Universiteit van Tilburg

Persbericht 7 april 2011

Robots en neurotechnologie: ethiek en wetgeving voor de toekomst

Internationale conferentie Universiteit van Tilburg

Nieuwe toepassingen van neurotechnologie en robotica nemen een steeds hogere vlucht in de gezondheidszorg, maar ook in het verkeer, het huishouden en de oorlogsvoering. Hoe zorgen we dat deze technologieën niet met ons op de loop gaan? In een internationaal congres aan de Universiteit van Tilburg buigen ethici en juristen zich over die vraag.

Neurotechnologie n zoals MRI (Magnetic Resonance Imaging) en Deep Brain Simulation worden vooral gebruikt voor diagnostisering en therapie in de gezondheidszorg, maar ze zijn ook bruikbaar om cognitieve functies van de mens te verbeteren, of om te kijken of iemand wel de waarheid vertelt in de rechtbank. Dat roept belangrijke ethische en juridische vragen op. Snelle ontwikkelingen binnen de robotica, waarbij machines steeds autonomer en intelligenter worden, roepen eveneens zulke vragen op, bijvoorbeeld over de aansprakelijkheid of handelingsbekwaamheid van robots in het huishouden, het ziekenhuis, het verkeer, of op het slagveld.

Experts uit binnen- en buitenland buigen zich twee dagen lang over deze kwesties tijdens het congres Technologies on the stand: Legal and ethical questions in neuroscience and robotics, georganiseerd door het Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT). Een greep uit de lezingen:
* Ethicus Wendell Wallach (Yale University) verkent nieuwe toepassingen van robots in de komende twintig jaar, waaronder robots die zich gedragen naar ethische regels, en het belang van regelgeving voor robots. Beleidsmakers en juristen zeggen dat de nieuwe gedragingen (en fouten) van robots nog binnen bestaande wetgeving kunnen worden begrepen, maar de grenzen daarvan komen volgens Wallach snel in zicht, bijvoorbeeld door de toepassing van robots in het huishouden en in het leger. Zeker wanneer verschillende technologische domeinen samenkomen in één systeem, zal het lastig worden robots binnen bestaande juridische kaders te beoordelen. Zie ook zijn blog over Moral Machines http://moralmachines.blogspot.com/.


* Noel Sharkey (University of Sheffield) ziet het begin van de 21e eeuw als het startpunt van oorlogsvoering met robots. In Irak en Afghanistan worden robots ingezet tegen bermbommen, om te surveilleren, maar ook om doelen aan te vallen en te doden. Er worden miljoenen uitgegeven aan de ontwikkeling van zulke robots, door meer dan 40 landen. Maar voor welke ethische dilemma's stellen deze robots ons en hoe vallen deze wapens binnen het internationale recht?


* Bioethicus Paul Wolpe (Emory University) signaleert de ontwikkeling dat we steeds dieper in het brein kunnen kijken, zelfs naar subjectieve gedachten in dialogen die we binnen ons brein voeren. Van wie is het brein dan nog? Wie mag daar eigenlijk in kijken en hoe verhouden die vragen zich met de (Amerikaanse) wetgeving?


* Strafrechtdeskundige en psycholoog Stephen Morse (University of Pennsylvania) houdt een pleidooi voor bescheidenheid: het loopt volgens hem niet zo'n vaart met de neurowetenschap en de bijdrage daarvan aan het strafrecht. Hoewel we voorzichtig moeten zijn, zal de neurotechnologie op de korte en middellange termijn vooral een nuttige bijdrage kunnen leveren.


* Filosoof Mark Coeckelbergh (Universiteit Twente) bevraagt de recente ontwikkelingen rondom het creëren van 'ethische robots'. Hij vraagt zich af wat we eigenlijk bedoelen met ethiek in relatie tot robots en stelt dat we een dergelijke ethiek niet los kunnen zien van ons samenleven en omgaan met deze machines.