Raad van State


Mediagevoelige uitspraken Mediagevoelige uitspraken

Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State.

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze uitspraken lezen.

11 uitspraken gevonden pagina: 1 2
1. 200907396/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Tracéwet
inhoudsindicatie:

(Tracébesluit 'A28 Zwolle-Meppel') Uitspraak over het tracébesluit 'A28 Zwolle-Meppel' dat de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat heeft vastgesteld. Het besluit maakt het mogelijk de A28 tussen knooppunt Hattemerbroek en knooppunt Lankhorst in beide richtingen te verbreden van 2 x 2 rijstroken naar 2 x 3 rijstroken. Om de geluidshinder te beperken komen er aan beide kanten van de A28 geluidschermen van twee meter hoog. Daarnaast komt er op drie deeltrajecten geluidsdempend asfalt (tweelaags zoab). De vluchtstroken op de IJsselbrug komen over een lengte van ruim 700 meter te vervallen. Ook worden er aan beide kanten van de brug constructies aangebracht om de woningen in de buurt af te schermen van vallende voorwerpen. Het project A28 Zwolle-Meppel is onderdeel van de Spoedaanpak Wegen. Volgens de minister dient het besluit meerdere doelen. Zo ontstaat er een betere doorstroming op A28, verbetert de verkeersveiligheid en is de regio beter bereikbaar. Ook worden Noord-Nederland en de rest van het wegennet beter met elkaar verbonden. De vereniging De Marsen en Omstreken en een aantal inwoners van Staphorst en Zwolle zijn tegen het tracébesluit in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hen is de minister uitgegaan van een te lage verkeersintensiteit op de A28, zodat ook de geluidsbelasting in het akoestisch onderzoek te laag is berekend. De maatregelen om geluidshinder te voorkomen zijn onvoldoende volgens de inwoners. Ook had hij volgens hen rekening moeten houden met de voegovergangen op de brug. De inwoners vinden dat de minister beter onderzoek had moeten doen naar de hoogte van de geluidschermen op de IJsselbrug. Zij vrezen voor hun veiligheid, omdat de vluchtstroken ter hoogte van hun woningen vervallen. Een bewoner van de Lichtmisweg ondervindt geluidsoverlast bij zijn woning. Het geluidscherm van twee meter is te laag om geluidshinder te voorkomen, aldus de bewoner, maar het zorgt er ook voor dat hij zijn uitzicht kwijtraakt en dat er minder licht in zijn woning zal komen. Hij vreest bovendien trillinghinder door het vrachtverkeer op de Lichtmisweg, omdat de trillingen op de geluidschermen worden weerkaatst. Verder vrezen de streekvereniging en de inwoners verslechtering van de luchtkwaliteit en bovendien visuele en lichthinder. De Raad van State heeft de zaak op 24 februari jl. op zitting behandeld.
2. 200910310/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Overijssel
inhoudsindicatie:

(Geen definitief bestemmingsplan 'Landgoed Hof van Twente') Uitspraak over het besluit van de gemeenteraad van Hof van Twente om het bestemmingsplan 'Landgoed Hof van Twente' nog niet definitief vast te stellen. Eerder was de gemeenteraad nog van plan om mee te werken aan de komst van een vakantie- en golfpark ten zuiden van de kern Goor. In het park zouden maximaal 350 recreatiewoningen komen, een 18-holes golfbaan met clubhuis en parkeerterrein, een 9-holes golfoefenbaan en een driving range. De gemeenteraad wil dit alles pas definitief regelen in een bestemmingsplan als de projectontwikkelaars die het park ontwikkelen een overeenkomst tekenen dat de recreatiewoningen niet 'los' verkocht mogen worden aan particulieren. Omdat de projectontwikkelaars de overeenkomst nog niet getekend hebben, stelt de gemeenteraad het vaststellen van het plan uit. VOF Landgoed Hof van Twente en een inwoner van Markelo zijn hiertegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Landgoed Hof van Twente vindt dat de gemeenteraad het definitief vaststellen van het plan niet mag laten afhangen van de overeenkomst. De inwoner is eigenaar van de grond waarop het park moet komen en heeft een ruilovereenkomst met de projectontwikkelaars. Hij lijdt financiële schade als het park er niet komt, aldus de man. De Raad van State heeft de zaak op 4 februari jl. op zitting behandeld.
3. 201002025/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Geldzaken
inhoudsindicatie:

