Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Utrecht, 15 maart 2011

Met de aankoop van het schilderij De vier kerkvaders (1632) van de Utrechtse meester Abraham Bloemaert heeft Museum Catharijneconvent in Utrecht een meesterwerk verworven. Dit schilderij vormt een belangrijke schakel binnen de museumcollectie vanwege de plaats die het inneemt in de geschiedenis van de christelijke cultuur in Nederland. Het schilderij is illustratief voor het rooms-katholieke zelfbewustzijn in een tijd waarin de maatschappij gedomineerd werd door de gereformeerden, maar waarin wel ruimte bestond voor andersdenkenden. Niet alleen was Bloemaert (1566-1651) een vooraanstaand rooms-katholiek, maar ook het onderwerp, enkele beeldmotieven en de herkomst geven een bijzondere meerwaarde aan de nieuwe aanwinst. Museum Catharijneconvent zal het monumentale altaarstuk vanaf 4 september aan het publiek tonen in de vaste collectie. Ruimhartige bijdrage
Het schilderij werd in december 2010 aangeboden door het veilinghuis Sotheby's in Londen en kon door Museum Catharijneconvent worden gekocht. Het enthousiasme van subsidiegevers die het museum benaderde voor de ondersteuning bij de aankoop was zo groot, dat de benodigde middelen haast als vanzelf werden gevonden. Met dank aan de Mondriaan Stichting, het KfHeinfonds, de Vrienden van Museum Catharijneconvent en een substantiële bijdrage uit het BankGiro Loterij Fonds van de Vereniging Rembrandt werd de aankoop gerealiseerd.

Een uniek schilderij
De vier kerkvaders is niet alleen één van de grootste werken van Abraham Bloemaert, maar ook het meest expliciet rooms-katholieke werk dat we kennen van zijn hand. Het is ook Bloemaerts enige gesigneerde schilderij dat is ontstaan naar aanleiding van een gravure (gedateerd in 1629), ongetwijfeld in opdracht van een katholieke mecenas die deze compositie uitgevoerd wilde zien als monumentaal schilderij in prachtige kleuren. De verheerlijking van de Eucharistie door de vier kerkvaders Augustinus, Hiëronymus, Gregorius en Ambrosius is door geen enkele andere Nederlandse 17de-eeuwse schilder op deze wijze verbeeld. Het gaat daarbij om de meest fundamentele leerstelling van het katholicisme, namelijk dat de gelovige de vleesgeworden Christus met de hostie letterlijk tot zich kan nemen, waar Christus in het protestantisme juist door het woord tot de gelovige komt.

De vier kerkvaders en de Collectie Nederland
Het schilderij is cruciaal voor de Collectie Nederland, omdat het in verschillende opzichten uniek is in zijn soort en bovendien werd geschilderd door de belangrijkste schilder van zijn generatie in Utrecht, waar de lokale schilderschool grote invloed uitoefende op de Nederlandse schilderkunst gedurende de eerste decennia van de zeventiende eeuw. Geen enkele andere Nederlandse schilder heeft dit onderwerp verbeeld, en er bestaat geen katholieker schilderij dat dit werk, waarmee in de Collectie Nederland bij uitstek kan worden gevisualiseerd dat er in de protestantse Republiek gedurende de zeventiende eeuw eeuw nog wel degelijk monumentale katholieke kunst werd gemaakt. In Bloemaerts oeuvre is het een sleutelwerk dat nu kan worden toegevoegd aan het palet dat de Nederlandse musea van zijn schilderkunst kunnen tonen. Bovendien is het zijn enige gesigneerde werk dat ontstond naar voorbeeld van een compositie bedoeld voor de prentkunst. De meest prominent in de compositie geplaatste kerkvader, Augustinus, draagt een schitterende mantel die is geïnspireerd op een belangrijk Utrechts reliek: de 15de-eeuwse bisschopsmantel van David van Bourgondië. Deze mantel wordt tegenwoordig bewaard als één van de topstukken in de collectie van Museum Catharijneconvent. Het museum is daarnaast in bezit van de prent die als voorbeeld diende voor het schilderij en heeft ook andere beeldbepalende schilderijen van Bloemaert in haar collectie. De mogelijkheid om deze werken nu in combinatie met de nieuwe aanwinst te kunnen tonen, is van grote toegevoegde waarde voor het Nederlands openbaar kunstbezit.

Hetzelfde kunstwerk in een andere religieuze context Abraham Bloemaert maakte het schilderij in zijn atelier te Utrecht, waar ook na de Reformatie een sterke katholieke onderstroom bleef bestaan. Of de opdrachtgever ook Utrechts was, is onbekend. Een Engelse ambassadeur in Den Haag bracht het altaarstuk in de jaren '30-40 van de achttiende eeuw naar Engeland. Daar vond waarschijnlijk de overschildering plaats van het altaar en de monstrans in de compositie, aangezien die geen functie vervullen in de eredienst van de Anglicaanse kerk. Bloemaerts uitgesproken katholieke schilderij werd daarmee voldoende geschikt gemaakt om vervolgens ruim tweehonderd jaar lang te kunnen functioneren in een heel andere context, te weten de eetkamer van de Anglicaanse bisschoppen van Durham op Auckland Castle. Na 1972 werd de overschildering door volgende eigenaren weer ongedaan gemaakt. De restauratiegeschiedenis is goed gedocumenteerd en sluit naadloos aan bij het verhaal over de veranderende relatie tussen woord en beeld, kunst en religie dat bij uit stek in de collectie van Museum Catharijneconvent wordt gevisualiseerd.

NOOT VOOR DE REDACTIE -

Ingezonden persbericht