Raad van State
dinsdag 5 april 2011
Zitting over de vergunning die de burgemeester van Leiderdorp aan de
Oranjevereniging heeft verleend voor het houden van een kermis van 26
tot en met 30 april 2008. Het gaat om een vergunning op grond van de
Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor een kermis op de
Engelendaal, tussen de Laan van Berendrecht en de Gallaslaan. Ook is
ontheffing van de APV verleend voor het gebruik van geluidsapparatuur
in de buitenlucht. Naar aanleiding van klachten over geluidsoverlast
door inwoners van de Karolusgulden in de jaren 2005 tot en met 2007,
heeft het gemeentebestuur beloofd uit te kijken naar een andere locatie
voor de kermis in 2008. Toen die locatie niet werd gevonden, heeft de
burgemeester alsnog een vergunning verleend voor de kermis op de
Engelendaal. Een bewoner van de Karolusgulden is het daar niet mee
eens. Volgens hem is er sprake van belangenverstrengeling omdat de
burgemeester ook erevoorzitter is van de Oranjevereniging. Verder
twijfelt hij aan de resultaten van het geluidsonderzoek. De rechtbank
in Den Haag verklaarde in augustus 2010 een eerder beroep van de man
ongegrond. Tegen die uitspraak komt hij in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 201009247/1)
Zitting over het advies van de Inspectie van het Onderwijs om de
vereniging De Koers uit Beverwijk niet aan te merken als school.
Volgens de inspectie wordt er geen onderwijs gegeven op De Koers. Het
advies is bindend voor het gemeentebestuur en betekent dat De Koers
niet voldoet aan de Leerplichtwet. Als gevolg daarvan voldoen ook de
kinderen die les krijgen aan De Koers niet aan de Leerplichtwet en
kunnen hun ouders daarop worden aangesproken door de gemeentelijke
leerplichtambtenaar. De Koers is het niet eens met de Inspectie van het
Onderwijs. Volgens De Koers biedt zij als particuliere school basis- en
voortgezet onderwijs aan. Jonge mensen van 4 tot 18 jaar kunnen zich op
De Koers op eigen kracht ontwikkelen waarbij veel vrijheid wordt
gegeven voor persoonlijke interesses, eigen verantwoordelijkheid en
verantwoordelijkheid voor de omgeving, aldus De Koers. Dit
onderwijsconcept is afkomstig uit de Verenigde Staten. De rechtbank in
Haarlem boog zich in augustus 2010 eerder over deze zaak. Volgens de
rechtbank is er beleid vastgesteld aan de hand waarvan de Inspectie van
het Onderwijs kan beoordelen of een school voldoet aan de
Leerplichtwet. De inspectie heeft dat beleid niet gevolgd, aldus de
rechtbank. Daarom heeft de rechtbank het beroep van De Koers gegrond
verklaard. De Inspectie van het Onderwijs is het hier niet mee eens en
komt tegen die uitspraak in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook De Koers komt in hoger
beroep. Zij wil graag als school worden aangemerkt. (zaaknummer
201009068/1)
Zitting over de sluiting door de burgemeester van Maastricht van
coffeeshop Easy Going aan de Hoenderstraat in Maastricht voor de duur
van drie maanden. De burgemeester heeft de coffeeshop in juli 2006
gesloten, omdat Easy Going volgens hem ten onrechte mensen die niet in
Nederland wonen (zogenoemde niet-ingezetenen) heeft toegelaten. Dit is
sinds 2006 volgens een bepaling in de Algemene Plaatselijke Verordening
(APV) van Maastricht verboden. De coffeeshop heeft zich verzet tegen de
sluiting. In een eerder beroep is hij in april van dit jaar door de
rechtbank van Maastricht in het gelijk gesteld. Volgens de rechtbank is
de bepaling in de APV in strijd met artikel 1 van de Grondwet, het
discriminatieverbod. Voor het weren van buitenlanders bestaat volgens
de rechtbank geen objectieve rechtvaardiging. De burgemeester is het
niet eens met die uitspraak en komt in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij vindt onder meer dat
geen sprake is van strijd met het discriminatieverbod, omdat het
onderscheid naar ingezetenen volgens hem gerechtvaardigd is als sprake
is van bestrijding van criminaliteit zoals de handel in softdrugs. Ook
de eigenaar van de coffeeshop komt in hoger beroep bij de Raad van
State. De Raad van State heeft in deze zaak in april 2009 zogenoemde
prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De
Raad van State wilde uitleg van het Hof over de bepalingen in het
EG-Verdrag waarin beperkingen op het vrij verkeer van goederen en
diensten zijn verboden indien daarvoor geen rechtvaardiging kan worden
aangevoerd. Ook wilde de Raad van State van het Hof weten of het
discriminatieverbod uit het EG-verdrag in dit geval van toepassing is.
Het persbericht van de Raad van State is, via 'PERS' en
'Persberichten', te vinden op deze site. Het Hof in Luxemburg heeft in
december 2010 geantwoord op deze vragen, waardoor de Raad van State de
behandeling van het hoger beroep van de burgemeester en de coffeeshop
nu weer kan voortzetten. Beide partijen hebben de gelegenheid gekregen
om schriftelijk te reageren op de antwoorden van het Hof in Luxemburg.
Op de zitting van vandaag kunnen zij hun standpunten mondeling
toelichten en kan de Afdeling bestuursrechtspraak de laatste vragen aan
partijen stellen, voordat zij definitief uitspraak zal doen in deze
zaak. (zaaknummer 200803357/1)
Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Renkum van het
bestemmingsplan 'Parapluherziening verbod wonen in bijgebouwen 2009'.
De gemeenteraad wil met dit plan alle bestaande bestemmingsplannen
binnen de gemeente aanpassen. Volgens de gemeente is namelijk niet in
elk plan specifiek vastgelegd dat het verboden is om te wonen in
bijgebouwen. Een vastgoedbedrijf uit Renkum is het niet eens met de
nieuwe regeling voor bijgebouwen en komt daarom tegen dit plan in
beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het
bedrijf is eigenaar van een pand aan de Nieuweweg in Renkum dat
gebruikt wordt voor kamerverhuur. Door dit plan zou dat gebruik
onmogelijk worden gemaakt. Het bedrijf meent dat de gemeente het
gebruiksverbod niet goed heeft geregeld. (zaaknummer 201001619/1)