(Verschil van mening over vergoeding voor opruiming van explosieven in Beverwijk) Uitspraak over de financiële bijdrage die de minister van Binnenlandse Zaken heeft verleend aan de gemeente Beverwijk voor het opsporen en opruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. De gemeente heeft in 2008 opsporings- en ruimingswerkzaamheden verricht bij het tracé van de Westelijke Randweg, het Park Westerhout en de gemeentewerf van Beverwijk. De gemeente heeft voor ruim 1,5 miljoen euro kosten gemaakt, maar de minister wilde in eerste instantie maar een kleine miljoen euro bijdragen. Volgens de minister zijn sommige kosten niet vergoed vanwege de wijze waarop zij op de factuur zijn gezet. Sommige kostenposten zijn daarbij gesplitst op de factuur opgenomen wat voor de minister reden was om niet tot vergoeding over te gaan. De rechtbank in Haarlem oordeelde in januari 2010 dat de minister niet van vergoeding mag afzien, uitsluitend vanwege de wijze waarop de kosten zijn gefactureerd. Zeker niet als die kosten op grond van de eigen regels van de minister voor vergoeding in aanmerking komen. De minister kan zich niet in deze uitspraak vinden en is tegen de uitspraak in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook het gemeentebestuur van Beverwijk was in hoger beroep gekomen, maar trok dat hoger beroep later in, toen de minister in september 2010 besloot om alsnog EUR 180.000 extra te vergoeden. De Raad van State heeft de zaak op 3 augustus 2010 op zitting behandeld.
4. 201003023/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Gelderland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Wientjesvoort-Noord' van de gemeente Bronckhorst) Uitspraak over de vaststelling door de gemeente Bronckhorst van het bestemmingsplan 'Wientjesvoort-Noord'. Het plan heeft betrekking op het noordelijke gedeelte van het landgoed Wientjesvoort aan de Ruurloseweg in Vorden. De eigenaar van het landgoed zoekt naar middelen om het cultuurhistorisch waardevolle landgoed in de toekomst op een duurzame wijze te kunnen beheren. Het plan maakt het mogelijk het landhuis en het koetshuis te renoveren en een bosgebied aan te leggen. Verder worden in het gebied 55 kampeerplaatsen opgeheven om plaats te maken voor 6 woningen en een appartementencomplex van 35 woningen. De Gelderse Milieufederatie kan zich niet vinden in het plan en is daarom in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De milieuorganisatie en een aantal inwoners uit Vorden vinden dat de woningbouw de Ecologische Hoofdstructuur aantast. Ook zou het plan in strijd zijn met de gemeentelijke toekomstvisie voor het landgoed. Verder betwijfelen de natuurorganisatie en de inwoners de noodzaak van nieuwe bebouwing op het landgoed. De Raad van State heeft de zaak op 7 maart jl. op zitting behandeld.
5. 201003566/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Brabant
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Lochtenburg, Boskantseweg' van de gemeente Sint-Oedenrode) Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Sint-Oedenrode van het bestemmingsplan 'Lochtenburg, Boskantseweg'. Het plan maakt het mogelijk dertien woningen te bouwen op het terrein van een voormalig autobedrijf en tankstation aan de Boskantseweg in Sint-Oedenrode. Dit terrein ligt langs de rivier de Dommel. De Vereniging tot Behoud van het Groene Hart van Brabant en een aantal omwonenden zijn tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De vereniging en de omwonenden vinden dat de omgeving 'versteent'. Eerder was bebouwing langs de Dommel niet toegestaan over een lengte van ruim 100 meter en een breedte van 20 tot 60 meter. Volgens de vereniging is de bebouwing in strijd met provinciaal beleid, omdat het gebied cultuurhistorisch gezien waardevol is. Het gebied is niet voor niets aangewezen als zogenoemd Belvedèregebied, aldus de vereniging. De omwonenden vrezen aantasting van hun woon- en leefklimaat. Het gemeentebestuur had volgens hen bovendien beter moeten motiveren waarom het vindt dat de dertien woningen gebouwd mogen worden langs de Dommel terwijl eerder sprake was van acht woningen. De Raad van State heeft de zaak op 25 februari jl. op zitting behandeld.
6. 201004628/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Brabant
inhoudsindicatie:

