Gemeente Apeldoorn

Hierbij zend ik u, het antwoord op de vragen van het Kamerlid Çelik van uw Kamer inzake ontslag van conciërges op basisscholen. (ingezonden 18 februari 2011)

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2011Z03476.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Halbe Zijlstra

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Çelik van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 18 februari 2011 kenmerk 2011Z03476)

Vraag 1
Kent u de zorgwekkende signalen uit het onderwijsveld dat mogelijk op korte termijn massaontslagen zullen vallen bij conciërges?

Antwoord:
Ik heb vernomen dat enkele gemeenten het voornemen hebben om de subsidies voor o.a. ID banen stop te zetten. Het gaat hier om gemeentelijk beleid.

Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat dit voor een groot deel wordt veroorzaakt doordat de huidige financiële regeling waarmee conciërges op verschillende scholen worden betaald, spoedig zal verdwijnen?

Antwoord:
Scholen financieren hun conciërges vanuit twee geldstromen: een vanuit de gemeente en een vanuit OCW. Het is mij bekend dat een aantal gemeenten de inzet van hun middelen voor de ID-banen heroverwegen of reeds gestopt hebben. De door OCW beschikbaar gestelde conciërge regeling eindigt in augustus 2012. Binnenkort ontvangt u een brief over de herziening van het subsidiebeleid. Hierin worden ook voorstellen geformuleerd over het inzetten van middelen ten behoeve van de conciërgeregeling.

Vraag 3
Kunt u uitleggen hoe het komt dat het aantal ondersteunende functies binnen het primair onderwijs is toegenomen? Kunt u aangeven welk soort ondersteunende functies het betreft en welke werkdruk die functies opleveren en bij wie?

Antwoord:
De scholen in het primair onderwijs bepalen zelf hun personeelsbeleid en naar welke ondersteunende functies hun prioriteit uitgaat. Dit is met de introductie van de lumpsum financiering ook zo geregeld. Het benaderen van de scholen voor specifieke informatie hierover zou leiden tot ongewenste toename van administratieve lastendruk en ligt niet voor de hand.

Vraag 4
Denkt u dat de toename van de ondersteunende functies ligt aan het feit dat de administratieve lastendruk van de leerkrachten is toegenomen?

Antwoord:
Ik heb geen indicatie dat dit het geval is.

Vraag 5
Erkent u de meerwaarde van de ondersteunende functies binnen het primair onderwijs? Zo ja, welke actie gaat u ondernemen om het voor de scholen meer dragelijk te maken? Zo nee, wat gaat u ondernemen om de administratieve lasten te verlichten?

Antwoord:
Ja, ik acht ondersteunende functies van belang, de scholen bepalen hier echter zelf hun eigen personeelsbeleid. Overigens heeft het ministerie van OCW de afgelopen jaren actief ingezet op vermindering van de administratieve lasten voor scholen onder meer door invoering van het risicogericht inspectietoezicht, invoering van het Basisregister Onderwijsnummer en de versimpeling van de verzuimmelding.

Vraag 6
Kunt u uitleggen waarom u in een reactie op eerdere vragen 1) aangaf dat er fors wordt geïnvesteerd in extra conciërges en administratieve krachten terwijl in de praktijk, zo blijkt nu weer, ontslagen vallen of dreigen te vallen omdat er geen budget meer is voor de uitbetaling van salarissen voor de conciërges in bijvoorbeeld de gemeente Apeldoorn? 2)

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 7
Bent u bereid maatregelen te treffen om de dreigende massaontslagen van conciërges tegen te houden zodat zij binnen het onderwijs kunnen worden behouden?

Antwoord:
In mijn antwoord op uw vraag 2 ben ik hier nader op ingegaan.