Erasmus Universiteit Rotterdam

Promotie Mw. drs. J. Dwarswaard

Titel proefschrift
De dokter en de tijdgeest

---

Promotors:
Prof.dr. M.J. Trappenburg

---

Co-promotors:
Dr. M.T. Hilhorst

Datum
05 april 2011 15:30

---

Locatie:
Woudestein, senaatszaal

---

Faculteit
instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (iBMG)

Medische beroepsethiek is dynamisch en van groot maatschappelijk belang

De context waarin artsen hun werk verrichten is sterk veranderd in de afgelopen 50 jaar. Dit heeft grote invloed gehad op de medische beroepsethiek. Dat stelt Jolanda Dwarswaard in haar proefschrift De dokter en de tijdgeest. Een halve eeuw veranderingen in de beroepsethiek van huisartsen en chirurgen, waarop zij op dinsdag 5 april 2011 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam promoveert. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Voor het onderzoek is een aantal maatschappelijke veranderingen bekeken. Patiënten zijn hoger opgeleid en worden door de overheid gestimuleerd zich te gedragen als mondige consument en de emancipatie van vrouwen heeft geleid tot een toenemend aantal vrouwelijke artsen. Oudere generaties die het heel normaal vonden om lang en hard te werken maken geleidelijk plaats voor jongere generaties die meer waarde hechten aan vrije tijd en hun privé leven. Tenslotte is gekeken naar het overheidsbeleid waarin centrale aanbodsturing langzaam plaatsgemaakt heeft voor marktwerking in de zorg.

Op grond van een analyse van vaktijdschriften en interviews met drie generaties huisartsen en chirurgen concludeert Dwarswaard dat beroepsethiek dynamisch is. Zo zijn huisartsen en chirurgen steeds meer belang gaan hechten aan het persoonlijke contact met de patiënt en heeft men de verantwoordelijkheid steeds meer bij de patiënt neergelegd. Waar artsen het vroeger vooral belangrijk vonden hoop te geven aan de patiënt is het tegenwoordig de norm de patiënt volledig te informeren. Marktwerking heeft ervoor gezorgd dat artsen meer aandacht zijn gaan besteden aan financieel lucratieve zorg. Waar de huisartsgeneeskundige beroepsethiek zinnige en zuinige zorg nastreefde is de norm terughoudend te zijn met zorg sinds 2006 aan afkalving onderhevig. Chirurgen zijn meer aandacht gaan besteden aan planbare en financieel aantrekkelijke zorg. Beide beroepsgroepen zijn zich meer gaan richten op het binnenhalen van patiënten. Het tempo van de veranderingen verschilt per beroepsgroep. Huisartsen hebben hun beroepsethiek sneller aangepast en spelen proactief in op maatschappelijke veranderingen. Chirurgische beroepsethiek verandert minder snel en vaak pas nadat dit door de buitenwereld wordt afgedwongen.

Deze conclusies hebben belangrijk implicaties voor de Nederlandse gezondheidszorg. Beroepsverenigingen zouden actief stil moeten staan bij de vraag: zijn de bestaande normen nog nastrevenswaardig en houdbaar? Of moeten we ze aanpassen? Beide opties zijn denkbaar en het is van belang nadrukkelijk te kiezen. Beleidsmakers en politici moeten zich realiseren dat beroepsethiek niet constant blijft als het beleid en de wereld om professionals heen veranderen. Als alom wordt ingezet op `vraaggestuurde zorg', als consumenten steeds mondiger worden en steeds beter opgeleid zijn, dan wordt het voor huisartsen moeilijker om vast te houden aan hun beroepsethische norm van zuinig met zorg en dan zal die norm veranderen. Beroepsethiek is geen verre constante op de achtergrond, ergens neergeslagen in een rituele eed. Beroepsethiek is dynamisch, divers en van groot maatschappelijk belang.