Ingezonden persbericht


Nachtlicht, de schilders van het nieuwe licht 1880 - 1940

dinsdag 5 april - zondag 26 juni 2011

De tentoonstelling Nachtlicht laat de invloed van het gas- en elektrisch licht op de Nederlandse kunst tussen 1880 en 1940 zien. Kunstenaars als Isaac Israels, George Hendrik Breitner, Jan Sluijters, Leo Gestel, Kees van Dongen, Cor Noltee, Kees Maks, Simon Maris, Johan Dijkstra en Piet van der Hem experimenteerden met de effecten en de mogelijkheden van het nieuwe licht. Het uitgaansleven vormde een belangrijke bron van inspiratie. Maar ook het veranderde straatbeeld, het huiselijke leven en de invloed van het licht op de mode werden verbeeld. In Museum Flehite zijn circa 80 schitterende schilderijen en tekeningen te zien waaronder topstukken uit Centraal Museum, Groninger Museum, Singer Museum, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, Caldic Collectie en particuliere collecties. Bij de tentoonstelling, samengesteld door gastconservatoren Katjuscha Otte en Ingelies Vermeulen, is een publicatie verschenen met een tiental teksten over de impact van het nachtlicht.

Licht als symbool voor de moderne tijd
In de 19e eeuw was het gaslicht een noviteit. Grote boulevards, winkelstraten, cafés en theaters waren 's avonds een stuk beter verlicht. Gaslampen verlichtten een hele ruimte nog niet geheel; de lampen werden te heet om er veel in een ruimte te plaatsen. Eén van de belangrijkste kenmerken van nachtwerken uit die tijd is dan ook het sterke licht/donker contrast. Een ander kenmerk is het gelig-oranje licht dat de gaslampen afgaven. Een recensent beschreef de lichten in George Breitners schilderij Plein bij avond als 'oranjegeraas uit koperen lichtramen'. Het elektrische licht werd aan het grote publiek gepresenteerd op de wereldtentoonstelling van 1881. Chique uitgaansgelegenheden en schouwburgen installeerden het al snel in hun zalen, die daarmee geheel en overvloedig werden verlicht. Vrouwen liepen er rond in schitterende avondjaponnen. Vooral geel en rood waren favoriete kleuren, die in het licht bijzonder gunstig uitkwamen. Kunstenaars als Kees van Dongen, Leo Gestel en Jan Sluijters maakten er meesterlijke schilderijen van.

Schilderachtige effecten van spiegelende straten
Ook op straat speelde het licht een rol. Verlichte winkelruiten, betere lantaarnpalen en de lichten van (paarden)trams en later auto's veranderden het avondlijke stadsbeeld. De Kalverstraat was de eerste straat in Nederland die elektrisch verlicht werd. Volgens een ooggetuigenverslag was het er 's avonds heel levendig. De winkels waren tot tien uur open, de etalages verlicht, de koffiehuizen vol. Op straat liep winkelend en uitgaanspubliek. Kunstenaars als Breitner en Isaac Israels trokken er op uit om 'de nieuwe stad' bij avond vast te leggen. Hoedenwinkel van Mars op de Nieuwendijk (Israels, 1893) en Kalverstraat met vlaggen bij regenachtige avond (Breitner, 1894) zijn hier mooie voorbeelden van. Ook hun navolgers Marie Henri Mackenzie, Kees Maks en Cor Noltee vonden inspiratie in de lichten van Amsterdam en Rotterdam.

Het verderfelijke nachtleven
Het nieuwe licht en de verbeelding ervan door kunstenaars, riep rond 1900 veel vragen op. Licht bood vrijheid en veiligheid, maar dankzij het feit dat het zo snel werd omarmd door eigenaren van bars, danszalen en nachtclubs, had het voor conservatief Nederland een negatieve associatie. Dat kunstenaars de verderfelijke kanten van het uitgaansleven open en bloot en met een felle toets onder de aandacht brachten, maakte hen in de ogen van die critici even verderfelijk. Felle kritiek weerhield kunstenaars er niet van het licht en het nachtleven te blijven vastleggen. In een tijd waarin kunstenaars zich begonnen af te zetten tegen de academische traditie, hadden zij een dankbaar onderwerp gevonden om de grenzen van het schilderen mee te verkennen en op te rekken. Bijkomstig bieden ze ons, in de 21e eeuw, een boeiende kijk op een destijds snel veranderende maatschappij.

Publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie, met bijdragen van gastconservatoren Ingelies Vermeulen en Katjuscha Otte, Frank Lubbers, directeur van Museum De Wieger en Onno Maurer, hoofd Museum Flehite. Het rijk geïllustreerde boek is uitgegeven door 99 Uitgevers/Publishers in Haarlem en vormgegeven door Mart. Warmerdam. In een tiental teksten en een aantal korte inzetten, biedt het boek achtergronden over de kunstenaars die het nieuwe licht vastlegden, over het nachtleven en over de impact die dit op de maatschappij rond 1900 had. Prijs: ¤ 19,50. Te koop in Museum Flehite en in geselecteerde boekwinkels en musea.

////// Einde bericht //////

Rabobank Amersfoort en omstreken is hoofdsponsor van Museum Flehite

Abonneer u op onze digitale nieuwsbrief via info@museumflehite.nl.

De volgende bedrijven en particulieren ondersteunen Museum Flehite: Hoofdsponsor: Rabobank Amersfoort en omstreken
Zaalpartners: De Alliantie, Familie Van 't Eind, Pot verhuizingen / logistiek, Regardz, Reproka Visuele Communicatie, ROC ASA, Smink Afvalverwerking BV, Welkenhuijsen Kunstmakelaardij, Wolter & Dros, Van Zwol Wijntjes.
Sponsors: Adviesbureau Haver Droeze, De Amersfoortse Verzekeringen, Cees Kamerbeek Fonds, Dierenpark Amersfoort, Enbiun, Gilde Amersfoort, Jonkman Klinkhamer architecten, Keistad mobiele wanden, Ontwikkelingsbedrijf Vathorst, Parthos BV, Real Estate Communication, Reproka Visuele Communicatie, Ristorante San Giorgio, Stadsherstel Amersfoort, Sterk Decoratie, Van Dijk Epe, Van Olst & Van Veen schilders, Velhuizen Beens Van de Castel notarissen, Technica ICT, Uitgeverij Bekking, Waterlijn.

Wilt u ook een bijdrage leveren aan het beheer en behoud van Amersfoorts cultureel erfgoed en aan onze tentoonstellingen over kunst en cultuur, gerelateerd aan Amersfoort? Neem dan contact op met Onno Maurer, hoofd en conservator, o.maurer@museumflehite.nl, T 033 - 247 11 05.

Leo Gestel, Café de Nuit, Paris (1906)
46,5 x 35 cm, olieverf op doek
Particuliere collectie

Isaac Israels, Hoedenwinkel van Mars op de Nieuwendijk (1893) 64,5 x 59,5 cm, olieverf op doek
Collectie Groninger Museum (bruikleen st. J.B. Scholtenfonds) foto: John Stoel

George Hendrik Breitner, Schemer, Rokin (1895)
80 x 130 cm, olieverf op doek
Collectie Stedelijk Museum, Amsterdam

Johan Dijkstra, Vismarkt bij avond met figuren (z.j.) 44 x 57 cm, aquarel en zwart krijt
Collectie Stichting Johan Dijkstra, Groningen



Ingezonden persbericht