Rijksdienst Cultureel Erfgoed
Elf Nederlandse erfgoederen potentieel werelderfgoed
5 apr 2011 - 11:37
Elf Nederlandse erfgoederen zijn zo uitzonderlijk en universeel van
waarde, dat ze een plaats verdienen op de Werelderfgoedlijst van
UNESCO. Staatssecretarissen Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)
en Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) nemen het advies
van de Commissie Herziening Voorlopige Lijst Werelderfgoed over door
deze erfgoederen op de Voorlopige Lijst te zetten.
Het gaat om het Bonaire Marine Park, het Eise Eisinga Planetarium in
Franeker, de nederzettingen Veenhuizen, Frederiksoord en Wilhelminaoord
van de Koloniën van Weldadigheid in Drenthe, de Nieuwe Hollandse
Waterlinie, de Noordoostpolder, het Plantagesysteem West Curaçao, het
Sanatorium Zonnestraal in Hilversum, het Teylers gebouw in Haarlem, de
Van Nellefabriek in Rotterdam, de Romeinse rijksgrens Limes en het
eiland Saba.
Een plaats op de Voorlopige Lijst betekent dat het Rijk en de betrokken
overheden, eigenaren en beheerders starten met de voorbereiding om deze
erfgoederen de komende vijftien jaar te nomineren voor de
Werelderfgoedlijst. Criteria daarbij zijn uitzonderlijke universele
waarden, draagkracht en draagvlak voor de instandhouding. Dit kan
betekenen dat niet alle erfgoederen die nu op de Voorlopige Lijst
staan, ook daadwerkelijk worden voorgedragen bij UNESCO. Het
Werelderfgoedcomité van UNESCO besluit of het de erfgoederen opneemt op
de Werelderfgoedlijst.
Nederland draagt de komende jaren als eerste drie de Van Nellefabriek,
het Teylers en het plantagesysteem West Curaçao voor. Tot nu toe staan
er negen erfgoederen uit Nederland en Curaçao op de Werelderfgoedlijst.
Als laatste zijn het natuurgebied de Waddenzee en de Amsterdamse
grachtengordel opgenomen.
"Een plaats op de Werelderfgoedlijst betekent een wereldwijde erkenning
van de culturele en natuurlijke waarde van een gebouw, plaats of
gebied. Het vertelt het verhaal van de Nederlandse geschiedenis, is een
bekroning op jarenlang zorgvuldig beheer en versterkt de toeristische
aantrekkingskracht,'' aldus staatssecretaris Zijlstra.