Partij van de Arbeid

Partij van de Arbeid

Den Haag, 8 april 2011

Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) over topklinische GGZ die ggz hulp lokaal uitsluit

aan de Minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


1.
Bent u bekend met de situatie dat, indien iemand (in Brabant) een ambulante behandeling topklinische GGZ krijgt in een landelijke instelling, er geen ambulante zorg in de vorm van (f) ACT in de gemeente wordt geboden?
2.
Is bekend hoeveel mensen er naast ambulante topklinische GGZ behandeling ook lokale hulp nodig hebben voor andere GGZ vragen?
3.
Deelt u onze mening dat mensen met een GGZ vraag recht hebben op zorg dichtbij huis, zodat een dreigende crisis kan worden voorkomen of snel worden ingegrepen? Bijvoorbeeld via (F) ACT? Is de financiering hiervan geborgd?
4.
Deelt u onze mening dat naast lokale GGZ zorg, indien nodig, een patiënt ook recht heeft op topklinische GGZ zorg voor een specialistische ambulante zorg?
5.
Indien u vind dat basis GGZ zorg dichtbij een patiëntenrecht is en (indien nodig) topklinische GGZ ook, waarom kan dit in de praktijk niet naast elkaar worden gegeven?
6.
Is het mogelijk om tegelijk 2 DBC's in verschillende instellingen te openen? Eén voor topklinische GGZ voor de specialistische vraag en één voor de overige zorg dichtbij huis?
7.
Wie is verantwoordelijk voor de zorgcoördinatie indien iemand ambulante topklinische GGZ krijgt en daarnaast voor (andere) GGZ vragen lokaal hulp nodig heeft? 8. Hoe wordt de zorgafstemming tussen een landelijk functionerende GGZ instelling en een lokale GGZ instelling gecoördineerd en gefinancierd?