Dienstenbond CNV

Nieuws

3 maart 2011

Einde payroll-cao

Vandaag, 3 maart 2011, heeft er overleg plaatsgevonden met werkgevers in de payroll branche over het voortzetten van de payroll cao. CNV Flex heeft moeten constateren dat er geen toekomst meer zit in de payroll cao waar zij sinds 2006 bij betrokken was.

In 2006 lagen onder meer de volgende overwegingen ten grondslag aan onze deelname aan de payroll cao:

- een cao realiseren voor de gehele payroll sector
- het uitsluiten van concurrentie op arbeidsvoorwaarden
- gelijke arbeidsvoorwaarden realiseren voor payrollers en ander personeel, dwz werken conform de arbeidsvoorwaarden van de onderneming/sector waar de payroller in dienst treedt.

Helaas moeten wij constateren dat dit experiment niet geslaagd is. Het is niet gelukt de payrollers dezelfde arbeidsvoorwaarden te geven als de reguliere medewerkers. Pensioen, sociale fondsen en andere voorwaarden hebben wij niet gelijk kunnen trekken. Wij constateren ook dat het gezamenlijk streven naar een cao voor de hele payroll markt alleen door vakbonden wordt beleden. De werkgevers , ook vpo (bestuurs)leden, payrollen buiten de vpo CAO om. De klant bepaalt: wilt u de vpo cao of wilt u abu of nbbu cao? Werkgevers zegen dat ze niet anders kunnen, want de markt vraagt erom. Wij vinden dit een keuze!

Doordat vakbonden samen hebben geprobeerd de payroll markt te reguleren door middel van de cao is de praktijk nu dat rechters, het Ministerie van Sociale Zaken, het UWV naar de cao verwijzen om het fenomeen juridisch te duiden. Het bestaan van de cao geeft payroll bij gebrek aan een duidelijke wettelijke regeling een legitimatie. Nu de cao wegvalt ligt de discussie omtrent de legitimatie van payroll weer open. De payroll overeenkomst is niet letterlijk in de wet geregeld en er is onder deskundigen en in de jurisprudentie dan ook discussie over de rechtsgeldigheid van de payroll constructie. Voor ons is in ieder geval duidelijk dat het nooit de bedoeling van de flexwet is geweest dat uitzendbepalingen op deze manier gebruikt worden.

Het afgelopen jaren hebben wij namelijk moeten constateren dat payrollen een grote vlucht neemt, dit jaar 90.000 mensen en naar verwachting in 2012 180.000 mensen. Daarnaast constateerden wij dat het UWV eind 2009 ontslagregels heeft ingevoerd voor payroll werknemers die het voor payroll bedrijven makkelijk maakt om mensen te ontslaan. Bedrijfseconomsiche redenen hoeven payroll-bedrijven niet aan te tonen, ook hoeven zij in de praktijk niet af te spiegelen. Kortom: als de opdracht gever zegt `vertrekken' is het voor de payroll kracht einde oefening. Een zware achteruitgang van de rechtspositie ten opzichte van reguliere werknemers. Soepeler kun je de ontslagbescherming niet maken.

Verder moeten wij constateren dat payrollen in 2006 vooral in sectoren voorkwam waar het werkgeverschap slecht ontwikkeld was en waar in het ontzorgen van de werkgevers mogelijk een plus zat voor werknemers. Nu grote bedrijven, gemeenten, provincies, het rijk en onderwijsinstellingen payroll op grotere schaal ontdekt hebben is dit anders. Dat zijn goed georganiseerde werkgevers, die helemaal niet ontzorgd hoeven te worden. Daar speelt iets anders. Daar gaat het om kosten. Payroll werknemers hebben mindere arbeidsvoorwaarden en mindere rechtsbescherming. Afhankelijk van de wens van de opdrachtgever hebben werknemers wel of niet dezelfde arbeidsvoorwaarden als vaste mensen.

Hier worden de bestaande cao's ondermijnd door het Payrollen. Afspraken die in de sectoren gemaakt zijn, bijvoorbeeld betaald ouderschapsverlof, wachtgeld regelingen, pensioenregelingen, kunnen door payrolling worden vermeden. Dat maakt werknemers voor deze werkgevers vaak goedkoper. De werknemer is vaak de dupe en is slechter af dan zijn collega in vaste dienst, voor hetzelfde werk! Deze werkgevers creëren daarnaast bewust een tweedeling tussen vaste medewerkers en payroll medewerkers. CNV Flex wil gelijk werk, gelijke arbeidsvoorwaarden voor flexkrachten.

Wij maken ons zorgen om deze trend. De relatie werkgever werknemer wordt hier fundamenteel aangetast. Werkgevers die hun hele personeel payrollen geven daarmee in feite het signaal af: wij willen wel dat mensen voor ons werken maar wij willen geen enkele verantwoordelijkheid. En als het tegenzit of je bevalt niet, is daar de deur naar het payroll bedrijf. Het payroll bedrijf kan vervolgens binnen enkele dagen, zo blijkt uit de praktijk, een ontslagvergunning aanvragen en krijgt die zonder veel moeite. Immers, zo geldt dan de redenering: het payroll bedrijf kan er niets aan doen dat de werkgever de werknemer niet meer wil. Deze arbeidsrechterlijke flitsscheiding baart CNV Flex grote zorgen.

De inzet voor CNV Flex zal nu zijn om in de cao's die gelden voor de werkgevers die gebruik maken van payroll diensten te regelen dat het adagium gelijk werk, gelijke arbeidsvoorwaarden voor de payroll kracht gaat gelden. Daarnaast zal er waar mogelijk de juridische houdbaarheid van payroll constructies ter discussie gesteld worden.

Roderik Mol,
Bestuurder van CNV Flex