Radboud Universiteit Nijmegen


Langer doorwerken - ja, graag?

Datum bericht: 16 maart 2011

Dat er in Nederland langer doorgewerkt moet worden (niet met prepensioen dus, maar graag door tot je 65e, minimaal), is inmiddels een overbekende boodschap. Hij wordt alleen altijd zo fatalistisch geformuleerd, vindt Beate van der Heijden, hoogleraar Bedrijfskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zie nou toch eens de kracht van senioriteit! En stimuleer die! Daarvoor pleit ze in haar oratie die ze vrijdag 18 maart uitspreekt.

Duurzaam inzetbaarheidsbeleid - en dan positief geformuleerd, daar gaat de rede van Van der Heijden over. Ze gaat in op de mogelijkheden van werknemers en werkgevers om mensen tot hun pensioengerechtigde leeftijd of zelfs daarna op een gezonde, welvarende, aantrekkelijke, uitdagende en productieve manier hun loopbaan te laten invullen.

Ouderen werken minder, maar ook meer
Op dit moment is ruim 15 procent van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder; in 2040 gaat het om ongeveer een kwart van de bevolking. Hoe hoger de leeftijd, hoe lager de arbeidsparticipatie. Van de 50- tot 55-jarigen had in 2009 driekwart een betaalde baan (minimaal 12 uur/week). Van de 55- tot 60-jarigen werkten ruim zes op de tien mensen, en van de 60- tot 65-jarigen waren nog maar krap drie op de tien mensen aan de slag.
Dat laatste is niettemin meer dan een verdubbeling ten opzichte van 1996. De sterkste stijging van de netto arbeidsparticipatie (25 procentpunt) deed zich voor bij de 55- tot 60-jarigen; juist in deze leeftijdsgroep zijn de mogelijkheden tot uittreding fors afgenomen. Ook bij de groepen 65 tot 70 jaar en 70-plussers is het aandeel werkenden toegenomen, hoewel het hier gaat om kleine aantallen. In 2009 betrof het 51.000, respectievelijk 25.000 werkenden, vooral mannen en zelfstandigen.

Investeren in toegevoegde waarde
Langer doorwerken - het kan, en velen willen ook wel. Het aandeel oudere werknemers dat zegt tot hun vijfenzestigste jaar te willen doorwerken, is de laatste jaren gestegen van 21 procent in 2005 naar 36 procent in 2008. De toename in de hoeveelheid `doorwerkers' geldt zowel voor mannen als voor vrouwen.
Bovendien kunnen ouderen, aldus Van der Heijden, met hun kennis en ervaring, een grote toegevoegde waarde hebben op de arbeidsmarkt. Dat geldt voor alle werknemers - dus zouden werkgevers ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen voor de doorlopende ontwikkeling van alle werknemers, niet alleen de hoogopgeleiden (zoals nu vaak het geval is).

Leeftijdsstereotypering als zelfvervullende profetie Helaas laten werkgevers zich nogal eens leiden door stereotiepe ideeën over oudere werknemers. Veertigplussers (mensen die dus toch nog gauw 25 jaar arbeidzaam leven voor de boeg hebben) zouden minder ambitieus zijn, duurder, hun prestaties en hun innoverend vermogen zouden afnemen, hun kennis zou onderhevig zijn aan erosie, ze zouden minder flexibel zijn, minder creatief, star en gefrustreerd. Werknemers boven de veertig denken daar zelf heel anders over. Maar, stelt Van der Heijden: de zelfvervullende profetie, die zich uit in minder aandacht voor duurzame inzetbaarheid en minder loopbaanmogelijkheden, en vervolgens een geringere motivatie om deel te nemen aan ontwikkelingsactiviteiten, als gevolg van de negatieve houding van hun direct leidinggevenden, maakt deze mensen zeer gefrustreerd, wat vervolgens weer resulteert in een nog negatievere houding ten aanzien van hun inzetbaarheid.
Leeftijdsstereotypering is, kortom, fnuikend. En daarom moet het voorkómen daarvan een van de belangrijkste aandachtspunten zijn in employabilitybeleid.

Veertigplusser prof. dr. Beatrice I.J.M. van der Heijden (Geffen, 1967) studeerde Psychologie van Arbeid en Organisatie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze promoveerde in 1998 aan de Universiteit Twente op een onderzoek naar het meten en de ontwikkeling van professionele expertise gedurende de loopbaan. Sinds April 2010 is ze hoogleraar Business Administration en voorzitter van de kernleerstoelgroep Strategisch HRM aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Haar expertise ligt op het gebied van loopbaanontwikkeling, employability, en ouder worden in het werk.

Oratie mevrouw prof. dr. B.I.J.M. van der Heijden vrijdag 18 maart 2011, 15.45 uur
Radboud Universiteit Nijmegen, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, Nijmegen