Gemeente Edam-Volendam

Aangenomen motie inzake toekomst bestuurlijke samenwerking Stadsregio Amsterdam

De gemeenteraad van Edam-Volendam heeft in zijn vergadering van 31 maart jl. een motie aangenomen waarin het college van B&W wordt opgeroepen om het dagelijks bestuur van de Stadsregio te informeren over het standpunt van de gemeente Edam-Volendam, welke luidt dat:


-de gemeente Edam-Volendam de uitgangspunten van het landelijke beleid steunt;


-de gemeente Edam-Volendam tegen opschaling is omdat zij de consequenties niet kan overzien;


-behoud van een regionale infrastructuurautoriteit een goede zaak is;


-de Stadsregio Amsterdam vanaf dit moment op het gebied van besluitvorming, investeringen en personeelsbeleid dient te handelen conform het Rijksbeleid;


-dit standpunt dinsdagmiddag 5 april 2011 middels aangetekend schrijven aan het dagelijkse bestuur van de Stadsregio Amsterdam en het ministerie en middels een persverklaring kenbaar te maken.

Deze motie is tot stand gekomen tijdens de beraadslaging over het collegevoorstel inzake de bestuurlijke samenwerking in de Stadsregio Amsterdam in eerder gemelde raadsvergadering. In dit voorstel had het college reeds kanttekeningen aangegeven. Naar het oordeel van de meerderheid van de gemeenteraad waren dit terechte kanttekeningen, maar zijn er nog meer aan te geven.

De gemeenteraad is van mening dat de bestuurlijke samenwerking in de Stadsregio op dit moment niet voldoende toeziet op de urgentie inzake het voornemen in het nieuwe regeerakkoord om het gedeelte van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen waarin stadsregio's zijn geregeld, af te schaffen en de bevoegdheden op het terrein van verkeer en infrastructuur over te dragen aan een infrastructuurautoriteit.

De verdere overwegingen voor de gemeenteraad om de motie aan te nemen waren dat:


-dit rijksvoornemen de feitelijke ontmanteling betekent van de Stadsregio Amsterdam;


-de Stadsregio een voor Edam-Volendam moeilijk aanstuurbare extra bestuurslaag geworden is;


-in de raadsvergadering van 17 februari 2011 duidelijk werd dat een bezuiniging van 5% niet doorgevoerd kon worden;


-de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland gaan overleggen over samenwerking en dit een opmaat is voor provinciale schaalvergroting;


-deelraden in Rotterdam en Amsterdam worden opgeheven;


-het bestuur van de Stadsregio niet direct democratisch gekozen is;


-in de plannen de infrastructuurautoriteit, de oorspronkelijke basis van de Stadsregio, blijft bestaan;


-het maken van kanttekeningen veel te vrijblijvend is en niet van invloed is op de besluitvorming van de Stadsregio, welke inmiddels al heeft plaatsgevonden;


-extra bestuurslagen meer bestuurlijke rompslomp en bureaucratie betekenen en tevens vertragend werkt en kostbaar is;


-er geen reden is waarom de WGR+ taken niet onder regie van een bestuurslaag met een direct gekozen bestuur tot stand kunnen komen;


-drie bestuurslagen (Rijk, provincie en gemeente) aangevuld met een infrastructuurautoriteit voldoende moeten zijn om tot besluitvorming te komen en


-het dagelijks bestuur van de Stadsregio op zeer korte termijn met ministeries gaat overleggen over deze kwestie.