Ondersteuning nucleaire situatie Japan
18 maart 2011 - Het KNMI ondersteunt de overheid bij de
informatieverwerking en advisering van de nucleaire situatie in Japan
door het verstrekken van meteorologische kennis en weermodellen. In het
kader van het Nationale Plan voor de Kernongevallenbestrijding (NPK)
werkt het KNMI samen met het RIVM en andere overheidsdiensten aan het
adequaat adviseren van de rijksoverheid over de risico's voor
volksgezondheid en milieu in Nederland.
Beelden van de Fukushima Daiichi kernreactor (Foto: AFP
/HO/DigitalGlobe/NRC)
Beelden van de Fukushima Daiichi kernreactor (Foto: AFP
/HO/DigitalGlobe/NRC)
Het KNMI neemt deel aan het BackOffice Radiologische Informatie (BORI)
waar het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de regie
over heeft. Binnen BORI werkt het KNMI mee aan situatierapporten,
verspreidings- en dosismodellering en kaarten en tabellen om een beeld
te schetsen van de huidige en verwachte situatie.
Via de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) stellen Regionale
Gespecialiseerde Meteorologische Centra (RSMC's) desgevraagd
meteorologische gegevens en verspreidingsmodellen beschikbaar aan het
International Atomic Energy Agency (IAEA) in Wenen. Momenteel geeft het
Oostenrijkse weerinstituut ZAMG in Wenen het IAEA meteorologische
ondersteuning tijdens deze nucleaire crisissituatie in Japan. Het
Zwitserse weerinstituut MétéoSwiss doet dit voor de WMO in Geneve.
Voor de weerinformatie en andere datagegevens over de Japanse nucleaire
situatie in de regio zijn de RSMC's Tokyo, Beijing (China) en Obninsk
(Rusland) de belangrijkste bronnen. Het KNMI geeft geen algemene
waarschuwingen over de situatie in Japan. Wel is het informeren van de
luchtvaart een verantwoordelijkheid van het KNMI. Sinds de aardbeving
van vrijdag 11 maart is er constant overleg tussen het KNMI en
betrokken luchtvaartmaatschappijen.
Het KNMI krijgt veel vragen over de situatie Japan in relatie tot onze
meteorologische kennis
Komt de wind in Nederland wel eens uit Japan?
De wind die boven Nederland waait voert lucht met zich mee van steeds
wisselende plekken op de wereld. Concentraties verontreiniging vanaf
een bepaalde plaats worden steeds verder verdund. Dit komt doordat
lucht uit verschillende richtingen en van verschillende hoogtes zich
continu met elkaar mengt. Als gevolg hiervan kan uiteindelijk slechts
een heel kleine fractie van de wind in Nederland komen vanuit Japan.
Is er een kans dat radioactieve deeltjes West Europa bereiken?
Radioactieve deeltjes worden meegevoerd met de luchtstroming vanuit
Japan. De concentratie aan deeltjes vermindert snel door verspreiding
en vermenging met andere lucht. Ook kunnen deeltjes tijdens hun reis op
grotere hoogtes terecht komen, of in buien juist neerslaan. Afhankelijk
van meteorologische omstandigheden is er dus een kans dat radioactieve
deeltjes West Europa zullen bereiken maar zeker is dat de concentraties
dan al zeer sterk zullen zijn verdund.
Hoe hoog of hoe laag in de lucht bevinden zich eventuele radioactieve
deeltjes?
De radioactieve deeltjes komen laag in de atmosfeer vrij en blijven in
eerste instantie in de onderste 500-2500 meter van de atmosfeer hangen.
Mocht deze lucht Nederland bereiken dan heeft die een lange weg
afgelegd waarbij er veel met de lucht gebeurt. De lucht kan in buien
gezogen zijn of door een front getrokken, waardoor die op een veel
grotere hoogte terecht is gekomen. Echter, bij dit soort processen
wordt ook bewolking en neerslag gevormd, waardoor een groot deel van de
radioactieve deeltjes uit zal regenen en op de grond vallen voordat die
Nederland kan bereiken. Kortom, de radioactieve deeltjes zullen zich
overal in de onderste luchtlaag op 10 tot 15 kilometer in de atmosfeer
kunnen bevinden, maar het is maar de vraag of ze Nederland bereiken.
Eerste uitgave: 18-03-11
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut