Ingezonden persbericht


http://www.nbb.be/doc/DQ/N/DQ3/HISTO/NNAT10IV.PDF

Als gevolg van een groei met 0,5 pct. in het vierde kwartaal is de economische activiteit over het jaar 2010 als geheel met 2,1 pct. toegenomen

Vandaag, woensdag 9 maart 2011, publiceert het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de voornaamste aggregaten voor het vierde kwartaal van 2010 en voor het jaar 2010 als geheel.
1. Voornaamste aggregaten voor het vierde kwartaal van 2010 Tijdens het vierde kwartaal van 2010 heeft de economische activiteit zich verder hersteld. Het voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde bruto binnenlands product (bbp) naar volume ligt 0,5 pct. hoger dan in het vorige kwartaal. In vergelijking met hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar bleef de groei van het bbp stabiel rond 2,0 pct.
Tegenover het voorgaande kwartaal is de toegevoegde waarde verder toegenomen in alle bedrijfstakken. De groei is zwak in de industrie (+0,1 pct., na een groei met 0,9 pct. in het derde kwartaal), iets hoger in de diensten, waar hij 0,4 pct. bedraagt zoals in het derde kwartaal, en nog krachtiger in de bouwnijverheid, waar de groei oploopt tot 1,0 pct. (na +0,4 pct. in het voorgaande kwartaal).
De groei werd door de binnenlandse bestedingen ondersteund: zij namen met 0,5 pct. toe. Deze ontwikkeling doet zich zowel voor bij de huishoudens, die hun consumptieve bestedingen (+0,3 pct.) en hun investeringen in woongebouwen (+0,5 pct.) hebben verhoogd, als bij de ondernemingen, waarvan de bruto-investeringen in vaste activa met 0,3 pct. zijn toegenomen, en bij de overheid, waarvan de consumptieve bestedingen met 0,4 pct. en de investeringen met 7,9 pct. zijn gestegen. Na vijf kwartalen van soms forse groei, is de buitenlandse vraag ietwat afgezwakt: de uitvoer van goederen en diensten daalde met 0,2 pct. De invoer steeg daarentegen met 1,2 pct. en werkte het herstel van de binnenlandse vraag alsook de voorraadaanvulling in de hand. De netto-uitvoer van goederen en diensten leverde derhalve een negatieve bijdrage tot de bbp-groei en dit voor het eerst sinds medio 2009.
Tijdens het vierde kwartaal van 2010 zou de werkgelegenheid met 0,2 pct. op kwartaalbasis zijn gestegen, eenzelfde tempo als in het voorgaande kwartaal. Ten opzichte van dezelfde periode een jaar voordien zet de opleving zich voort: de groei beloopt +1,2 pct. (een stijging met ongeveer 54 000 werknemers), na een toename met 1,0 pct. (bijna 44 000 werknemers) tijdens het derde kwartaal


2. Voornaamste aggregaten voor het jaar 2010

Over 2010 als geheel nam het voor kalenderinvloeden gezuiverde bbp naar volume met 2,1 pct. toe, na een achteruitgang met 2,7 pct. in 2009. Het blijft nog altijd 0,6 pct. onder zijn niveau van 2008. De toegevoegde waarde herstelde zich in de diensten (+1,7 pct., tegen een daling met 1,6 pct. het jaar voordien), en nog sterker in de industrie, waar de toegevoegde waarde met 3,8 pct. is gestegen, nadat ze in 2009 weliswaar met 7,4 pct. was teruggelopen. Enkel in de bouwnijverheid blijft de groei licht achter; de toegevoegde waarde daalt er met 0,3 pct., wat toch ruimschoots minder is dan de in 2009 opgetekende afname met 3,3 pct.
De opleving van de economische activiteit in 2010 was te danken aan de buitenlandse vraag. Over het gehele jaar nam het volume van de uitvoer van goederen en diensten fors toe, namelijk met 10,2 pct., na een inzinking met 11,4 pct. in 2009. Gezien het hoge gehalte aan ingevoerde goederen werkte dat herstel van de uitvoer door in de invoer van goederen en diensten; deze is echter minder krachtig gestegen (+7,8 pct.), deels als gevolg van een relatief geringe binnenlandse vraag (+0,6 pct.) en een inkrimping van de voorraden in het midden van het jaar. Bijgevolg is de bijdrage van de nettouitvoer van goederen en diensten tot de bbp-groei duidelijk positief geworden (+1,9 pct.), na twee jaren met een negatieve bijdrage (respectievelijk -1,0 en -0,5 pct. in 2008 en 2009). Wat de binnenlandse vraag betreft, blijven de investeringsuitgaven onzeker, hoewel de consumptieve bestedingen zich herstelden, zowel bij de huishoudens (+1,4 pct., tegen een daling met 0,2 pct. in 2009) als bij de overheid (+1,0 pct. na een matige stijging met 0,4 pct. een jaar eerder). Ondanks een opnieuw positieve groei vanaf het tweede kwartaal van 2010, liepen de bruto-investeringen in vaste activa van de ondernemingen nog met 1,1 pct. terug over het geheel van het jaar; dat is echter ruim minder dan in 2009, toen ze met 7,5 pct. afnamen. De investeringsuitgaven in nieuwbouw en renovatie van de particulieren vertoonden een soortgelijk patroon: ze herstelden zich in de tweede jaarhelft, maar als gevolg van onafgebroken dalingen sinds het begin van 2009 blijven ze in 2010 gemiddeld 3,4 pct. onder het niveau van het voorgaande jaar.
De werkgelegenheid uitgedrukt in aantal personen nam het hele jaar door toe: zij reageerde vrij snel op de opleving van de economische activiteit, onder andere dankzij maatregelen om werknemers aan het werk te houden, zoals tijdelijke werkloosheid. Al met al steeg de binnenlandse werkgelegenheid in 2010 met 0,6 pct., dat is ongeveer 28 000 personen, nadat zij in 2009 met 0,4 pct. was verminderd, een daling met 16 000 personen