(Veghels bestemmingsplan voor huisvesting van tijdelijke werknemers in het buitengebied) Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Veghel van het bestemmingsplan 'Facetbestemmingsplan Landelijk Gebied, Aanvulling 1'. Het plan maakt het mogelijk om maximaal 15 seizoenarbeiders in een bedrijfswoning en maximaal 60 seizoenarbeiders in bedrijfsgebouwen in het buitengebied te huisvesten. Wel is bepaald dat de seizoenarbeiders niet langer dan 6 maanden op die plek mogen wonen. Deze regeling geldt voor alle Veghelse bestemmingsplannen die betrekking hebben op het buitengebied. Een aantal inwoners uit Veghel verzet zich tegen deze regeling. Zij vrezen dat de huisvestingsregeling zal worden misbruikt en ertoe zal leiden dat seizoenarbeiders permanent in het gebied blijven wonen. Zij vinden dat onwenselijk, omdat het agrarische gebied daarvoor niet is bedoeld. Bovendien is de infrastructuur in het gebied daar niet op berekend. Daarom zijn zij tegen het plan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 25 februari jl. op zitting behandeld.
7. 201005884/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:

(Bouwvergunning voor kantoor en studentenwoningen op hoek Poppesteeg - Westvest in Delft) Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Delft heeft verleend voor een kantoor en studentenwoningen op de locatie hoek Poppesteeg - Westvest in Delft. Het gaat om een kantoor op de begane grond, 24 studentenkamers in 4 studentenwoningen en 14 afzonderlijke studio's. Het hoogste gedeelte van het bouwplan ligt aan de Westvest, bestaat uit vier verdiepingen en een kap. Het achterste gedeelte ligt aan de Poppesteeg en bestaat uit twee verdiepingen. Het gemeentebestuur heeft ook ontheffing verleend voor parkeerplaatsen op eigen terrein. Bewoners van de naastgelegen appartementen aan de Westvest zijn het niet eens met de bouwvergunning. Als gevolg van het bouwplan zal voor hun ramen, loggia's en balkons een blinde muur komen, die zicht en lichtinval zal beperken. Ook vinden zij dat het bouwplan niet voldoet aan de eisen van brandveiligheid en komen er volgens hen te weinig parkeerplaatsen. De rechtbank in Den Haag heeft in mei 2010 een eerder beroep van de bewoners gegrond verklaard. Naar haar oordeel had het gemeentebestuur meer rekening moeten houden met de belangen van de bewoners van de naastgelegen appartementen. Verder had het gemeentebestuur naar haar oordeel nagelaten het bestemmingsplan voor het centrum van Delft op tijd te herzien, zodat op grond van een ouder bestemmingsplan de bouwvergunning niet geweigerd kon worden. Het gemeentebestuur had volgens de rechtbank kunnen voorzien dat hierdoor werd afgestevend op een situatie waarbij de bouwvergunning niet kon worden geweigerd. De projectontwikkelaar die de bouwvergunning had aangevraagd, en het gemeentebestuur van Delft zijn het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en zijn daartegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vinden de uitspraak van de rechtbank te ver gaan. Volgens hen heeft het gemeentebestuur het niet doelbewust laten aankomen op de situatie waarbij de bouwvergunning niet kon worden geweigerd, omdat het oude bestemmingsplan weer was gaan gelden. Verder is het gemeentebestuur het niet eens met het oordeel van de rechtbank dat er te weinig parkeerplekken worden aangelegd. De Raad van State heeft de zaak op 16 december jl. op zitting behandeld.
8. 201006128/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:

(Weigering maatregelen tegen geluidsoverlast kinderdagverblijf in Amsterdam) Uitspraak over de weigering door het dagelijks bestuur van het toenmalige stadsdeel Oud West van de gemeente Amsterdam om maatregelen te treffen tegen kinderdagverblijf Kindergarden aan de Vondelstraat in Amsterdam. De tuinen achter het gebouw worden als speeltuin gebruikt. Enkele omwonenden hebben bij het stadsdeel geklaagd over geluidsoverlast van het stemgeluid van de kinderen. Volgens het stadsdeel is het gebruik van de tuin als speeltuin niet in strijd met het huidige bestemmingsplan, de milieuregels en de Algemene Plaatselijke Verordening. De rechtbank in Amsterdam oordeelde in mei 2010 echter anders. Naar het oordeel van de rechtbank was het gebruik van de tuinen als speeltuin wel in strijd met het bestemmingsplan en was het stadsdeel in principe verplicht om daartegen maatregelen te treffen. Kindergarden kan zich niet met de uitspraak verenigen en is daartegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook de omwonenden zijn in hoger beroep gekomen. Zij vinden dat de rechtbank ook had moeten oordelen dat de tuinen in strijd met de Algemene Plaatselijke Verordening als speeltuin worden gebruikt. De Raad van State heeft de zaak op 10 januari jl. op zitting behandeld.
9. 201007575/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Wet geluidhinder
inhoudsindicatie:

