Nieuw-Vlaamse Alliantie




Privésector bouwt weinig sociale woningen

klok 16 maart 2011

De privésector speelt nauwelijks in op de kansen die het Grond- en Pandendecreet de sector biedt om zelf sociale woningen te bouwen. Dat blijkt uit het antwoord op een schriftelijke vraag die Vlaams parlementslid Wilfried Vandaele (N-VA) stelde aan Vlaams minister van Wonen Freya Van den Bossche (sp.a).

Volgens Wilfried Vandaele volstaat het instrumentarium van het Grond- en Pandendecreet niet om de privésector voldoende te laten meebouwen aan sociale woningen. De sociale verplichting stipuleert dat op een terrein vanaf 5000 m2 (of 10 bouwkavels), of in een gebouw vanaf 50 appartementen, een deel `sociaal' wordt ingekleurd. De privé-ondernemer kan zelf sociale woningen bouwen, of dat initiatief overlaten aan bijvoorbeeld een sociale huisvestingsmaatschappij.

"Bij sommige projecten zie je dat bouwheren tegenwoordig gebouwen met 49 appartementen in plaats van 50 eenheden bouwen. Of dat men grote terreinen of projecten ontwikkelt met twee of meer vennootschappen. Blijkbaar zijn de voorwaarden voor de privésector om sociale woningen te bouwen, niet aantrekkelijk genoeg", meent Vandaele. "En is de regelgeving niet sluitend."

Terrein verkopen Uit het antwoord op zijn schriftelijke vraag aan minister van Wonen Freya Van den Bossche (sp.a) blijkt dat het doorgaans sociale huisvestingsmaatschappijen zijn die sociale woningen bouwen en aanbieden. Een privé-verkavelaar die volgens het Grond- en Pandendecreet een deel van zijn terrein sociaal moet invullen, doet dat meestal door een stuk van het terrein te verkopen aan een sociale huisvestingmaatschappij. Hoewel er ook projectontwikkelaars zijn die zelf sociale woningen bouwen, liggen die cijfers zeer laag. Bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) werden 182 woningen aangevraagd. Verwacht wordt dat die midden 2011 zullen gebouwd zijn.

Dat cijfer is haast verwaarloosbaar in vergelijking met de 6153 sociale woningen die in dezelfde periode (sinds 1 januari 2008) door de sociale huisvestingmaatschappijen of de overheid werden gebouwd. Op het totaal telt men 4647 huurwoningen en 1488 koopwoningen. Er komen nog eens 119 sociale kavels bij, waar mensen zelf kunnen op bouwen.

Minder gebouwd Sociale woningen kan men in de eerste plaats bouwen in woongebied of woonuitbreidingsgebied. Woonuitbreidingsgebieden zijn eigenlijk reservezones. Als er nog onvoldoende woongebied voorhanden is in de gemeente kunnen die onder strikte voorwaarden worden aangesneden. Twee derde van de sociale woningen werd gebouwd in woongebied (626.693 m² of bijna 63 ha), waarvan 1/3 in woonuitbreidingsgebied (308.596 m² of ruim 30ha). Daarnaast werden nog 39.669 m² of bijna 4ha in andere gebieden bebouwd.

Opvallend is volgens Wilfried Vandaele dat -ondanks het Grond- en Pandendecreet- er in 2010 zelfs iets minder huur- en koopwoningen werden gebouwd dan in 2008: 1592 sociale huurwoningen in 2010 tegenover 1695 in 2008. En 460 koopwoningen in 2010 tegenover 512 in 2008. "Voor private ontwikkelaars kan ik begrijpen dat het nieuwe decreet in een eerste fase voor enige onzekerheid heeft gezorgd. En dat sommigen daardoor een afwachtende houding aannemen", aldus Vandaele, "Maar voor de sociale huisvestingssector geldt dat excuus niet."

Wil de overheid de doelstelling van 60.000 nieuwe sociale woningen tegen 2020 halen, dan moet er zeker een tandje worden bij gestoken. Vandaele beklemtoont wel dat het decreet nog maar anderhalf jaar in werking is. In 2012 wordt een eerste voortgangsrapportering afgewerkt. In 2014 wordt het decreet grondig geëvalueerd. Auteur(s): Wilfried Vandaele, Vlaams parlementslid Contactinfo:

Katrien Bruyland, Communicatieverantwoordelijke N-VA-fractie Vlaams Parlement E-post: katrien bruyland vlaamsparlement be