Universiteit Leiden

Realistische scenarioâs voor een duurzame samenleving

Hoe bepaal je welke energievormen het geschiktst zijn voor een duurzame samenleving? Scenarioâs - mogelijke toekomstbeschrijvingen aan de hand van modellen - kunnen hierbij helpen. In zijn leeropdracht Sustainable Energy richt prof.dr. Gert Jan Kramer zich op milieuanalyse van realistische scenarioâs. Vrijdag 18 maart spreekt hij zijn oratie uit.

Uitdaging

Prof. dr. G.J. (Gert Jan) Kramer

Prof. dr. G.J. (Gert Jan) Kramer

Kramer interpreteert zijn opdracht ruim. Het gaat hem in de eerste plaats om energie die past in het brede kader van duurzame ontwikkeling. Dat houdt in dat de ontwikkelingen van de huidige generatie de mogelijkheden van toekomstige generaties niet beperken. 'De uitdaging is om de steeds groeiende vraag naar energie te combineren met vermindering in de uitstoot van CO zodat de effecten op klimaatverandering worden verminderd,' zegt Kramer. 'Tenzij we ons energieverbruik zeer sterk reduceren zullen we alle vormen van koolstofarme energie nodig hebben om dit te bereiken. Natuurlijk in de eerste plaats hernieuwbare energie zoals zonne- en windenergie, en biobrandstoffen. Maar ook âschoon fossielâ (gebruik van fossiele brandstof waarbij CO2 -uitstoot wordt afgevangen en opgeslagen) en kernenergie zijn een onvermijdelijk deel van de mix'

Levenscyclusanalyse

Om de milieu-implicaties van energiescenarioâs voor een duurzame samenleving te bepalen, gebruikt Kramer de methode van levenscyclusanalyse. Over deze methode is veel kennis aanwezig bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden waar Kramer werkzaam is. 'Met een levenscyclusanalyse is het mogelijk om de totale milieubelasting te bepalen van bijvoorbeeld een productieproces in een fabriek. Wanneer het gaat om het bepalen van de totale milieubelasting van het totale energiesysteem is er echter een vertaalslag nodig', licht Kramer toe.

Materiaalgebruik

Het materiaalgebruik per technologie zal Kramer ook onder de loep nemen: hoeveel materiaal is nodig om een liter brandstof of een kilowattuur elektriciteit te produceren? Kramer: 'Het is namelijk gebleken dat bij de overgang van fossiele naar duurzame energie het gebruik van â soms zeldzame - materialen toeneemt. Voor de meeste materialen zijn wel alternatieven te bedenken, maar dat vergt tijd.'

Biosolar cells

Kramer gaat levenscycli van compleet nieuwe energietechnologieën bestuderen om te bepalen of zij geschikt zijn als nieuwe duurzame energievorm. Als voorbeeld noemt hij de âbiosolar cellâ die gebaseerd is op het fotosyntheseproces in planten. Biosolar cells zetten water en CO2 met behulp van zonlicht om in brandstoffen. Om deze technologie te ontwikkelen startte het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in 2009 het grootschalige onderzoeksprogramma âTowards Biosolar cellsâ. Kramer is betrokken bij dit project, dat mede wordt geleid door prof.dr. Huub de Groot (Leiden Institute of Chemistry).

Maatschappelijke kant

Naast de technische aspecten belicht Kramer in zijn oratie vooral de maatschappelijke kant van de introductie van duurzame energie. 'Nieuwe energiesystemen opzetten kost tijd, maar ook acceptatie door de samenleving zal lang niet altijd gemakkelijk zijn,â aldus Kramer. âVergelijk het maar met de bouw van een middeleeuwse kathedraal. Daar was niet alleen heel veel tijd mee gemoeid, maar ook de wilskracht en overtuiging om door te gaan met zoân enorm project.'

Links


* 25 miljoen voor onderzoek naar energie uit planten en algen
* Prof. dr. G.J. (Gert Jan) Kramer

(14 maart/Lilian Vermeer)