Vrije Universiteit Amsterdam

Manisch-depressief: hebben of zijn?


* Startdatum: 14-04-2011


* Tijd: 15.45


* Locatie: Aula


* Titel: Manisch-depressief: hebben of zijn?


* Spreker: prof.dr. R.W. Kupka


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Oratie

Hoogleraar Psychiatrie Ralph Kupka bepleit in zijn oratie `Manisch-depressief: hebben of zijn?'dat een behandeling zich niet alleen richt op de psychiatrische stoornis in engere zin, maar veel aandacht heeft voor de persoonlijke context waarin deze zich manifesteert opdat de patiënt en diens naasten, en de behandelaars, adequaat onderscheid kunnen maken tussen ziekte en zijn. Dit bevordert enerzijds een evenwichtig zelfbeeld, en anderzijds een tijdige signalering van beginnende symptomen zodat vroegtijdig kan worden ingegrepen. Een programma voor wetenschappelijk onderzoek richt zich net als de behandeling zowel op de ziekte-episoden, en de achterliggende mechanismen, als op de kwaliteit van leven in de tussentijd.

De bipolaire stoornis, ook wel manisch-depressieve stoornis genoemd, is een psychiatrische aandoening waarbij terugkerende perioden voorkomen met een euforische stemming en activiteit (manie) en een sombere stemming en inactiviteit (depressie). De stoornis begint vaak al in de adolescentie en vormt een kwetsbaarheid die de rest van het leven aanwezig blijft. In ernstige gevallen heeft de aandoening grote gevolgen voor het emotionele en maatschappelijke functioneren, leidt niet zelden tot verbroken relaties en arbeidsongeschiktheid, en kan zelfs uitmonden in suïcide.

Behandeling kan de symptomen verminderen, maar brengt geen volledige genezing. De effecten van behandeling zijn bovendien van patiënt tot patiënt zeer wisselend, en ook het functioneren tussen de ziekteperioden is niet altijd optimaal. Hoewel de aandoening dus een episodisch karakter heeft, is zij voor de patiënt altijd op de achtergrond aanwezig. Het verschil tussen normale stemmingsvariaties en karaktereigenschappen enerzijds en de beginnende uitingen van een manische of depressieve episode is soms moeilijk te maken, waardoor veel patiënten onzeker worden over hun emoties en gedrag. Zij moeten de stemmingsstoornis inpassen in het beeld dat zij van zichzelf hebben: heb ik een ziekte of ben ik manisch-depressief?
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam