Hoge Raad der Nederlanden

Tweede Kamer draagt Buruma en Snijders voor als kandidaten Hoge Raad

De Tweede Kamer heeft vanmiddag de voordrachten vastgesteld ter vervulling van twee vacatures in de Hoge Raad. De Kamer heeft mr. G. Snijders en prof. mr. Y. Buruma op nummer 1 van deze voordrachten aan de ministerraad geplaatst.

De Tweede Kamer is tot deze voordracht bevoegd op basis van artikel 118 van de Grondwet. Volgens dit artikel worden leden van de Hoge Raad benoemd uit een voordracht van drie personen, die wordt gedaan door de Tweede Kamer.

De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (artikel 5c lid 6) schrijft voor dat de Hoge Raad bij het openvallen van een plaats in de Hoge Raad de Tweede Kamer daarvan in kennis stelt en de Kamer een lijst van aanbeveling van zes kandidaten verstrekt. Deze aanbevelingslijst die de president van de Hoge Raad aan de Tweede Kamer stuurt, is openbaar. De Tweede Kamer gebruikt deze lijst bij zijn voordracht van drie personen aan de ministerraad. Bovenaan de lijst staat de persoon die de Hoge Raad aanbeveelt voor de specifieke vacature die is ontstaan, verder staan er op de lijst een vijftal toekomstige kandidaten.

De Hoge Raad plaatst eens in de twee à drie jaar een wervingsadvertentie in algemene zin waarin wordt opgeroepen mensen aan te melden die geschikt zouden zijn voor de functie als raadsheer in de Hoge Raad.

Naast de advertentieprocedure wordt er intern geïnventariseerd welke mensen de kwaliteiten zouden hebben om raadsheer te worden.

Bij een specifieke vacature bekijkt het presidium welke deskundigheid en ervaring nodig zijn voor het vervullen van deze vacature. Bij dit profiel wordt een kandidaat gezocht. De aanbeveling aan de Tweede Kamer wordt door de voltallige Hoge Raad onderschreven en is overlegd met de procureur-generaal bij de Hoge Raad.

De Tweede Kamer, vertegenwoordigd door de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, voert met alle kandidaten op de aanbevelingslijst gesprekken. Ook heeft de commissie een gesprek met de president van de Hoge Raad en met de procureur-generaal bij de Hoge Raad waarin de aanbeveling wordt toelicht.


Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 15 maart 2011 Naar boven