Sociaal-Economische Raad

13 april 2011

Het onderwerp bevolkingskrimp leeft ook in de Tweede Kamer. Zo gaat de Kamercommissie voor OCW volgende maand naar Finland, onder meer om te zien hoe daar in dunbevolkte gebieden het onderwijs is georganiseerd. En vanochtend liet de Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken zich informeren over het SER-advies Bevolkingskrimp benoemen en benutten.

SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan benadrukte dat je krimp positief moet benaderen. Belangrijk is het tijdig te onderkennen en de problematiek in samenwerking met andere gemeenten aan te pakken. Harry Garretsen, voorzitter van de commissie die het advies heeft voorbereid, voegde daaraan toe dat samenwerking, maatwerk, integrale aanpak en innovaties dé sleutelbegrippen bij de aanpak van krimpproblematiek zijn.

Het VVD-Kamerlid Betty de Boer, vroeg zich af wat de meerwaarde is van het SER-advies naast de vele andere rapporten die over krimp zijn verschenen. Het SER-advies is breder, betoogde Garretsen, omdat het vanuit de visie van sociale partners is geschreven. De meeste rapporten gaan vooral over bestuurlijke aspecten, terwijl het SER-advies daarnaast ook ingaat op de rol van het bedrijfsleven.

Op de vraag van Linda Voortman (GroenLinks) wat de gebieden die in de toekomst met krimp te maken krijgen kunnen leren van de huidige krimpgebieden, stelde Garretsen dat krimp niet is te voorkomen, maar dat we wel kunnen leren van de fouten die zijn gemaakt in de huidige krimpgebieden. Zoals je ogen sluiten voor krimp en blijven uitgaan van een groeiscenario. Zo blijven sommige gemeenten tegen beter weten in maar huizen en bedrijventerreinen bijbouwen. Gemeenten moeten tijdig de beleidsknop omdraaien, vond hij en bijvoorbeeld met buurgemeenten afspreken dat ze gezamenlijk nog maar één winkelcentrum in stand zullen houden.

Bas Jan van Bochove (CDA) viel Garretsen hierin bij: "Veel gemeentebesturen houden zichzelf voor de gek. Ze interpreteren de cijfers verkeerd en doen alsof ze een groeigemeente zijn." Rinnooy Kan vond dat de provincie een coördinerende rol op zich moet nemen. "Het moet toch mogelijk zijn om als provincie een reactie van gemeentebesturen te vragen op een bevolkingsprognose. Provincies mogen best een zekere druk uitoefenen op gemeenten om hierover na te denken."

Kees Verhoeven (D66) vroeg aandacht voor het openbaar vervoer, van groot belang in krimpgebieden als de voorzieningen verder weg van de mensen komen te liggen. Handig is het dan als alle voorzieningen bij elkaar komen te liggen: winkels, scholen en zorgvoorzieningen. Ook het SER-advies onderschrijft dit punt.

Garretsen onderstreepte verder dat krimpgebieden van het rijk en de provincie de ruimte moeten krijgen om te experimenteren en te innoveren. Denk aan integratie van functies, zoals bij zorgboerderijen en combinaties van onderwijs en kinderopvang. Volgens Rinnooy Kan zou het goed zijn als de VNG een inventarisatie zou maken van best practices, waardoor krimpgebieden geïnspireerd kunnen worden.