdoor de vorm van een donut (zie illustratie). Dit
gebeurt onder meer in bloedvaten, in darmweefsel en in de huid, zo is
gebleken bij dierproeven. Deze kernafwijking gaat heel vaak gepaard met
een onjuiste verdeling van het genetisch materiaal, waardoor de
dochtercel een foutief aantal chromosomen draagt. Donut-kernen komen
meestal voor in cellen met twee kernen die nagenoeg niet verder delen.
Deze FTI-geassocieerde defecten vereisen de nodige waakzaamheid bij de
behandeling van kleine kinderen met een hoge dosis FTI. De impact van
deze onderzoeksresultaten reikt trouwens verder dan progeria. Eens te
meer omdat de kankerremmende werking van FTI nooit afdoende werd
begrepen. Nu weten we dat cellen met donutkernen de tumorremmende
werking van FTI voor een deel kunnen verklaren.
Het symposium over progeria en andere laminopathieën vindt vrijdag 4
maart vanaf 9.00 uur plaats in het auditorium van de Universiteit
Maastricht aan de Minderbroedersberg 4-6 in Maastricht. De promotie van
Valerie Verstraeten volgt op dit symposium en begint om 14.00 uur.