Universiteit Leiden

Vrouwen naar de top: âMakkelijk zatâ

Makkelijk zat. Iedereen kan het. Het is echt niet moeilijk. Deze aanmoedigingen van prof.dr. Naomi Ellemers op de lunchbijeenkomst voor vrouwelijke hoogleraren en wetenschapplijk directeuren in de Faculty Club op 4 april, sloeg helaas alleen maar op een klein deel van het proces dat meer vrouwen naar wetenschappelijke topposities moet brengen.

Meer waardering

De Faculty Club

De Faculty Club

Het âmakkelijkeâ onderdeel waar het om ging was: leidinggevenden kunnen méér waardering geven aan vrouwelijke wetenschappers, hen helpen meer zelfvertrouwen en geloof in zichzelf te krijgen en te houden. Veel vrouwen die nu hoogleraar zijn, hadden in een cruciale fase van hun loopbaan een wetenschapper in hun omgeving die geloofde in hun kunnen en dat ook uitte, die vertrouwen gaf.

Belemmeringen

De afdeling HRM van de Universiteit Leiden presenteerde een kleinschalig kwalitatief onderzoek waarin 21 vrouwelijke promovendi en postdocs de vragen beantwoordden of ze een wetenschappelijke carrière ambieerden en wat hen ervan zou kunnen weerhouden. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen persoonlijke factoren en factoren op organisatieniveau. De behoefte aan waardering en bevestiging was een van de persoonlijke factoren. De jonge vrouwelijke wetenschappers vonden het verder lastig om toegang te krijgen tot het overwegend mannelijke wetenschappelijke netwerk en hadden behoefte aan vrouwelijke rolmodellen en aan carrièrecoaching/mentoring.

Lastige factoren

Meer vrouwen in wetenschappelijke topfuncties, een zaak van vrouwen én mannen.

Meer vrouwen in wetenschappelijke topfuncties, een zaak van vrouwen én mannen.

Op dit laatste punt kan de organisatie iets doen (het gebeurt al bij enkele faculteiten), net als tegemoet komen aan de wens om in deeltijd wetenschap te bedrijven, en de eisen daarop aan te passen. Andere belemmerende factoren zijn lastiger weg te nemen: het fenomeen van de vele tijdelijke contracten dat het moeilijk maakt een kind te krijgen zonder scheve gezichten te veroorzaken, evenals de genoemde hoge werkdruk. En de met name bij W&N gevraagde buitenlandervaring is niet makkelijk te realiseren als er al een partner en kinderen zijn. Een uit de âzaalâ aangedragen oplossing was: al vroeg naar het buitenland, in de promotie-, desnoods al in de masteropleiding.

Onderaan bungelen

Nederland bungelt nog steeds onderaan als het gaat om het percentage vrouwen in wetenschappelijke topfuncties. Alle inspanningen hebben een magere groei opgeleverd en de beoogde groei, hard vastgelegd in het kader van het charter Talent naar de top , is aan de voorzichtige kant:
+4%, van 16 naar 20% in de periode 2009-2014. Verschillende issues die twintig jaar geleden een punt waren, zijn dat nu nog, zoals wetenschappelijke output naar rato voor deeltijders. De winst die sindsdien is bereikt, is de kennis van het venijn van de âonbewuste discriminatieâ, het werkterrein van Ellemers.

Onbewuste discriminatie

Naomi Ellemers sprak over haar werkterrein 'onbewuste descriminatie'.

Naomi Ellemers sprak over haar werkterrein 'onbewuste descriminatie'.

Een ultrakorte samenvatting van de voordracht van Ellemers was: niemand wil discrimineren, maar het gebeurt toch. Het hardste bewijs daarvan is de statistiek: als de statistieken uitwijzen dat relatief weinig vrouwen uit een grote kweekvijver doorgroeien naar het hoogleraarschap, is er iets goed mis. Het ontbreekt vrouwen niet aan passie voor het vak, niet aan ambitie en niet aan prestaties. Maar de wil om eens diep te duiken in wat er dan wel mis gaat, is niet op brede schaal aanwezig: âWe willen allemaal graag denken dat we in een wereld van gelijke kansen voor mannen en vrouwen leven. Maar vrouwen zien om zich heen dat de wereld er anders uitziet, dat een wetenschappelijke carrière voor hen écht moeilijker is De erkenning daarvoor ontbreekt. Capabele vrouwen worden daar onzeker door en vele gaan geloven dat ze niet deugen voor de wetenschap. En zo begint de self-fullfilling prophecy.

(5 april 2011/Corine Hendriks)

Links

http://www.talentnaardetop.nl/

http://nieuws.leidenuniv.nl/nieuwsarchief/het-gaat-beter-maar-nog-niet- goed.html