Grafische Bedrijfsfondsen
Verantwoord beleggen vs geld in Libische wapens (mrt 2011)
PGB is in de media genoemd als één van de Nederlandse pensioenfondsen
met belangen in ondernemingen die wapens hebben geleverd aan Libië.
Het fonds heeft ongeveer ⬠6,6 miljoen belegd in twee bedrijven die
eerder leverden aan het Noord-Afrikaanse land. Door het geweld van het
regime van Kadhafi tegen de eigen bevolking is de levering van wapens
aan Libië controversieel geworden.
PGB sluit bedrijven die wapens produceren niet standaard uit in het
beleggingsbeleid. Het fonds volgt daarbij de lijn van de nationale
wetgeving en internationale verdragen. Conventionele wapens en
kernwapens worden daarin als noodzakelijke middelen gezien om de
stabiliteit en de vrede te kunnen handhaven. PGB belegt ongeveer 0,6%
van zijn vermogen (circa ⬠75 miljoen) in de defensie-industrie. Niet
belegd wordt in controversiële wapens die op grond van inter-
nationale verdragen worden uitgesloten zoals anti-persoonsmijnen,
clusterbommen en chemische- en biologische wapens.
Omdat de banden tussen Libië en Europa goed waren, werd ook
geïnvesteerd in ondernemingen die conventionele wapens of onderdelen
van wapens leverden aan Libië.
Inmiddels hebben de Verenigde Naties en de Europese Unie de druk op
Kadhafi opgevoerd om de macht over te dragen. Zo is een wapenembargo
van kracht en wordt door overheden waaronder ook Nederland geen
exportvergunning meer afgegeven voor levering van wapens aan Libië. De
beleggingen in ondernemingen die wapens leveren aan Libië zijn daarmee
strijdig geworden met internationale verdragen. PGB is nagegaan of de
twee ondernemingen die eerder wapens leverden, hun leveringen naar
Libië hebben bevroren. Dat bleek inderdaad het geval. Het fonds heeft
dus geen geld meer belegd in Libische wapens.
Evaluatie MVB-beleid
PGB evalueert periodiek zijn beleggingsbeleid en de uitvoering van het
uitsluitingsbeleid. Het bestuur staat open voor de dialoog met zijn
deelnemers en de maatschappij. De evaluatie van het beleid staat voor
de eerste helft van 2011 op de bestuursagenda.