Ingezonden persbericht


Den Haag, 07 maart 2011

Onderwerp: racisme en vreemdelingenhaat bij zaalvoetbalwedstrijd in Leidschenveen

Aan de voorzitter van de gemeenteraad van Den Haag, de heer J.J. van Aartsen.

Op vrijdag 4 maart jl. vond er een zaalvoetbalwedstrijd plaats in sporthal Leidschenveen in Leidschenveen tussen een Haags meidenteam van Celeritas en de Zoetermeerse club Overheem. Het meidenteam bestaat uit Haagse meisjes met een allochtone achtergrond. Dit team valt onder diverse projecten bij de gemeente Den Haag en is een uiterst succesvol team, waar een groot aantal allochtone meiden bij betrokken is. Bij een stand van 14-4 in het voordeel van de Haagse club werd de situatie grimmiger en reageerde de verliezende club zijn frustratie af middels uiterst racistische en discriminerende opmerkingen en ging zelfs over tot fysiek geweld. Uiteindelijk mondde de wedstrijd uit in een vechtpartij en was de trieste uitkomst dat een aantal Haagse meiden zich voor letsel moest laten behandelen in het ziekenhuis. Inmiddels is ook aangifte gedaan bij de politie en is proces verbaal opgemaakt.

Met verwijzing naar het betreffende artikel van het reglement van orde stel ik u de volgende vragen;


1. Is het college bekend met deze uiterst trieste gebeurtenis op 4 maart jl. in sporthal Leidschenveen?
2. Kan het college zelf onderzoeken of er daadwerkelijk sprake was van racistische en discriminerende opmerkingen die uiteindelijk hebben geleid tot fysiek geweld en intimidatie?
3. Indien blijkt dat racisme en discriminatie een rol hebben gespeeld, kan het college krachtig stelling nemen tegen deze vormen van racistische en discriminerende uitingen richting onze Haagse meiden? Zo nee, waarom niet?
4. Kan het college op ambtelijk niveau het college in Zoetermeer aanspreken op het gedrag van de Zoetermeerse club en deze club in het vervolg weigeren op Haags grondgebied wegens wangedrag? Zo nee, waarom niet?

Uw antwoorden zie ik graag tegemoet,




Ingezonden persbericht