Rijksvoorlichtingsdienst

Van Bijsterveldt geeft aftrap voor 'ADO-jongerenteam'

In het ADO-stadion is vandaag - op de Dag van de Leerplicht - de aftrap gegeven voor een nieuw jongerenteam dat in de regio Den Haag en Leiden de strijd aanbindt met schooluitval. Samen met oud-scheidsrechter Dick Jol gaf minister Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) het startsein Binnenkort geven de jongeren voorlichting op scholen over voortijdig schoolverlaten en het nut van een diploma. "Dit team draagt eraan bij dat jongeren binnen de lijnen blijven en een diploma gaan scoren. Want met een diploma maak je later meer kans op de arbeidsmarkt en meer kans op een goed salaris", aldus de minister.

In navolging van het succes van de jongerenteams uit Amsterdam, Limburg en Eindhoven, hebben drie roc's in de regio Den Haag en Leiden de krachten gebundeld door samen met ADO Den Haag de strijd tegen voortijdig schoolverlaten aan te gaan. Oud-voetballer Rick Hoogendorp en oud-scheidsrechter Dick Jol gaan het ADO-jongerenteam de komende periode coachen en versterken. De jongerenteams gaan diverse scholen in de regio bezoeken om het onderwerp voortijdig schoolverlaten in de klassen bespreekbaar te maken. De jongeren zijn zelf ooit met de school gestopt, maar inmiddels weer teruggekeerd in de schoolbanken.

Het Amsterdamse jongerenteam onder leiding van Edgar Davids was aanwezig om de ADO-jongeren te supporten.

Dag van de Leerplicht

De kick-off vond plaats op de Dag van de Leerplicht. In het hele land zijn er activiteiten georganiseerd om jongeren te stimuleren om een diploma te halen. Het aantal jongeren dat afgelopen schooljaar 2009-2010 zonder een diploma op minimaal startkwalificatieniveau de school heeft verlaten, is gedaald naar 39.600 (voorlopige cijfers). Daarmee komt de doelstelling van maximaal 35.000 voortijdig schoolverlaters in 2012 in zicht. In 2010 scherpte het kabinet Rutte-Verhagen de doelstelling aan tot maximaal 25.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2016.

Registratie

Scholen hebben een belangrijke taak in de aanpak van schoolverzuim en spijbelen, dat vaak een voorbode is van schooluitval. Een goede registratie van verzuim door scholen is belangrijk en een voorwaarde om schooluitval tegen te gaan. Scholen moeten weten wie hun potentiële uitvallers zijn; door het verzuim te registreren kan uitval beter worden aangepakt. Registreren alleen is niet voldoende. Als een leerling te veel afwezig is geweest, dan wordt dit gemeld bij de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar moet in actie komen om de jongere weer in de klas te krijgen. Als een jongere blijft verzuimen, kan dit uiteindelijk resulteren in een boete of taakstraf. Het is de taak van ouders, school en leerplichtambtenaar om ervoor te zorgen dat jongeren naar school gaan en een diploma halen.

De Inspectie van het Onderwijs krijgt bij haar toezicht op het melden van verzuim en uitval op scholen de mogelijkheid bestuurlijke boetes op te leggen aan onderwijsinstellingen die hun verzuimbeleid niet goed op orde hebben (beoogde datum inwerkingtreding 1 augustus 2011).