(Besluit toenmalig minister van VROM om goederenvervoer over Zeeuwse Lijn te gedogen) Uitspraak over het besluit van de toenmalige minister van VROM om het goederenvervoer van Prorail over de Zeeuwse Lijn (Roosendaal - Vlissingen) in het grootste deel van 2009 te gedogen. Omdat het gedoogbesluit in januari 2010 afliep, heeft de minister in een ander besluit het gedogen van het goederenvervoer verlengd tot september 2010. Met beide besluiten gedoogt de minister de geluidsoverlast die daarbij ontstaat. De minister heeft namelijk nog geen hogere geluidswaarden vastgesteld voor de woningen langs het spoor. Ook zijn er nog geen maatregelen getroffen om de geluidsoverlast te verminderen. Hoewel de toename van het goederenverkeer nog niet is gelegaliseerd, wilde de minister het vervoer toch voorlopig toestaan. Volgens de minister is er 'concreet zicht op legalisatie', omdat hij een besluit gaat nemen waarin onder meer de geluidbeperkende en geluidwerende maatregelen getroffen moeten worden om overlast van het goederenvervoer op de Zeeuwse Lijn tegen te gaan. Een aantal inwoners uit 's-Heer Arendskerke is tegen beide gedoogbesluiten van de minister in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vinden dat het gedogen van het goederenvervoer in strijd is met het beleid van de minister. De Raad van State heeft de zaak op 11 februari jl. op zitting behandeld.
10. 201007736/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 6 april 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Verordeningen
inhoudsindicatie:

(Weigering evenementenvergunning Gay Pride 2008 door burgemeester Amsterdam) Uitspraak over de weigering door de burgemeester van Amsterdam om evenementenvergunningen te verlenen aan de Stichting Gay Business Amsterdam (GBA) voor het organiseren van diverse activiteiten tijdens de Gay Pride in Amsterdam in augustus 2008, waaronder de grachtenparade en het slotfeest bij de Stopera. De Gay Pride is een jaarlijks terugkerende evenement in het centrum van Amsterdam. Het bestaat uit diverse festiviteiten zoals een grachtenparade, straatfeesten en culturele- en sportieve activiteiten. GBA heeft voor de editie van 2008 vier evenementenvergunningen gekregen, waaronder voor een feest op het Rembrandtplein. De burgemeester heeft de vergunningen voor de overige locaties aan andere organisaties verleend. GBA is het daar niet mee eens. De burgemeester heeft zich bij de vergunningverlening gebaseerd op procedureregels waarin is vastgelegd hoe moet worden omgegaan met concurrerende aanvragen voor hetzelfde evenement. GBA vindt dat de burgemeester die procedureregels niet mocht hanteren, omdat die niet van toepassing zouden zijn voor evenementen in 2008. En in het geval de burgemeester die regels wel mocht toepassen, vindt het GBA dat de burgemeester tot de conclusie had moeten komen dat alle vergunningen aan GBA hadden moeten worden verleend. GBA diende daarom eerder beroep in bij de rechtbank in Amsterdam. Die stelde GBA in juli 2010 in het ongelijk. Tegen die uitspraak is GBA in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zie ook de uitspraak met zaaknummer 201007734/1 die de Raad van State eveneens op woensdag 6 april 2011 openbaar maakt. Die uitspraak gaat over de weigering door de burgemeester om aan GBA een evenementenvergunning te verlenen voor het organiseren van de hele Gay Pride in 2009. Op basis van nieuw beleid heeft de burgemeester in 2009 nog maar één evenementenvergunning voor de hele Gay Pride verleend. De organisatie die deze zogenoemde parapluvergunning heeft gekregen - in dit geval Pro Gay - moet dan samenwerken met andere organisaties om het feest te organiseren. GBA vindt dat de burgemeester ook in dit geval haar de vergunning had moeten verlenen. De Raad van State heeft beide zaken op 8 februari jl. op zitting behandeld. pagina: 1 2 rss feeds disclaimer links sitemap the council of state le conseil d'état der staatsrat