Eerste Kamer der Staten Generaal

Senaat akkoord met initiatiefwet rechtsbescherming belastingplichtigen

12 april 2011

De Eerste Kamer heeft op dinsdag 12 april ingestemd met het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en Groot (PvdA) (30.645). Als gevolg hiervan krijgen belastingplichtigen bij controlehandelingen van de fiscus meer rechtsbescherming. Zij kunnen na een verzoek om informatie van de inspecteur de rechter de vraag voorleggen of dit verzoek rechtmatig is of niet. Staatssecretaris Weekers van Financiën streeft er naar om de rechtsbescherming al op 1 juli 2011 te laten ingaan, zo verklaarde hij in de Eerste Kamer.

De initiatiefwet is al op 12 juni 2006 ingediend in de Tweede Kamer. Met de aanvaarding van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer is de parlementaire behandeling na vijf jaar afgerond. Het lijkt er nu op dat het voorstel ruim vijf jaar later kracht van wet zal krijgen. Tijdens het debat in de senaat spraken drie fracties hun bewondering uit voor de initiatiefnemers, in het bijzonder tegenover het Tweede Kamerlid Dezentjé Hamming-Bluemink, die vanaf het begin bij het initiatief betrokken was.

Initiatief aangepast

VVD-senator Biermans wees erop dat het oorspronkelijke wetsvoorstel meer rechtsbescherming bood, maar dat de initiatiefnemers onder druk van de regering het voorstel hebben aangepast. De ambtsvoorganger van staatssecretaris Weekers liet destijds weten dat hij een vloed aan rechtszaken voorzag, en daarmee ook een forse toename van de werklast van de Belastingdienst. Het wetsvoorstel is daarop zo aangepast dat alleen beroep op de rechter mogelijk als de inspecteur een voor beroep vatbaar informatieverzoek heeft gedaan. In het oorspronkelijke wetsvoorstel zou ook de belastingplichtige zelf daarom kunnen vragen.

PvdA-woordvoerder Leijnse, die ook sprak namens de SP, stelde vast dat een inspecteur een informatieverzoek kan gieten in de vorm van een voor beroep vatbare beschikking, maar hij hoeft dit niet te doen. De vraag van Leijnse was of de inspecteur nu vaak de vorm van de voor beroep vatbare beschikking zal kiezen of slechts zelden. Zowel indienster mevrouw Dezentjé als staatssecretaris Weekers verwachten dat belastinginspecteurs terughoudend zullen omgaan met een voor beroep vatbaar informatieverzoek.

Omkering bewijslast

CDA-woordvoerder Doek stelt dat een belastingplichtige die bezwaren heeft tegen het hem opgelegde informatieverzoek, maar die niet het risico wil lopen van een omkering van de bewijslast, niet gebaat is met dit wetsvoorstel. Hij kan immers niet zelf om een beschikking vragen. Daarvoor is de belastingplichtige afhankelijk van de inspecteur, maar die zal daar pas toe overgaan als hij vindt dat de belastingplichtige niet aan zijn verplichtingen voldoet en dat de sanctie van omkering en verzwaring van de belast aan de orde is. "Dat risico wil een belastingplichtige in de regel nu net voorkomen", oordeelde senator Doek.

Doek voerde het woord in plaats van zijn fractiegenoot Essers die in Rome verbleef vanwege een internationale conferentie. Op een vraag van CDA-senator Doek verklaarde staatssecretaris Weekers dat het wetsvoorstel geen invloed zal hebben op de manier waarop wordt omgegaan met informatie die onrechtmatig is verkregen via derden. Daarover zal in laatste instantie de rechter blijven beslissen, aldus Weekers.