Rechtbank Amsterdam


OLVG mag hartklepinterventie-behandeling voorlopig hervatten

Amsterdam, 4 april 2011 - De Amsterdamse voorzieningenrechter heeft op 30 maart 2011 beslist dat de minister van VWS het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) moet behandelen alsof deze een vergunning heeft voor het uitvoeren van transcatheter hartklepinterventies (THI's).

De minister heeft de vergunning geweigerd, omdat het OLVG te weinig THI's zou hebben verricht vóór de peildatum van 1 november 2009, namelijk minder dan vijf. Het OLVG heeft in maart 2010 het bevel gekregen de uitvoering van THI-procedures te stoppen en een vergunning is op 20 juli 2010 geweigerd. Het OLVG heeft daartegen bezwaar gemaakt. De onafhankelijke commissie die de minister adviseert over de bezwaren van het OLVG is van mening dat de weigering van de vergunning onzorgvuldig is. De minister heeft echter laten weten vast te willen houden aan de weigering. Het OLVG heeft daarom aan de voorzieningenrechter gevraagd om, in afwachting van die besluitvorming, maatregelen te treffen.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de geweigerde vergunning onrechtmatig is, omdat de eis van vijf THI's niet in de regelgeving wordt gesteld. Weigering op grond van die eis, zonder de aanvraag verder inhoudelijk te beoordelen, is in strijd met de Wet op bijzondere medische verrichtingen en algemene rechtsbeginselen. De rechter heeft daarom bepaald dat het OLVG voorlopig moet worden behandeld alsof de vergunning is verleend. Daarbij heeft hij meegewogen dat het voor het OLVG van groot belang is dat de THI's snel weer kunnen plaatsvinden, omdat iedere vertraging een herstart moeilijker maakt. De rechter vindt dat het OLVG aannemelijk heeft gemaakt dat de risico's voor de volksgezondheid aanvaardbaar zijn. De cardiologen die de THI's in het OLVG zullen gaan verrichten, zijn dit ook nadat het OLVG daarmee moest stoppen, zonder onderbreking blijven doen in het AMC. Verder is een verantwoorde herstart van de behandeling gewaarborgd, doordat het team eerst terugschakelt naar de leerfase en hulp zal inschakelen van externe specialisten. Deze voorlopige maatregel duurt tot zes weken na de beslissing van de minister op de bezwaren van het OLVG.

Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.

LJ Nummer

BP9989

Zie het origineel
Bron: Rechtbank Amsterdam Datum actualiteit: 4 april 2011 Naar boven