UMC Groningen

Over pesten, depressieve meisjes en jongeren met een kort lontje: een greep uit tien jaar jongerenonderzoek

05 april 2011

Het TRAILS-onderzoek heeft sinds de start in 2001 unieke gegevens verzameld over de ontwikkeling van jongeren. Enkele belangrijke bevindingen gaan over depressie, pesten en middelenmisbruik. Zo werd ontdekt dat depressie twee keer zo vaak voorkomt bij meisjes dan bij jongens en dat jongeren met een `kort lontje' meer kans hebben op depressie. Pestgedrag blijkt niet alleen gevolgen te hebben voor het slachtoffer, maar ook voor de pester en zelfs de gehele klas. En jongeren die vroeg beginnen met roken, zullen sneller beginnen met blowen, maar niet elke jongere zal die overstap maken. TRAILS-onderzoekers proberen de nieuwe kennis ook te vertalen naar de praktijk: zo werkt een aantal basisscholen inmiddels al met het een uit TRAILS voortgekomen `netwerk-analyse' om pesten te signaleren.

Het verschil in depressie bij jongens en meisjes ontstaat in de puberteit en lijkt te maken te hebben met een toegenomen gevoeligheid voor stressvolle, vooral interpersoonlijke, gebeurtenissen bij de meisjes. Meisjes met gescheiden ouders, bijvoorbeeld, ontwikkelden gedurende deze periode meer depressieve symptomen dan jongens en prepuberale meisjes. Verder werd uit het TRAILS-onderzoek duidelijk dat het risico op psychische problemen na een scheiding van de ouders vooral groot is voor jongeren met weinig zelfbeheersing en jongeren die snel geneigd zijn bang te zijn.

TRAILS doet bijzonder veel onderzoek naar pesten. Het blijkt dat pestgedrag een negatieve impact heeft op de lichamelijke en geestelijke gezondheid en de leerprestaties van een kind. Hierdoor is de kans op een goede ontwikkeling van zowel gepeste kinderen als pesters kleiner. Hoe langer de pestsituatie voortduurt, hoe slechter het vooruitzicht op een gezonde ontwikkeling. TRAILS onderzocht ook diverse vragen rond het misbruik van alcohol, sigaretten en softdrugs. Jongeren die vroeg beginnen met roken hebben meer dan vier keer zoveel kans om ook vroeg te beginnen met blowen. Dit traject van middelenmisbruik komt vaker voor bij jongeren met een temperament dat neigt naar exploratief gedrag. De overstap van roken naar blowen wordt daarentegen minder snel gemaakt door jongeren die, met name in sociaal opzicht, meer geremd zijn.

Doel van TRAILS

In de periode tussen kindertijd en volwassenheid maken jongeren grote veranderingen mee, op zowel lichamelijk als psychisch en sociaal gebied. In deze overgangsjaren worden keuzes gemaakt en richtingen ingeslagen die van grote invloed kunnen zijn op iemands latere welzijn en gezondheid. Een belangrijk deel van het TRAILS-onderzoek (TRacking Adolescents' Individual Lives Survey) betreft de psychische (on)gezondheid. TRAILS wil meer kennis te verkrijgen van de oorzaken en onderliggende factoren van geestelijke (en lichamelijke ) gezondheidsproblemen, om daarmee aanknopingspunten te vinden voor de verbetering van preventie en behandeling.

TRAILS is een uniek en innovatief bevolkingsonderzoek van een team van onderzoekers van onder meer het Universitair Medisch Centrum Groningen en het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Begin 2011 waren vier metingen op 11-, 13-, 16- en 18-jarige leeftijd verricht bij een steekproef van 2230 kinderen. Sinds de start van het onderzoek zijn meer dan 100 wetenschappelijke publicaties en 14 proefschriften verschenen op basis van de data uit de metingen.

Presentatie van de resultaten

Onlangs werden in Zwolle tijdens een slotsymposium van het ZonMw-Geestkracht programma enkele resultaten van TRAILS gepresenteerd. ZonMw-Geestkracht is onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, NWO. In het Geestkracht-programma zijn diverse onderzoeksconsortia ondergebracht op het gebied van angst- en stemmingsstoornissen, psychosen en gedragsstoornissen. Ook presenteerde TRAILS zich op de Publieksdag van het Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Drie onderzoekers gaven een presentatie over depressie, pesten en middelenmisbruik.